Zen in Zweden
We zijn echt op tijd vertrokken vanochtend en toch is het stressen nu. De Duitse autobahnen eisen...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Mora
(Zweden)
, B. Orsa
, C. Stockholm
Periode: september 2011
Vervoer: Vliegtuig / trein
Accommodatie: ‘Stuga’ (houten huisje) van Orsa Grönklitt
Zweden heeft ons Nederlanders nogal wat te bieden. Stockholm is ideaal voor een (lang) weekend, wintersport in Zweden is nauwelijks duurder en minstens zo mooi als in de Alpen en de natuur verandert wanneer je door het land reist om de haverklap, maar is nergens Hollands. Uitgestrekte korenvelden in het zuiden, duizenden eilandjes voor de kust van Stockholm en steeds ruiger naar mate je verder richting het hoge noorden trekt. Ik werd dit keer uitgenodigd om een bezoek te brengen aan het gebied rond de plaatsen Mora en Orsa, zo’n 3,5 uur treinen boven Stockholm en gelegen in de prachtige provincie Dalarna – inderdaad de streek waar de welbekende Dalarna paardjes (of op zijn Zweeds: Dalarna hästar) vandaan komen, maar daarover later meer.
Zweden is een perfect land om ‘even snel’ aan te doen, hoewel het zonde zou zijn als je er te kort verblijft. Maar dat is meteen ook het mooie aan dit land als bestemming. Drie dagen Stockholm, Malmö of Göteborg (ik noem maar even de meest voor de hand liggende bestemmingen) is fantastisch, maar zeker zo fraai is het om drie weken lang met een camper van zuid naar noord te rijden. Of plak er nog een week of drie aan vast en pak ook Noorwegen ‘even’ mee. Wat reizen betreft is Zweden daadwerkelijk een land van 1001 mogelijkheden. Wij vliegen van Schiphol naar Arlanda, een vlucht van twee uur. Arlanda is het grootste vliegveld van Zweden en ligt bij Stockholm, dat met de Arlanda Express (een netwerk van treinen die van en naar de luchthaven rijden) binnen twintig minuten te bereiken is. Wij kiezen de noordelijke richting en reizen via een tussenstop in Borlänge naar Mora, waar we worden opgepikt door Claes Tibo. De vriendelijke Zweed werkt voor Orsa Grönklitt, dat onder andere een fraaie camping en een park van compleet uitgeruste Zweedse stuga’s (typische rode houten huisjes) omvat. De camping is fraai gelegen aan een meer en biedt verder alles wat je van een camping mag verwachten.
Orsa Grönklitt blijkt sowieso veel te bieden te hebben, zo maken we op uit de woorden van Claes Tibo. In de zomer kan gezwommen en gekanood worden in het meer, maar kunnen ook fraaie tochten door de bossen gemaakt worden. In de winter biedt de omgeving volop mogelijkheden om te langlaufen, skiën en schaatsen, of kunnen zelfs tochten op sneeuwscooters gemaakt worden. Voor ons nog even geen activiteit. We dineren in het restaurant bij de camping – waar ook een bowlingbaan is – en worden door Claes Tibo vervolgens naar onze stuga’s gebracht. De huisjes ademen gezelligheid, maar zijn daarnaast ook rijk uitgerust. Zelfs een sauna ontbreekt niet!
De stilte in het Zweedse gebied blijkt bevorderlijk voor de nachtrust en dus beginnen we fris en fruitig aan onze eerste actieve ochtend. De wandelschoenen gaan aan, aangezien Claes Tibo ons op sleeptouw neemt voor een wandeling door de bossen. Uren wandelen zonder ook maar iemand tegen te komen. In Nederland gaat het je niet lukken, in Zweden kan het blijkbaar nog. De omgeving is bovendien schitterend. We lopen langs water, doorkruisen een moeras door van steen naar steen te springen en genieten van uitzichten na weer een lichte beklimming. We belanden uiteindelijk in het minuscule plaatsje Fryksås. Een lieflijk dorpje, waarin het lijkt of je tweehonderd jaar terug in de tijd gestapt bent. We worden door Per en Liselott Länsmans ontvangen voor een lunch in hun grote trots. Ze zijn namelijk eigenaar van Smidgården, een prachtig café-restaurant, waar ook overnachtingsmogelijkheden (de appartementen zijn fenomenaal!) en Spa-voorzieningen zijn. Met eigen handen gebouwd en met alle liefde uitgebaat en dat merk je als bezoeker.
Het middagprogramma is al even actief. We worden meegenomen door Björn Sohl, de man die elke actieve wens van toeristen kan inwilligen. Hij blijkt met zijn omvang zijn naam eer aan te doen (Björn is het Zweedse woord voor beer), maar op een quad kan hij uitstekend uit de voeten. Hij neemt ons met zijn huifkar mee naar het meer Rädsjön, waar kano’s op ons liggen te wachten. Het blijkt een uitstekende manier om tot rust te komen in de betoverende Zweedse natuur. Stiller dan hier krijg je het namelijk echt niet. Het water is uitgestrekt, op eilandjes staan eenzame houten zomerhuisjes in alle rust en mensen zie je in de verste verte niet. Mooier nog: je hoort ze ook niet. Het geluid van de peddels in het water is het enige dat er is. Stop je met peddelen en zit je heel stil (anders hoor je het geritsel van je reddingsvest) dan bereik je de ultieme stilte... Het bestaat dus nog.
Na het kanoën is het tijd voor motorisch geweld. Björn biedt namelijk ook quad-safari’s aan en het is aan ons de eer dat ook eens te proberen. Het blijkt een aanrader. Oké, de rust wordt aardig verstoord door het gebrul van de vierwielers, maar de vrijheid die je ervaart als je de bossen doorkruist is heerlijk. Bomen schieten voorbij, riviertjes worden doorwaad en skihellingen beklommen. Wie Björn in de winter treft, kan trouwens ook voor dit soort vermaak bij hem terecht. Dan zijn het sneeuwscooters die voor het vertier zorgen en kunnen tochten van honderden kilometers gemaakt worden. De Zweed regelt sowieso alles. Wil je bijvoorbeeld met vrienden de wildernis in, eten wat je zelf vangt en overnachten in de bossen? Björn is je man. Ook voor ons heeft hij nog activiteiten in petto. Eerst gaan we goud zoeken in een riviertje (resultaat: zes schilfertjes goud, met enige hulp van Björn) en daarna keren we terug naar het meer waar we eerder in de kano’s stapten. In een houten lodge aan het water staat eten voor ons klaar. Het vuur in het (te huren) huisje wordt hoog opgestookt, de barbecue gaat naar buiten en een half uur later zitten we aan een heerlijke maaltijd in de Zweedse natuur.
Als de avond valt, neemt Björn ons mee op elandsafari. Hij kent elke boom in het gebied en weet waar we de mooie beesten kunnen spotten. Beren en wolven zitten trouwens ook in het gebied, maar die zullen we in het wild niet zien. Elanden wel, want al na vijf minuten is het raak. Ons was het nog niet opgevallen, maar Björn trapt op zijn rem, rijdt achteruit en wijst ons op een eland aan de rand van het bos. We stappen zachtjes uit, terwijl Björn communiceert met het dier. Met zijn handen om zijn mond maakt hij een geluid wat blijkbaar het geluid van een eland is. Het blijkt te kloppen. Het dier spitst de oren en merkt dat het niet bang hoeft te zijn en niet hoeft te vluchten. Zo krijgen wij de tijd haar (volgens Björn is het een vrouwtje) eens goed te bekijken, tot ze er genoeg van heeft en in het bos verdwijnt. De rest van de tocht maken we er een wedstrijd van: wie ziet de elanden het eerst? Eenvoudig is het allerminst, maar een kick geeft het wel als je daadwerkelijk zo’n kolossaal dier ontdekt. We spotten er deze avond twaalf, volgens Björn een record voor deze jaargang.
De volgende dag zullen we meer dieren zien. We bezoeken namelijk het Orsa Björnpark, dat op steenworp afstand van ons huisje ligt. Het is een dierenpark waarin de dieren bijzonder veel ruimte hebben. Hun leefruimte is weliswaar omheind, maar is zo ruim, dat je als bezoeker de pech kunt hebben weinig dieren te zien tijdens je bezoek. Wij hebben het geluk dat we worden rondgeleid door parkmanager Pernilla Thalin, die een band met de beesten blijkt te hebben. Ze fluit en roept bij het wolvengebied en niet veel later zien we op enige afstand inderdaad enkele nieuwsgierige wolvenkoppen onze kant op kijken. Bij de bruine beren hebben we nog meer geluk. We mogen Pernilla volgen tot aan het hek en omdat de dieren haar herkennen, zoeken ze ons direct op. We horen ze ademen, zien hun klauwen tegen het hek en merken hoe ze reageren op Pernilla. Toch benadrukt ze dat zelfs zij niet één voet in het verblijf van de beren moet zetten. Ook voor haar zou dat namelijk het einde betekenen, hoe lief die bruine lobbesen er ook uit mogen zien. Verderop in het park zien we onder andere nog een sneeuwluipaard, ijsberen en lynxen. Meer dan de moeite waard!
In de middag trekken we naar Mora. Daar bezoeken we Nils Olsson Hemslöjd, waar al generaties lang de bekende houten Dalarna paardjes gemaakt worden. Dat gebeurt nog altijd op de ouderwetse manier: met de hand dus. Blokjes hout worden met een scherp mes binnen mum van tijd veranderd in een paardje, dat verderop door meer dan ervaren dames met de hand beschilderd wordt. De dames doen er zo’n honderd per dag en lijken robots als ze bezig zijn. Elke streek van hun kwast is raak en wij hebben ze bij ons bezoek niet op één misser kunnen betrappen. Zet bovendien tien paardjes naast elkaar en ze lijken identiek, vakwerk dus. Voor het diner rijden we vervolgens weer naar het mooie Fryksås, waar we verwacht worden in het Fryksås Hotell. Het hotel is luxe, het restaurant voortreffelijk en het uitzicht schitterend. Vanaf onze tafel kijken we uit over de bossen en de meren en zien we het langzaam maar zeker avond worden, een ervaring op zich.
De volgende dag, onze laatste alweer helaas, worden we al vroeg opgehaald en op de trein gezet. We gaan echter nog niet direct terug naar het vliegveld, maar rijden verder naar Stockholm, om daar onze middag te besteden. Al te veel tijd hebben we niet, maar zelfs voor een middagje is de Zweedse hoofdstad een aanrader. Gamla Stan (de oude stad) is een eilandje dat op loopafstand van het station ligt en waar je onder andere het koninklijk paleis vindt. Verder is er een wirwar aan kleine straatjes vol souvenirwinkeltjes, restaurantjes en cafeetjes, allemaal in karakteristieke oude pandjes. Stockholm blijkt bovendien een stad die perfect vanaf het water te bezichtigen is. Boten vertrekken vanaf verschillende plekken en doen de verscheidene eilanden aan waarop Stockholm gebouwd is. Omdat wij te weinig tijd hebben voor een echt goede bezichtiging houden we het bij Gamla Stan en het nieuwe centrum van de stad, waar shoppers hun hart kunnen ophalen. Zelfs een flitsbezoek is de moeite waard, maar trek voor Stockholm minstens een dag of drie uit. Voor ons zit het er op. Vanaf het centraal station gaan we in twintig minuten met de Arlanda Express naar het vliegveld en twee uurtjes later staan we alweer op Schiphol. Slechts vier dagen weggeweest, maar veel ervaringen rijker.
Heb je interesse in een reis naar Zweden? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Zweden, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.