Wandelen door Bhutan
Bestemming:
A. Phuentsholing
(Bhutan)
, B. Paro
, C. Thimphu
, D. Punakha
, E. Trongsa
, F. Jakhar
, G. Mongar
, H. Trashigang
, I. Samdrup Jongkhar
Periode: maart 2008
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Diverse hotels
Organisatie: Sawadee
Van 15 maart t/m 7 april 2008 heb ik een wandelreis door Bhutan gemaakt. Deze wandelreis was georganiseerd door Sawadee Reizen en de reis liep langs alle belangrijke steden van het land. Zo hebben we de plaatsen Phuentsholing, Paro, Thimphu, Punakha, Trongsa, Jakhar, Mongar en Trashigang bezocht en de reis eindigde in Samdrup Jongkhar.
De eerste twee dagen staan geheel in het teken van reizen. Eerst vliegen we van Amsterdam naar Delhi en daar overnachten we. ’s Ochtends vroeg vertrekken we alweer richting het vliegveld voor de vlucht naar Bogdagra. Daarna rijden we nog enkele uren door Noord-India om uiteindelijk in het donker de grens van Bhutan te bereiken. Dat is wel een beetje jammer, want nu kunnen we de mooie poort die de grens markeert niet zien. Maar we kunnen wel goed merken dat we in Bhutan zijn: het is namelijk schoon en rustig. India was namelijk heel erg druk en vreselijk smerig en dat is een groot contrast met Bhutan.
Phuentsholing
Phuentsholing is de grensplaats en om de eerste indrukken van Bhutan op te doen, maak ik de volgende morgen een wandeling. Vriendelijk en een stuk beter geordend dan het buurland zijn de indrukken die bij mij naar boven komen. Onbewust loop ik tijdens mijn wandeling door de grenspoort om op die manier weer in India te belanden. Dan besluit ik maar snel terug te wandelen, aangezien mijn paspoort nog bij de reisleider in Bhutan is. De mensen van de grenscontrole knikken me vriendelijk gedag en vervolgens loop ik terug Bhutan in. Dit is wel een mooi moment om de poort op de foto te zetten.
Na het ontbijt stappen we in een spiksplinternieuwe bus en vertrekken we naar Paro. De rit zal ongeveer 8 uur gaan duren, dus eigenlijk is vandaag een derde reisdag. Maar vanaf nu is het wel alleen nog maar genieten van de bergen en het land. De Highway is een geasfalteerde weg, maar is niet veel breder dan de bus. Er moet worden uitgeweken als er tegenliggers komen, maar er zijn genoeg mogelijkheden om uit te wijken en gelukkig is er geen massaal verkeer op de weg. Het beeld van smalle wegen met weinig verkeer blijft zo gedurende de rest van de reis. Op sommige plekken wordt aan de weg gewerkt om deze te verbreden, dus we hebben wel nog wat oponthoud onderweg naar Paro.
Paro
Via een prachtige route komen we uiteindelijk aan in Paro. Op de kaart staat Paro aangegeven als een stad, maar het is eigenlijk meer een groot dorp. Steden kent Bhutan niet. Wat even wennen is zijn de honden, want het zijn er een hele hoop; zij zijn totaal niet agressief, maar ze blaffen wel de hele nacht door. Enkele barretjes vormen het uitgaansleven van Paro en we besluiten er een Bhutanees biertje te drinken. In Paro is officieel één bioscoop, maar vanwege het festival worden bars en huizen omgebouwd tot bioscoop en op de muur wordt een Indiase film vertoond. Er is zelfs een gebouw in aanbouw ingericht tot tijdelijke bioscoop en de ‘zalen’ worden met plastic doeken afgeschermd om het een beetje donker te krijgen.
Tijdens ons verblijf in Paro wonen we de tweede dag van het jaarlijkse festival bij. Het festival duurt namelijk vijf dagen en op de laatste dag wordt de thangka uitgerold, maar dat maken wij niet mee. Om een dag dit festival mee te maken is indrukwekkend en geeft een goede indruk van hoe Bhutanezen zelf dit festival beleven. Ik bezoek ook nog de dzong die in Paro ligt.
Klimmen staat op de tweede dag in Paro centraal! De eerste wandeling die op het programma staat, betreft een wandeling naar Tiger's Nest. Dit Taktsang Klooster is gebouwd op de plek waar Guru Rimpoche met een tijger naar Bhutan is gekomen. Deze man heeft het boeddhisme naar Bhutan gebracht. Het klooster ligt op een hoogte van 900 meter tegen een berg aan, boven de vallei van Paro. De klim gaat steil omhoog en wij zijn niet de enigen die ons aan deze klim wagen.
Voor de Bhutanreiziger is een bezoek aan dit klooster een must. Aan het eind van de klim is er een grandioze beloning: een schitterend klooster, merkwaardig tegen de berg gebouwd, met een prachtig uitzicht over de vallei. De tocht naar boven en beneden neemt in totaal zo'n 4 uur in beslag.
Nadat we hebben geluncht, bezoeken we het Nationaal Museum. Dit museum bevindt zich in een oude wachttoren en niet alleen de collectie is de moeite van het bekijken waard, maar ook het gebouw zelf is fantastisch om te bekijken. Met dit museum sluiten we ons bezoek aan de plaats Paro af en vervolgen we onze weg naar de hoofdstad van Bhutan, Thimphu.
Thimphu
’s Avonds wandel ik met nog een aantal groepsleden door de hoofdstad, maar die maakt al vrij vroeg een bijna uitgestorven indruk. In een bar genaamd Benez nemen we een afzakkertje en komen we erachter dat de barman zowaar Nederlands spreekt omdat hij een tijdje in Nederland heeft gewoond.
De volgende morgen bezoeken we een tentoonstelling in Thimphu. Er zijn demonstraties van 13 verschillende ambachten en ook wordt boogschieten, de nationale sport, gedemonstreerd. Later worden er ook nog volksdansen uitgevoerd. Het is een leuke ochtend, vooral ook door de vele schoolkinderen die er rondlopen, alles serieus bekijken en overal aantekeningen van maken.
’s Middags hebben we een ‘vrije middag’ en kunnen we ons eigen plan trekken. Ik besluit het Thaise Paviljoen te bezoeken en al lopend door de stad proef ik de sfeer en maak ik foto’s. Op mijn tocht ontmoet ik Ugyen Tshering die kandidaat voor Noord-Thimphu is van de partij Druk Phuensum Tshogpa. Hij is met een groep campagne aan het voeren voor de eerste nationale verkiezingen in Bhutan. Hij legt uit dat hij het niet belangrijk vindt dat er op zijn partij wordt gestemd, zolang de bevolking maar gaat stemmen. De hele groep schudt hem de hand en wenst hem veel succes met de verkiezingen.
Hierna bezoek ik het VAST (Voluntary Artist Studio Thimphu). Een instituut dat is opgericht om lokale artiesten hun talenten verder te laten kunnen ontplooien. Ik bezichtig een aardige tentoonstelling van werken van die kunstenaars. Aan het eind van de middag gaan we met de groep naar de dzong van Thimphu: in dat gebouw bevinden zich niet alleen overheidsdiensten, maar ook tempels en monniken.
Na het avondeten in een Indiaas restaurant, pakken we ons met een groepje samen en gaan we nog op zoek naar een gezellige bar. Als we een barretje binnenkomen, lopen de lokale gasten ineens weg en door onze massale aanwezigheid (welgeteld 6 mensen) houden we nieuwe gasten tegen. Het was dus geen goede gelegenheid om met de Bhutanese bevolking in contact te komen.
Punakha
Op dag 7 rijden we naar Punakha en daarbij passeren we de Dochu La, een pas op 3140 meter hoogte. De pas heeft een monument met 108 stoepa's (kleine boeddhistische bouwwerken). Dit monument is hier neergezet ter nagedachtenis aan de Bhutanese slachtoffers die zijn gevallen bij de verdrijving van opstandelingen uit Assam naar India.
Verder bezoeken we ook de Chimi Lakhang, een tempel waar kinderloze vrouwen komen om een offer van wijn te brengen in de hoop dat ze daarna kinderen kunnen krijgen. De legende zegt niets over hoe het zit als mannen onvruchtbaar zijn en geen kinderen kunnen verwekken. Blijkbaar wordt dat in Bhutan uitgesloten, gezien de vele afbeeldingen van penissen op huizen als symbool van de vruchtbaarheid. De dzong van Punakha is een prachtig gebouw en ligt ook nog eens op een speciaal punt, namelijk daar waar twee rivieren bij elkaar komen. Het is daarom de mooiste dzong van heel Bhutan. We bezoeken eerst twee kleinere tempels omdat in de grote zaal nog een gebedsdienst aan de gang is. Als we eindelijk de grote zaal in kunnen, bekijken we de grote beelden van Boeddha, Guru Rimpoche en de Zhabdrung (de stichter van Bhutan). Op de muur is met mooie schilderingen het leven van Boeddha uitgebeeld.
Trongsa
Na de overnachting in Punakha rijden we verder naar Trongsa. We maken onderweg een tussenstop in het dorp Wangdue Phodrang. Het dorp met kleine straatjes, kleine winkeltjes en een klein marktje is perfect om het dagelijkse leven wat op te snuiven. Op de Pele La, een pas op 3420 meter hoogte, stoppen we natuurlijk ook. Op dit soort punten staat en hangt het zoals gebruikelijk vol met gebedsvlaggen. Bij Chendebji Chorten wordt een volgende tussenstop gemaakt. Dit is een stoepa in Nepalese stijl en ernaast staan nog een stoepa in Bhutanese stijl en een ‘muurstoepa’ in de stijl van Ladakh. Verschillende mensen lopen hier een kora om de drie stoepa's. Een kora is een type meditatie en wordt uitgevoerd door rondes rond een tempel, een stoepa of andere heilige plekken te lopen. Voor mijn eigen karma loop ik ook een keer mee.
Nadat we ‘s middags in het Norling Hotel in Trongsa hebben ingecheckt, maken we nog een wandeling naar de dzong om deze met een bezoek te vereren. Deze dzong is niet zo mooi als de dzong van Punakha, maar het blijft hoe dan ook een machtig bouwwerk ’s Avonds krijgen we van onze reisbegeleider een briefing over de komende zes dagen want dan gaan we de trek maken.
Nabji Trail
Op dag 9 bezoeken we nog eerst het winterpaleis van de tweede koning van Bhutan voordat we weer vertrekken met de bus, maar het bezoek valt een beetje tegen omdat het paleis helaas slecht wordt onderhouden door de aanwezige monniken.
We worden in Tang Tang Fe gedropt, daar krijgen we nog een lunch en daarna moeten we lopen: de eerste wandeling van de Nabji Trail. Na twee uur stijgen en dalen door verschillende soorten bos zijn we aangekomen in Jangbi, de eerste pleisterplaats. Onderweg hebben we gouden langoeren en veel vogels kunnen zien. Na het avondeten komen er een paar vrouwen uit het dorp voor entertainment zorgen door Bhutanese dansen uit te voeren en daarna gaat iedereen onder zeil in de ruime tenten.
De volgende morgen ben ik al om zes uur op en geniet ik nog even van de heerlijk stilte, want de rest ligt nog rustig te slapen. Baden doe ik onder een kraantje en als ik klaar ben, heeft de keukenploeg de koffie klaar! Nadat we een lekker ontbijt achter de kiezen hebben, vertrekken we naar een dorpje waar een stemlokaal is ingericht. Het is vandaag ten slotte verkiezingsdag. Voor het stemlokaal staat een rij, want mensen moeten van heinde en verre komen om te stemmen. Mensen die hun stem hebben uitgebracht, krijgen een button waarop staat dat ze gestemd hebben bij de eerste nationale verkiezingen en sommigen dragen deze button vol trots. We vragen of we even een kijkje mogen nemen, maar dat mag helaas niet. Een aantal honden zit ons aan te kijken tijdens het wachten en eentje vlakbij die me aan zit te staren, haal ik aan en dat heeft grote gevolgen. Daarna loopt ze vijf dagen met ons mee! Aan de hond wordt de naam Rataplan gegeven.
Tijdens de tocht van vandaag stijgen we in totaal 700 meter en dalen we zo'n 500 meter. Het is een vrij zware, maar mooie tocht die eindigt in Kuda. Hier kunnen we heerlijk onderuit zakken en onder het genot van koffie en thee laten we de vermoeidheid van ons af glijden. Onderweg zagen we weer gouden langoeren. Met een gezellig potje scrabble wordt de dag ontspannen afgesloten.
Ook de volgende dag ben ik weer als eerste uit mijn tent en na het baden en de koffie krijgen we ontbijt. Dit keer kregen we ontbijt dat bestond uit patat en worstjes!! Er zijn ook een aantal vegetariërs in de groep, dus zodoende blijven er worstjes over en daar weet Rataplan wel raad mee. Om 8.30 uur vertrekken we voor de wandeling naar Nabji. Ook nu is het tijdens de wandeling weer veel stijgen en dalen, want aan het eind van de dag zitten we op een hoogte 500 meter lager dan waar we begonnen waren. Vandaag hebben we verschillende neushoornvogels gezien naast verscheidene andere vogels en natuurlijk ook weer langoeren.
In Nabji heten de kinderen van het dorp ons welkom. Op de campsite is de mogelijkheid om een lekker heet bad te nemen en daar heb ik dan ook gebruik van gemaakt. Het is wel een aparte manier van badderen want er worden hete stenen in een houten kuip gelegd die het water verwarmen. Totaal kunnen er vijf mensen een bad nemen en omdat ik de laatste ben, duurt het allemaal even. De stenen moeten namelijk goed heet worden gemaakt op een houtvuur en na ieder bad moet het water weer vervangen worden. Maar als je eenmaal in het bad zit, is het een heerlijke ervaring omdat je de vermoeidheid uit je lichaam voelt trekken. Wel moet je uitkijken dat je de hete stenen niet raakt in het krappe bad, want dan kun je je behoorlijk pijn doen.
Na het eten komen spontaan vijf dames hun Bhutanese dansen voor ons opvoeren. Hoewel de meeste groepsleden te moe zijn om het nog allemaal te volgen, hebben er een paar nog energie genoeg om af en toe eens mee te dansen.
De volgende morgen vertrekken we om een lagere school in de buurt te bezoeken. Maar toen we daar aankwamen, waren de meeste leerkrachten nog afwezig vanwege de verkiezingen; ze moesten in hun eigen district gaan stemmen. Maar de Bhutanese kinderen lijken me zeer gedisciplineerd en dus doen ze zonder leerkracht hun werk. De wandeling die we na het bezoek aan de school maken, gaat steil omhoog naar Korfu, een dorpje dat je vanuit Nabji in de verte kunt zien liggen. Het eerste dat in dit leuke dorpje opvalt is dat het in tegenstelling tot de meeste dorpen in de omgeving een rechte straat heeft. In de tempel die we bezoeken, maken we een ritueel mee voor een ziek kind en zien we hoe zelfs de kleinste kinderen precies weten wat ze in zo’n ceremonie moeten doen. Op de terugweg naar Nabji brengen we nog een bezoek aan een BHC (Basic Health Center): dat is een soort polikliniek voor de omgeving.
’s Middags lopen we terug naar Nabji en krijgen thee bij de zuster van de hulpkok thuis. Op die manier krijgen we een aardige indruk van het leven in een gewoon Bhutanees woonhuis. Ook mogen we proeven van de zelfgestookte Ara, een vrij pittig alcoholhoudend drankje.
De plaatselijke tempel is zeer oud en bevat een steen die herdenkt dat in de 8e eeuw daar de vrede werd getekend tussen de Indiase koning Nauche en koning Sindu uit Bhutan. Deze vrede was tot stand gekomen onder leiding van Guru Rimpoche en op de steen staan de handafdrukken van alle drie de betrokkenen.
Nadat ik de volgende morgen weer vrolijk begroet ben door Rataplan, baad ik weer even onder een kraantje en daarna is er weer koffie en ontbijt. Vandaag gaan we in zes uur naar Nimshong wandelen. Dit is een vrij ‘vlakke’ wandeling en daardoor kun je meer van de omgeving zien omdat je niet steeds hoeft op te letten waar je loopt. De wandeling voert door het prachtige regenwoud en aan het eind van de tocht zie je het dorp recht vooruit tegen een berg op liggen. Op dat moment is het niet te zien dat je het dorpje bereikt via een steile afdaling en een nog steilere beklimming, dus dat is een beetje een tegenvaller aan het eind van de schitterende wandeling. Maar uiteindelijk komt iedereen hijgend boven en kunnen we genieten van het schitterende uitzicht.
’s Avonds nemen we hier afscheid van de keukenploeg, die iedere dag prima maaltijden heeft gemaakt en ook steeds weer zorgde dat er koffie en thee was (zelfs in de vroege uurtjes). Ook verzorgden ze dagelijks een heerlijke lunch tijdens de wandeling. Maar helaas vertrekt de ploeg morgenochtend al vroeg naar een nieuwe klus. Dan komen er nog vrouwen uit het dorp hun dansen doen en bovendien komt het hele dorp kijken waardoor het erg gezellig is. Om 22.00 uur is de tashi lebbe (de laatste dans) en dit wordt een vrolijk geheel. Intussen zijn de meesten van de groep al naar bed, maar niet alleen de overgebleven groepsleden, maar ook de hele keukenploeg en andere aanwezigen dansen mee. Het is dus een mooi slot van een gezellige avond.
Ook op de laatste dag van de trail sta ik weer vroeg op. Rataplan komt naar me toe gerent en springt vrolijk tegen me op. De keukenjongen heeft alweer koffie gemaakt dus de dag begint weer goed. Na het ontbijt gaan we de school naast de campsite bezoeken en daar maken we het ochtendritueel mee. Dat bestaat uit het schoonmaken van het terrein, vlag hijsen, gebed, praatje van de onderwijzer en tot besluit het zingen van het volkslied. Daarna gaan de kinderen keurig op rij de school in.
Dan is de tijd aangebroken voor de laatste wandeling van de trail. We moeten nog 700 meter naar beneden en 300 meter naar boven wandelen. Het is heet en de laatste klim leggen we af in een brandende zon en daardoor wordt het er niet makkelijker op. Maar uiteindelijk komt iedereen goed aan bij de weg waar de bus klaar staat. Voordat we vertrekken, wordt nog een groepsfoto gemaakt met Rataplan en is het tijd afscheid van haar te nemen. Inmiddels heeft die alweer eten gekregen van de plaatselijke bewoners, waardoor ze niet achter de bus aanrent als we wegrijden. Volgens ‘ingewijden’ loopt zij waarschijnlijk gewoon weer terug naar de plek waar ze vandaan gekomen is. Zo is het een mooi einde van de zes dagen wandelen op deze trek.
De bus die klaarstond, brengt ons weer terug naar Trongsa, maar onderweg bezoeken we nog een nonnenklooster waar we zeer vriendelijk en gastvrij onthaald worden met thee en koekjes. Het is wel weer een klim naar boven om daar te komen, maar het is een leuk bezoek. Alles gaat er minder strak aan toe dan de keren dat we in tempels met monniken geweest zijn. Nu mogen we zelfs blijven om te zien hoe een gebedsdienst eraan toe gaat. Daarna kijken we nog een beetje rond en doen we een kleine donatie. Dan rijden we verder naar Trongsa en daar kunnen we eindelijk lekker douchen om het vuil en de vermoeidheid van de afgelopen zes dagen van ons af te wassen.
Jakhar
Op dag 15 rijden we naar Jakhar in de Bhumtangvallei en passeren we nog de Yotung La, een pas op 3420 meter hoogte. Het is een tocht door een gebied met veel landbouwgrond en dat is een groot contrast met de afgelopen zes dagen. In Jakhar verblijven we in het Mipham Guesthouse en ’s middags doen we een excursie naar verschillende tempels. Eerst bezoeken we de dzong, maar die is hier niet zo groot. Vervolgens bezoeken we de Jampey Lakhang. Dat is een tempel waar voornamelijk oude vrouwtjes de kora lopen. Een derde tempel die we bezoeken is de Kurjey Lakhang, waar een afdruk van het lichaam van Guru Rimpoche is te zien. Dit was de eerste plek waar hij in Bhutan kwam. Jakhar is ook weer een kleine ‘stad’, meer een dorp dus die in vrij weinig tijd helemaal te bekijken is. Hier is het weer kouder dan in Trongsa omdat deze stad 400 meter hoger ligt. Maar gelukkig kunnen de kamers in het guesthouse verwarmd worden met houtkachels.
Op het programma van de tweede dag in de Bhumtangvallei staat weer een wandeling. Eerst rijden we naar een zijdal en dan lopen we een paar uur langs een rivier. Na de lunch volgen we dezelfde route terug, maar deze keer lopen we aan de andere kant van de rivier. Naast ons guesthouse ligt een klooster en ’s avonds bezoeken we daar een gebedsdienst. De monniken in het klooster zijn van allerlei leeftijden en met name de jongste monniken zitten een beetje te dollen met elkaar tot ze tot de orde geroepen worden door een oudere monnik. Het totaal plaatje is een levendig geheel en het is dus goed om even rust te nemen bij dit ritueel.
Mongar
Mongar is de bestemming voor de volgende dag. Wederom is het een lange, maar spectaculaire rit door de bergen en we reizen door naaldwouden, loofwoud en langs bouwland en kale rotsen. Het blijft genieten van het prachtige landschap, vooral ook omdat steeds meer bomen en bloemen gaan bloeien en daardoor voelt het echt als voorjaar. Hoewel we gedurende de hele reis door Bhutan overal rhododendrons in bloei hebben zien staan, is het helaas nog te vroeg om het rhododendronpark te bezoeken. We passeren op 3750 meter hoogte de pas Trumshing La, in Bhutan de hoogste pas waar een autoweg overheen gaat. Bij deze pas besluiten we onze gebedsvlaggen op te hangen zodat we als groep iets nalaten aan dit land. Bovendien schijnt het ook nog goed te zijn voor ons eigen karma. In de verte zien we ook weer besneeuwde toppen van de hogere bergen in de Himalaya en dit maakt het plaatje compleet.
Mongar is een vrij nieuwe stad voor Bhutanese begrippen en het ligt in de planning om Mongar de ‘hoofdstad’ van Oost-Bhutan te maken. Hier hangt wel meer een echte ‘stadssfeer’ en de meeste gebouwen hebben 4 verdiepingen, dus de gebouwen hebben zowaar een beetje van hoogbouw weg. In Mongar overnachten we in het Druk Yul Guesthouse en het uitzicht van daaruit is weer prachtig. Vanaf het terras van het naastgelegen hotel geniet ik samen met een paar groepsleden dan ook van dit schitterende uitzicht en daar hoort natuurlijk ook een drankje bij.
De volgende morgen regent het hard en zijn we allemaal een beetje verrast. Het is namelijk één van de weinige keren op deze reis dat het regent. Het dal is helemaal dichtgetrokken en helaas is van het uitzicht van gister niets meer over. We vertrekken weer om 8.30 uur en naarmate we onderweg stijgen, verdwijnt de stad Mongar beneden ons in de wolken.
Trashigang
’s Middag komen we aan in Trashigang en dat is een klein stadje aan een rivier. Ook hier het weer klimmen en dalen geblazen omdat geen enkele straat op hetzelfde niveau is. Ook hier bezoeken we met de hele groep de dzong, die op dat moment net gerestaureerd wordt. Daarna struin ik wat rond ik het stadje, maak ik een praatje met een stel kinderen die net van school komen en verder geniet ik op het terras van het guesthouse van een lekker biertje en het mooie uitzicht op de vallei en de dzong.
Dag 19 van de reis staat in het teken van een bezoek aan Trashi Yangtse dat ten noorden van Trashigang ligt. Als we de Gom Kora willen bezoeken, horen we dat de Je Kenpo, het hoofd van de boeddhistische orde, vandaag daar op bezoek komt. Helaas kunnen we de tempel dus niet bezoeken en daarom rijden we door naar Duksum, dat bekend staat als een spookstad. Want alleen aan het begin van het dorp zijn wat mensen te bekennen, maar de rest van het dorpje is volkomen uitgestorven en alles is gesloten en verlaten. Ons einddoel van die dag is de Chorten Kora in Trashi Yangtse. Dit is een kleinere kopie van de beroemde stoepa in Kathmandu in Nepal. Weer zien we hier veel oude mensen de kora lopen en ook hier is alles versierd voor het bezoek van de Je Kenpo en de schoolkinderen staan al op de uitkijk bij de ingang van het dorp.
Op de terugweg komen we de stoet tegen waarin de Je Kenpo zich bevindt en die dan op weg is om Trashi Yangtse te bezoeken. Dat betekent dat we alsnog de Gom Kora kunnen bezoeken. Deze tempel is gebouwd op de plek waar zich een rots/grot bevindt waar Guru Rimpoche gemediteerd zou hebben. De tempel bevat een aantal belangrijke relikwieën, zoals een hoef van het paard van Rimpoche en een ei van de garuda en nog een aantal andere dingen.
De volgende dag staat Rangjung op het programma en daar bezoeken we het Woesel Choling Klooster van de Nyingma richting. Dit zeer goed onderhouden klooster stamt uit 1982 en vanaf dit klooster heb je een mooi uitzicht op het dorpje Rangjung. Deze plaats ziet er wel zeer merkwaardig uit, want het lijkt wel of er een projectontwikkelaar aan de gang is geweest en ook al de uitbreiding van het dorp in het stratenplan heeft meegenomen. Het ziet er allemaal erg on-Bhutaans uit. Een wandeling in de omgeving voert ons door het ‘landelijke Bhutan’, want onderweg zien we overal boeren die op het land bezig zijn. De boeren zwaaien vriendelijk naar ons en we mogen zelfs bij een boer gaan kijken als die aan het ploegen gaat. De geplande wandeling voor in de middag wordt afgezegd in eerste instantie vanwege de warmte. Maar een andere reden is dat bij iedereen de vermoeidheid toch wel behoorlijk de kop op begint te steken. Dus de rest van de middag wordt er rustig aan gedaan en is er tijd om te relaxen in Trashigang en op het terras van het guesthouse.
Samdrup Jongkhar
De laatste rit van deze reis door Bhutan is vrij lang en voert ons naar Samdrup Jongkhar aan de grens met India. Eerst regent het nog, maar dan klaart het gelukkig op en kunnen we tijdens onze laatste rit nog even flink genieten van de schitterende omgeving. We maken nog een tussenstop in Khaling en daar brengen we een bezoek aan het National Institute for the Disabled. In dit instituut zitten 51 kinderen uit heel Bhutan intern en ze doorlopen er de school vanaf kleuteronderwijs tot en met de 6e klas. Als ze dat achter de rug hebben, kunnen ze meedoen in het reguliere onderwijs op scholen in de omgeving. De kinderen die in het instituut verblijven, zijn blind of slechtziend en er wordt het Engelse brailleschrift gebruikt, omdat het Dzongka-braille nog in ontwikkeling is. Voordat we weggaan, geven we nog een bijdrage voor de nieuwbouw van de school. Verder zien we onderweg nog een prachtige vlucht van een neushoornvogel en dat beschouwen we als een soort afscheid van Bhutan. Voor de allerlaatste keer krijgen we de gelegenheid om een stuk te lopen en te genieten van de vele vogelgeluiden in de vallei.
Aan het eind van de middag komen we dan eindelijk aan in Samdrup Jongkhar. Als snel heb ik gezien dat het een oninteressante grensplaats is, want in deze plaats is duidelijk de invloed van India te merken. De winkels zien er hier heel anders uit en de inwoners hier zijn voornamelijk afkomstig uit India. ’s Avonds bij het diner nemen we afscheid van Lal, de chauffeur, en Namgay, onze Bhutanese gids die ons de hele reis door Bhutan goed van dienst zijn geweest.
De volgende dag staat het vertrek om 8 uur gepland, maar de chauffeurs die ons moeten ophalen kunnen ons niet bereiken door acties in Assam (India). Pas aan het eind van de middag worden de acties gestaakt en kan de wegblokkade worden opgeheven en uiteindelijk halen de chauffeurs ons om 17 uur die dag op in Bhutan. Omdat we de hele dag hebben moeten wachten tot we werden opgehaald, hebben we de tijd gedood door af en toe eens een stukje te wandelen, een beetje te lezen en te kijken naar hoe de weg voor ons hotel wordt geasfalteerd. Want dat gebeurt vooral door middel van handwerk, alhoewel er voor sommige dingen ook een wals wordt gebruikt.
Als we bij de grens van India komen, worden we allemaal keurig ingeschreven en vervolgen we onze weg naar Guwahati voor onze overnachting daar. We komen er uiteindelijk via een soort ‘dodenrit’ in het donker met veel getoeter en geknipper met lichten. In het hotel genieten we van ons laatste gezamenlijke diner en bedanken we Pieter, onze reisleider, voor al zijn informatie en inspanningen tijdens de prachtige reis.
De laatste dag in Guwahati mogen we zelf beslissen wat we gaan doen, maar het is echt een smerige Indiase stad waar op een vroege zondagmorgen weinig te beleven valt. Aan het eind van de middag vertrekken we en vliegen we met vertraging naar Delhi. Met veel kunst- en vliegwerk komen we van het ene naar het andere vliegveld en daar halen we hijgend onze aansluiting naar Amsterdam. Daarmee kwam een einde aan een bijzondere reis in een mooi, vriendelijk en zeer bijzonder land!
Door Loek Korff.