Duitse concentratiekampen in Polen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Polen bezet door Duitsland. Door de nazi's werden toen verschillende grote werk- en vernietigingskampen gesticht in Polen. In Polen vielen veel Joodse slachtoffers, die gedeporteerd waren naar kampen zoals Aushwitz-Birkenau of Belzec. In dit artikel lees je alles over een aantal Duitse concentratiekampen in Polen. 

Auschwitz

In de buurt van de Poolse stad Auschwitz werd in april 1940 een groep werk- en vernietigingskampen gebouwd. De groep kampen kreeg de naam Auschwitz en bestond uit de drie kampen Auschwitz I, Auschwitz II-Birkenau, Auschwitz III-Monowitz en een aantal subkampen. Van de 1,3 miljoen personen die naar Auschwitz gedeporteerd werden, kwamen er 1,1 miljoen om het leven. Tegenwoordig staat Auschwitz symbool voor de vernietigings- en concentratiekampen van de nazi's. Auschwitz I en II-Birkenau zijn toegankelijk voor publiek. Het is mogelijk om een rondleiding met een gids te volgen of mee te doen aan een audiotour in veel verschillende talen. Enkele barakken van Auschwitz zijn veranderd in een museum. In Auschwitz-Birkenau zijn enkele crematoria en gaskamers verwoest door de SS'ers in een poging om het bewijs te vernietigen. Hier zijn dus alleen nog maar ruïnes van te zien.

Belzec

Het allereerste vernietigingskamp dat door de Duitsers gebouwd werd, was het vernietigingskamp Belzec. Belzec lag in het Lublin-district. In dit concentratiekamp stierven meer dan 400.000 personen. Van slechts zeven personen is bekend dat ze het kamp overleefd hebben. Na sluiting van het kamp werd al het bewijs van de massale moord vernietigd. Op de voormalige plek van het kamp werd een boerderij gebouwd, die bewoond werd door een voormalige bewaker van Belzec. In 2004 werd er op de grond van Belzec een museum geopend en een monument onthuld. Op 'The Belzec Memorial' staan de namen van Joodse families uit de omgeving die verdwenen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het monument bevat ook de namen van iedereen die werd gedeporteerd naar Belzec. Toegang tot het museum en de bezichtiging van The Belzec Memorial zijn gratis.

Chelmno

Het vernietigskamp Chelmo, bij de Duitsers bekend als Kulhmhof, lag vlak bij de stad Chelmo nad Nerem. Het totale aantal slachtoffers van Chelmno is onzeker, maar naar schatting zijn dit zeker 150.000 personen. Onder de slachtoffers waren Joden, Roma en Tsjechische, Hongaarse en Russische krijgsgevangenen. Kamp Chelmo is helemaal verwoest in 1945 in een poging om alle bewijzen van het bestaan van het kamp te verhullen. Tegenwoordig ligt er op de grond van Chelmo een klein museum waar bodemvondsten uit de regio te bezichtigen zijn. Aan de hand van deze vondsten wordt er informatie gegeven over Chelmno. Een aantal kilometers verderop ligt het tweede deel van dit museum. In dit bos, waar het museum zich bevindt, lag een subkamp van Chelmno. Hier kun je ook veel bezichtigen, zoals een begraafplaats en een gedenkteken. Daarnaast zijn er nog vele monumenten te bekijken.

Plaszów

Plaszow was een werkkamp in de buurt van de Poolse stad Krakau. De gevangenen van Krakau moesten werken in de steengroeve of de wapenfabriek. Tegenwoordig is er niks meer te zien van het kamp op het veld waar Plaszów lag. Toen het Rode leger oprukte en Polen heroverde, werden alle gevangen vermoord of verplaatst en werd het kamp afgebroken. Er zijn nu nog een aantal monumenten te zien op de plek waar ooit dit kamp stond: een monument voor alle slachtoffers, een monument voor alle Joodse slachtoffers en een monument speciaal voor de Hongaarse joden die in Plaszów de dood vonden. De villa van kampleider Amon Göth, die berucht staat om de gruwelijkheden die hij heeft begaan, is ook nog te bezichtigen.

Sobibór

Sobibór was een vernietigingskamp in het gelijknamige dorp in Oost-Polen. Het kamp bestond van april 1942 tot november 1943. Op de plek waar Sobibór ooit stond zijn weinig oorspronkelijke overblijfselen meer te zien. Het kamp werd ontmanteld en op de plaats van het kamp werden bomen geplant. Tegenwoordig zijn er op de grond van Sobibór een klein museum, een mausoleum en verschillende gedenktekenen te zien. Buiten het kampterrein zijn nog een aantal oorspronkelijke overblijfselen te zien, zoals een deel van de spoorweg en de woning van de commandant.