The Galapagos Manual
Op het vliegveld wordt onze grote backpack gescand en geseald. Zo'n kleine 1.000 kilometer vanuit...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Quito
(Ecuador)
, B. Cuyabeno
, C. Otavalo
, D. Maquipucuna
, E. Baños
, F. Ingapirca
, G. Cuenca
, H. Guayaquil
, I. Santa Cruz
, J. Quito
Periode: oktober 2005
Vervoer: Vliegtuig en boot
Accommodatie: Diverse
Organisatie: Baobab
Machiel brengt me weg naar Schiphol. Onderweg merken we al dat het afscheid zwaar zal worden. Op het vliegveld moeten we inderdaad samen huilen als we elkaar nog een cadeautje geven. Bij het inchecken zie ik Mirjam al (van de Zuid-Afrika reis). Bij de gate ontmoeten we de rest. De groep lijkt me leuk. Het is wel een vrouwenclubje. Een kwartier te laat gaan we de lucht in. Errug veel huilende baby's aan boord. De film, Mr. & Mrs. Smith, heb ik al gezien en ga daarom maar wat lezen. Als de lampen uitgaan, doe ik mijn ogen dicht. Slapen kan ik toch niet. Op Bonaire is het warm (27 graden), 3 uur 's nachts en het regent. We mogen 1 uurtje het vliegtuig uit.
Een korte vlucht naar Guayaquil in Ecuador. Het is nog steeds donker, maar soms zien we wat lampjes. De baby's worden ongeduldig. We zien een vulkaantop en vele lampjes in Guayaquil. Deze stop duurt erg lang, omdat een aantal passagiers niet op komt dagen. Tijdens het 3e traject verdwijnen de wolken en zien we de Andes en de besneeuwde vulkaan Pichincha. Op het vliegveld van Quito ontmoeten we onze reisleidster Nella, een spontane vrouw van 41. De bus is nieuw, dus stiekem vrij luxe, en brengt ons naar ons hotel midden in het oude centrum. Het is pas 9 uur 's ochtends, maar het lijkt wel laat in de middag.
We raken direct onze dollars kwijt aan de maaltijden in de jungle en de groepspot. Nella vertelt ons wat over Ecuador en de reis, en erna neemt ze ons mee naar het oude centrum voor een korte rondleiding. De kerken zijn gesloten en het wisselen van de wacht in het presidentieel paleis gaat wat somberder dan normaal, omdat de mannetjes nodig zijn voor een oefening. Het oude centrum is mooi met koloniale gebouwen en pleintjes, maar niet echt groot. We merken wel de enorme stank van uitlaatgassen op. We lunchen op het terrasje bij de San Francisco. Kleine kinderen willen ons van alles verkopen. Erna gaan we met z'n 8-en een wandeling door de stad maken. De kerken zijn nog steeds dicht. We besluiten om naar de basiliek te lopen. Het is best wel een klim, maar boven mijn verwachtingen in gaat het vrij soepel. In de basiliek gaan we ook helemaal naar boven. Ondertussen gaat het flink regenen en onweren. Dat blijkt normaal te zijn in Quito. De bliksem bij de heuvel is erg fascinerend. Het regent inmiddels wat minder als we het stuk weer teruglopen naar het hotel. Daar stuur ik een mailtje en sorteer ik mijn spullen voor de jungletocht. 's Avonds bij het eten in het hotel moeten we iets over onszelf vertellen. Iedereen is doodop en gaat om half 9 al slapen.
Ik word vrij vroeg wakker, omdat ik al 7 uur heb geslapen. Na het ontbijt gaan we op weg naar het vliegveld. We maken een korte stop om Nella's huis te bekijken. Veel achterstallig onderhoud, maar het heeft echt zijn charmes. En mét een geweldig uitzicht over Quito. De informatievoorziening op het vliegveld is erg slecht en we weten niet wanneer we mogen boarden. Uiteindelijk vertrekken we een uur te laat naar Lago Agrio. Daar regent het ontzettend hard. De ranchera pikt ons op voor de deur. Niemand wil op het dak. Nella zegt dat we geluk hebben, omdat een deel van de weg al geasfalteerd is. Nou, dit is volgens mij een stuk van minder dan een kilometer. Daarna is het hobbelen over een onverharde weg met een oliepijplijn ernaast. Opmerkelijk zijn de vele verkeersdrempels. De bebossing wordt steeds dichter.
We lunchen (kip + rijst + vaag bananenkoekje) in een dorpje. Nog 1,5 uur te gaan. Eindelijk komen we bij Nationaal Park Cuyabeno aan. Het regent nog steeds. De kano wiebelt nogal als ik instap. Onhandig die poncho. De omgeving is echt heel mooi. Typisch jungle. Maar het wordt al snel donker en de regen maakt het er ook niet leuker op. Na 1 uur heeft iedereen het wel gezien, maar dan moeten we nog 2 uur. We zien enkele kaaimannen en veel vuurvliegjes. Het kamp bestaat uit niet meer dan 2 open hutten: 1 om in te slapen en 1 om in te eten. De slaapplaatsen met klamboe worden klaargemaakt. Om 10 uur eten we pas. Erna nog wat raadseltjes opgelost. Om 12 uur zochten we onze klamboetent op, maar eerst moeten we onze huisgenoten allemaal opruimen. Een hoop gegil. Aan de buitenkant van een tent zit een wandelende tak. Dan gewoon ogen dicht doen en slapen. Helaas moet ik 's nachts in het donker de wc opzoeken.
We worden wakker van de vele jungle geluiden: krekels, andere insecten en vele vogelsoorten. Sommigen wagen een koude douche. Ik pas voor vandaag. Ik maak wat foto's en ontdek wat blauwe lucht. Het is in ieder geval droog. Na het ontbijt passen we de laarzen en gaan met de kano weer verder de rivier op. We zien vele vogelsoorten waaronder 2 groepen rode ara's. Er vliegen ook veel grote blauwe vlinders. Dan beginnen we met de jungletocht. Jose leidt ons verder en vertelt o.a. over de medicinale werking van de planten. Hij laat ons ook allerlei insecten en gifkikkers zien. We glibberen lekker door de modder en moeten via een boomstam een riviertje oversteken. Een pittige tocht, maar zeer goed te doen. We komen uit bij een dorpje (Puerta Bokvar) van de Siona indianenstam. We geven de kinderen wat pennen en zo. Eentje is bang van ons en gaat huilen. Bij een gezin gaan we yuccapannenkoeken eten. Ze laat ons het hele proces zien: van wortels verzamelen tot het bakken. Een heel karweitje dat ze 3x per dag doet. Op de terugweg zien we een luiaard in een boom hangen. We hebben een late lunch (tilapia) en erna gaan we piranha's vangen. Met een tak met een snoertje en haakje gaan we hengelen. We slaan met de stok in het water om de vissen te lokken. Ronnie vangt iets wat geen piranha is. Janine vangt de eerste en Cristel de tweede. Mirjam vangt ook nog een grote vis, maar die springt uit zichzelf weer terug. Ik vang niets, maar voel soms wel iets trekken aan het aas. Als het donker is, varen we terug. Op het kamp zien we ineens erg veel dieren: 2 tarantula's (het vrouwtje draagt een groot ei bij zich met daarin 700 mini's), een paar nachtaapjes (lichtgevende oogjes) en een gloeiworm die voor slang werd aangezien.
Ik neem toch maar een douche. Koud dun stroompje, maar ik kan mijn haren wassen. Maar als ik mij ingezeept heb, stopt de straal. Na een tijdje kan ik me mbv een klein straaltje toch afspoelen. Dan varen we in 3 Ecuadoriaanse kwartieren naar de lunchplek. Het programma wisselt elke minuut. De boottocht duurt wat langer, maar onderweg spotten we wat apen: heel kleintjes, maar ook grote zwarte. Soms stappen we uit om ze beter te kunnen zien. Als we bijna bij de lagune (Laguna Grande) zijn, worden we geroepen door een andere gids: er zit een miereneter in de boom. De hitte is veel te erg en ik verbrand snel. We koesteren elk stukje schaduw en briesje wind. Bij een kamp gaan we eten: kip + rijst (heel origineel). Bij een ander kamp gaan we wat drinken. We zien wat kleine zwarte aapjes met een wit gezichtje spelen in de bomen. Ze worden dichterbij gelokt mbv bananen. Er zitten ook 2 kaaimannen die onze restjes kip krijgen. Dan gaan we anaconda's zoeken. Jose vindt er een in een boomstam. Jacqueline ziet hem, maar als ik aan de beurt ben, is ie (door mij) niet meer te zien.
We varen weer verder naar de jungle voor onze wandeling. Het is gelukkig minder benauwd geworden. We lopen weer in een mooi stukje jungle. Dan gaan we het moeras in. Eerst balanceren op een omgevallen boomstam waarbij Cristel nog van de stam afglijdt en haar laars niet meer terug krijgt. Jose helpt even. Het is voorzichtig stapje voor stapje lopen, maar ik maak een misstap en kom tot mijn knieën in de blubber. Mijn broek is helemaal zwart. Maar gewoon verder lopen. Erna valt de wandeling mee. Midden in het pad hangt een liaan waaraan we 1 voor 1 gaan tarzannen. Na de wandeling zien we nog een beetje van de zonsondergang op de lagune. Sommigen gaan zwemmen. Ik ga niet mee, want ik heb geen flauw idee hoe ik de kano weer in moet komen. In het donker gaan we op zoek naar kaaimannen. We zien 1 grote. Later vangt de gids van de andere kano een kleine kaaiman en we mogen hem aanraken. Terug op het kamp ga ik bijna van mijn stokkie af vanwege mijn sokken. Ik voel me erg vies. Tijd voor een korte douche. Bij het avondeten eet ik een stukje piranha die de andere groep gevangen heeft.
We worden gewekt door een stel schreeuwende (of waren ze iets anders aan het doen?) melkaapjes (dezelfde als bij de lodge van gisteren). Mirjam merkt op dat mijn rugzak onder de mieren zit. Ik klop hem uit tegen een paal, maar word minstens 3 keer gestoken door wespen. Het doet erg pijn, maar ik hou er niets aan over. We varen snel terug naar de ingang van het park. Onderweg komen we nog een aap en 2 blauwe ara's tegen.
Sommigen klimmen op het dak van de ranchera als we weer de jungle uit zijn. Ik blijf beneden, omdat het nogal stoffig is. Maar ook beneden zien we er uiteindelijk vies uit. Dan weer in het vliegtuig terug. Nu zien we een aantal besneeuwde vulkaantoppen, waaronder die van de Cotopaxi. Het laatste stukje naar Peguche is weer met de eigen bus. Iedereen is sloom en probeert te slapen. We slapen die nacht in een leuk hotelletje. Maar eerst eindelijk een warme douche!
Deze ochtend gaan we naar de veemarkt in Otavalo. De markt is al bijna afgelopen, want er zijn niet veel dieren meer. Wel nog varkens en koeien in alle soorten en maten. Een hoop gekrijs. Niet alle dieren worden even vriendelijk behandeld. Hierna gaan we ontbijten in een restaurantje met uitzicht op de markt. En dan eindelijk shoppen! Bij het eerste kraampje dat ik tegenkom, koop ik al iets. Ik koop behoorlijk wat, maar kan me toch nog inhouden. De markt is erg leuk. De mensen zijn vriendelijk en niet opdringerig. Onderhandelen is een leuke sport. Meestal krijg je er zo'n 30% van af. Ze doen ook aan groepskorting. Als je iets koopt, dan proberen ze je na het betalen nog iets anders aan te smeren. We gaan lunchen in een restaurantje aan de markt. De borden zijn wel heel erg vol. Maar errug lekker. Er komen ook nog 2 bandjes spelen. De eerste zijn van die Otovalenos die je ook in Nederland ziet. Is wel leuk. Erna komt een groepje dat beter weg heeft kunnen blijven, want ze zingen heel vals.
Na de lunch brengen we het thuisfront nog op de hoogte in een internetcafé. We willen ook nog naar de watervallen van Peguche. Na een steile klim en een paar keer de weg vragen, komen we in een wijk waar net een band begint te spelen. Er is een feestje en er wordt gedanst. Bij de ingang van het park krijgen we eerst nog uitleg van een meisje over het gebied. De watervallen zijn niet zo groot, maar ik heb er geen spijt van dat we via deze omweg naar het hotel gaan. Hier drinken we nog wat bij de open haard. Om 7 uur gaan we in een pick-up wat eten in de stad. Erna luisteren we naar live Andes muziek. De versterkers doen behoorlijk hun best. Nella leert ons dansen op de muziek. De open haard is meer dan welkom. In de pauze staat er Merengue/salsa muziek op en alweer krijgen we dansles. Met de taxi gaan we weer richting Peguche.
Alweer worden we voor de wekker wakker. Vandaag gaan we naar Laguna de Cuicocha in het Cotacachi-Cayapas NP om een pittige wandeling rondom het kratermeer te lopen. Ik begin met wandelstokken, maar kom erachter dat het vanwege de grote stenen en smalle paden niet echt werkt. Het is van begin af aan al vrij zwaar. Enkelen keren om. Ik wil minstens tot het uitzichtpunt komen, maar daarvoor moeten we eerst een erg steil pad op. Af en toe even stoppen helpt. Op het hoogste punt kun je eventueel terug gaan, maar het is natuurlijk wel een uitdaging om het meer rond te gaan. Iedereen gaat verder. We lopen op de bergkam en stoppen soms weer om te genieten van het uitzicht over het blauwe kratermeer. Erna dalen we weer iets, maar het is ook weer flink klimmen. Op een punt twijfelen welke kant we op moeten gaan. We gaan maar rechtdoor, maar even later komen Barbara en Janine terug. We moeten dus omkeren. We gaan via het dal de laatste pittige klim tegemoet. Het laatste stukje is vrij makkelijk en na 5 uur bereiken we het restaurant. De wandeling was best zwaar, maar ik ben blij dat ik helemaal rond ben gegaan. Ik zit wel helemaal onder de schrammen en stof. Omdat we zo vroeg terug zijn, gaan we nog naar het dorpje Cotacachi. Dit is het ledercentrum van Ecuador. Ik loop wat rond, maar heb het eigenlijk al snel gezien. Terug in het hotel een lekkere douche en dan eten in het hotel. Daar dansen en zingen 5 kinderen van het dorp voor ons. Later komt de Nederlandse eigenaresse, Mieke, nog even praten.
Deze keer moeten we "vroeg" op, 6u15. Alle spullen zijn gepakt. Na het ontbijt gaan we een dorpentocht doen. Onze gids is een klein mannetje met opmerkelijke schoentjes die nogal haast heeft ("vamos", terwijl we nog alles aan het bekijken zijn). Eerst legt hij wat uit over Otavalo en omgeving. Over het school- en ziekenhuissysteem en ruilhandel. De samenleving is in ieder geval sociaal. Elk dorpje staat bekend om een bepaalde nijverheid. In het eerste dorpje doen ze aan manden vlechten. We zien hoe een man in hoog tempo een piepklein mandje vlecht. Er zitten ook 2 zeer zwaar geestelijk gehandicapte vrouwen. Indiaanse gemeenschappen hebben veel gehandicapten vanwege de beperkte grootte, maar ze worden goed door de familie verzorgd. Het volgende dorp is een woldorp. Eerst bezoeken we een schooltje. 'Vader Jacob' zingend gaan we naar binnen. De kinderen zingen ook wat liedjes. Ze zwaaien ons uit. Lief! In het dorp zien we hoe het wol gekamd en gesponnen wordt. Enkelen breien een trui. Ik koop een warme muts.
Van de gids moeten we weer snel instappen, want we gaan naar het weefdorp. We zien 3 manieren om iets te weven: kleden, poncho's en truien. Erna gaan we kijken hoe sisal verwerkt wordt. Na de snelle lunch gaan we naar het laatste dorp: vilten hoeden maken. Erna snel terug naar het hotel, want we moeten naar Maquipucuna (nevelwoud). Als we stoppen voor een pauze, krijgt Cristel slecht nieuws: haar oma ligt op sterven. Ze wil meteen naar huis. Gelukkig zijn we al redelijk in de buurt van Quito. Ze kan al vrij snel met het vliegtuig naar Amsterdam. We nemen al afscheid in de bus en ze gaat erna snel inchecken. We rijden verder naar het park. We komen alleen vrij laat aan. De lodge ziet er erg leuk uit, voor zover ik kan oordelen in het donker.
Als we wakker worden, zien we inderdaad veel groen om ons heen. Het stromende riviertje geeft een rustgevend geluid. Allerlei soorten kolibries vliegen letterlijk en figuurlijk om je oren. Nog voor het ontbijt maken we een vogelspotwandeling (6u30). In het begin zien we vrij veel, in het algemeen wat kleinere, vogels. De gids kan van een afstand precies zien wat voor vogel het is. Verder zien we holen en sporen van gordeldieren. We komen ook nog een amazone ijsvogel tegen die door de hevige regenval verdwaald is. Na een tijdje niets gezien te hebben, zien we ineens een erg grote toekan op een kale tak. Hij laat zijn snavel goed zien. Verderop zien we een quetzal. Eenmaal terug gaan we ontbijten en erna kiezen we voor een wandeling van 2,5 uur. Een eenarmige gids neemt ons het nevelwoud in. Hij zegt alleen niet veel. Het is erg benauwd en iedereen zweet ontzettend. Bij de rivier houden Remco en Nella een watergevecht. Het is dat Nella de pot bij zich heeft, anders werd ze de rivier ingegooid. Na 3 uur komen we terug en neem ik eerst een frisse douche.
's Middags wordt het wat donkerder en blijf ik in de lodge luieren/lezen. Anderen gaan richting waterval om te zwemmen. Als ik een hap avondeten neem, valt het verkeerd. Een uurtje rusten op bed doet wonderen. Erna geeft Nella Merengue en salsa les. De merengue is niet zo moeilijk, maar de salsa vergt wat meer oefening ("1,2,3, pam"), vooral als er wat figuren in komen. Ronnie blinkt uit in zijn a-ritmisch bewegen.
Vandaag gaan we naar de evenaar. Eerste de echte, volgens GPS (Inti Nan). Het is een museum dat erg toeristisch is ingesteld. Onze gids Carolina spreekt Engels, maar het klinkt alsof ze een ingesproken bandje afspeelt. Ze vertelt wat over de mensen die in het gebied geleefd hebben. De evenaar is dmv een rode lijn aangegeven. Dan staan we op het noordelijk halfrond en dan weer op het zuidelijk. We doen ook een aantal experimenten. Het water op de evenaar loopt recht naar beneden weg door het putje (noorden: tegen de klok in; zuiden: met de klok mee). Je kunt op de evenaar een ei rechtop zetten en je bent er minder sterk. Gedurende de rondleiding worden we gefilmd voor een Ecuadoriaans TV programma. Zondag komen we op TV! Een aantal geeft een interview. Vlak naast de officiele evenaar ligt de evenaar zoals een aantal geleerden ca 250 jaar geleden berekend heeft. Op die plek staat een monument. Jacqueline, Mirjam en ik gaan naar boven.
Na het korte bezoek gaan we naar Lasso. Onderweg in de bus verteld Nella over het hotel. Het is vroeger van een familie geweest en de laatstgestorvene wilde niet dat het een hotel werd. Deze vrouw spookt nog regelmatig rond. Zo hoor je vaak iemand op de verdieping boven je lopen, terwijl er geen bovenverdieping is. En vooral op kamers 11, 33 en 55 wordt vaak een verschijning waargenomen, ook door Baobabreizigers. Ronnie wil wel eventueel in een van de spookkamers slapen. De meesten vinden het maar een eng idee. Nella geeft ons ook nog Spaanse les in de bus. Als we in Lasso zijn, mogen we eerst naar een rozenkwekerij. Er staan bijna een miljoen rozenplanten, voornamelijk bestemd voor export, waaronder Nederland. Dan bereiken we via een oprijlaan de hacienda. En inderdaad: het is erg mooi en luxe, maar het ziet eruit als een spookhuis. Poltergeist VIII zou er zo opgenomen kunnen worden. Zelfs het personeel lijkt speciaal geselecteerd te zijn. Maar de tuin is prachtig. We zullen het vannacht wel merken (of niet, hopelijk). Ik ben te moe om Ritchies spookverhalen te beluisteren, dus ga ik maar slapen. Ik slaap niet heel vast, maar gelukkig heb ik niets gehoord.
Ronnie leeft nog en hij heeft vannacht geen bezoek gehad. Om 6 uur zitten we al aan het ontbijt, want we gaan naar de veemarkt van Saquisili. Alweer een hoop gekrijs van varkens en koeien. Nu hebben ze ook lama's. Erna bezoeken we de groentemarkt. Veel kleuren en veel soorten vruchten en groenten. Er zijn ook geroosterde cavia's, maar die hoef ik niet zo nodig te zien. De markt is wel leuk om een keer over heen te lopen, maar niet bijzonder genoeg om ervoor om te rijden. Dan een spannend moment: de Cotopaxi. Al vaak hebben we besneeuwde vulkaantoppen gezien en nu gaan we erop! We zien hem vanwege de wolken nog niet. We rijden langzaam omhoog met open ramen om te acclimatiseren. Ook stappen we om deze reden af en toe uit. De bus kan tot 4500 m komen. Omdat het lijkt alsof de zon door wil breken, besluiten we naar boven te gaan. We kleden ons dik aan, want het is nu niet bepaald warm. We kiezen voor het zigzagpad. Ondanks onze snelle ademhaling en het snel moe worden, valt de klim me ontzettend mee; ik had het namelijk veel zwaarder verwacht. De laatste meters komen we in een sneeuwstorm terecht. De sneeuw snijdt in je gezicht. Gelukkig duurt het niet lang en zien we ineens de berghut. Dan hebben we allemaal de 4800 m bereikt!
Niemand heeft last van hoogteziekte. In de hut drinken we thee en erna gaan we weer naar beneden. Ik kies voor het steile pad. Het gaat redelijk, alleen vind ik de snelheid soms iets te hoog en je kunt niet afremmen. Als iedereen beneden is, gaan we naar Baños. Het is een lange rit, maar onderweg zien we de Tungurahua vulkaan die rookpluimen uitspuugt. Een erg mooi gezicht.
Er was te veel geluid 's nachts om goed te kunnen slapen: muziek, ca 15 kanonsschoten, de telefoon en bouwvakkers. In de ochtend gaan we naar de thermaalbaden, waar Baños om bekend staat. Het bad van ca 37 graden is heerlijk. Daar zit ik dan ook een tijdje in. Dan wil ik ook wel in het 54 graden bad. Heet! Gewoon rustig blijven zitten, dan gaat het wel. Je moet niet bewegen. Ik kan vanwege het drukke programma maar even blijven. Onderweg naar het pleintje komen we ook nog in een hal waar een verpleeghuis een danswedstrijd aan het houden is. Best komisch om te zien. Hierna 'even' internetten. Machiel komt online, dus het was weer leuk kletsen. Hierna snel wat foto's van het stadje maken. Het is wel aardig, maar niet leuk genoeg om er uren door te brengen. Bovendien is het erg toeristisch.
Na de lunch gaan we paardrijden. Op kleine paardjes gaan we de bergen in. Angela heeft een pittige en Jacqueline een chagrijnige. Elke keer als je hem in wilt halen, hapt ie. De omgeving is erg mooi en we galopperen zo nu en dan. Bij het kruis boven op de berg hebben we een overzicht over Baños. Via een steil, smal pad gaan we weer omlaag. Na ruim 3,5 uur zijn we weer in de stad. 's Avonds vieren we de verjaardag van Jacqueline en proberen enkelen cuy, oftewel: cavia.
Ik voel me erg misselijk. Ik eet wat van het ontbijt, maar elke hap staat me tegen. Dan gaan we naar de Chimborazo: de hoogste berg van Ecuador, ook weer met een mooie sneeuwtop. We doen een spelletje: wie het eerst een vicuña ziet. Ik win. De parkeerplaats is op 4800 m. Ik ga niet mee naar boven, omdat ik me erg zwak voel. In de bus wordt het er ook niet beter op. Ik voel me zwak, ziek en misselijk. Ik neem wat ORS in. Mijn ogen vallen dicht, maar ik mag boven de 3500 m niet slapen. In Riobamba kan ik nauwelijks op mijn benen staan. Ik koop 2 flessen baby ORS drankjes. Bij Remco hebben ze gewerkt. Als ik wat drink, voel ik me al iets beter. In een café gaan we de voetbalwedstrijd Ecuador-Uruguay kijken. Ik drink een cola en het gaat weer beter me me. De sfeer is wel grappig. Telkens als de bal richting doel gaat, schreeuwt iedereen, vooral de vrouwen. Wij doen net zo hard mee en zwaaien met onze vlaggetjes. Ecuador speelt gelijk, wat betekent dat ze naar het WK in Duitsland mogen. Erna gaan we naar Urbina. Hier ligt een oud station waarin we slapen. Leuk sfeertje, maar ontzettend koud.
Na even gerild te hebben, val ik in slaap en heb het eigenlijk helemaal niet meer zo koud. En ik voel me ook weer goed. Om half 5 worden we door Nella gewekt. Ontbijten doen we niet, want we moeten snel naar Riobamba om de trein te pakken. We willen natuurlijk de beste plekken. De Djoserbus zit achter ons, maar die raken we kwijt. Bij het station pakken we snel 2 kussens en we blijken de eersten te zijn. Dus kiezen we de beste wagon: een na laatste (ivm dieseldampen), aan de rechterkant (ivm mooiste uitzicht) op het dak. Dan is het nog ruim een uur wachten op vertrek. Hij vertrekt zelfs 3 minuten te vroeg! Maar het juichen is te snel, want al snel stopt ie. Stoppen doet de trein wel vaker, soms om iets/iemand te laden of af te zetten, soms omdat er iets op het spoort ligt, soms om onbekende redenen. Af en toe gaan we ook een stukje terug. Reden is ook weer onbekend. Het zit nog eens niet zo heel erg slecht. Het uitzicht is prachtig: bergen, akkers, kinderen die van ons snoep toegegooid krijgen, bussen met schapen erop, Nella en Ciro die ons regelmatig opwachten om ons te begroeten.
Na 4,5 uur komen we in Alausi aan, vanwaar de Nariz del Diablo begint. Dit is een berg in de vorm van een neus. Het traject is zo genoemd, omdat het een zeer moeilijk traject is. Zigzaggend gaan we naar beneden (voor- en achteruit) het dal in. Beneden worden de wagons gererangeerd, wat even duurt. Dan gaan we weer naar boven. We zijn vrij snel weer terug, omdat alles goed gegaan is en we niet ontspoord zijn. De Nariz del Diablo is mooi, maar misschien vind ik het eerste stuk wel mooier. Erna gaan we met de bus naar Ingapirca. Het is nog twijfelachtig of we hier naar toe kunnen gaan. Ze zijn namelijk in het dorp aan het staken, omdat ze niet profiteren van de inkomsten van het toerisme van de ruïnes. Maar vanwege een lang feest worden de stakingen even opzij geschoven. De weg is erg mistig en andere auto's halen gevaarlijke capriolen uit. De weg wordt soms geblokkeerd door arme kinderen. We geven hun wat eten. De eigenaresse van het hotel begeleidt ons het laatste stuk, mochten de dorpelingen toch moeilijk gaan doen. Maar er is geen enkel probleem. Na het eten gaan we naar het feest in het dorp. Volgens Nella is het heel leuk. Er worden 'globos' op gelaten (een soort miniluchtballonnen). De vaca loca (gekke koe) maakt een rondje over het plein. De sfeer zit er nog niet echt in. Dan begint er ook nog een soort missverkiezing. 7 meisjes zijn een beetje raar aan het dansen. Nog steeds vindt niemand er iets aan en gaan we terug naar het hotel. We zijn ook hartstikke moe vanwege de lange dag.
In de ochtend bezoeken we het incacomplex Ingapirca. Een moeilijk verstaanbare gids vertelt ons over de geschiedenis. De Inca's en de Cañari's leefden er samen. De Inca's hadden de zonnetempel en gebruikten blokken stenen en de Cañari's bouwden de maantempel en gebruikten ronde stenen uit de rivier. Veel is gereconstrueerd en nu weten ze nog niet altijd overal van van wie het is. Zelfs gisteren was er weer een vergadering hierover en waren de archeologen het ermee eens dat de maantempel door de Cañari's is gebouwd. Het is voor de verandering een keer warm en ik rits mijn broek af. Dat had ik beter niet kunnen doen, want het gaat nogal hard gieten. In Cuenca hebben we een snelle lunch, maar omdat het nog steeds plenst, gaan we maar het internetcafé in. Na het avondeten gaan we een echt café in, alleen ze sluiten al om 23u15. Dan maar terug naar het hotel.
Vandaag hebben we een vrije dag in Cuenca. Omdat het droog is en het zonnetje schijnt, gaan we eerst het stadje verkennen. Op het centrale plein heb je de nieuwe en de oude kathedraal. Op het plein zelf zitten heel wat fotogenieke Ecuadorianen. Als we naar de winkelstraat gaan, worden we een heel stuk gevolgd door een man. We raken hem kwijt als we een kitscherig winkeltje a la Euroland in gaan. We gaan ook nog naar een heel leuk souvenirwinkeltje. Via de markt lopen we weer terug richting hotel. Daar in de buurt gaan we lunchen en dan giet het ineens weer. Met onze poncho's aan lopen we naar het Museo del Banco Central. Dit museum heeft verschillende afdelingen, waaronder een religieuze en een munten. De leukste is echter een verdieping over de verschillende indianenstammen. Je ziet hoe elke stam leeft en woont en wat voor voorwerpen ze gebruiken. 's Avonds gaan we eten in een ontzettend leuk restaurant: Eucalypto. Een soort internationale tapasbar. Mirjam en ik bestellen samen wat gerechtjes.
Gelukkig is het (nog) droog als we naar NP el Cajas vertrekken. Gids Xavier loodst ons door het park, dat op ca 4000 m hoogte ligt. Cajas bestaat uit páramo hoogvlakte met meer dan 200 meertjes. De eerste indruk is meteen goed. Een erg mooi gebied. Hieruit blijkt alweer hoe gevarieerd Ecuador is. Vanwege de hoogte kosten de klimmen veel energie, maar voor de rest valt het ontzettend mee. Als we door een klein bos lopen, wordt het bevestigd dat de Lord of the Rings ook hier opgenomen zou kunnen zijn. Via 2 grote meren lopen we terug. We horen flink de bliksem en zien het wel erg donker worden achter ons. Gelukkig gaat het pas regenen als we weer in de bus zitten. In Cuenca bel ik Machiel even, want hij is vandaag jarig. Erna sorteren we de spullen voor de Galapagos. Alweer eten we bij Eucalypto en daar nemen we ook afscheid van Ciro.
In de bus naar Guayaquil doen we een quiz met vragen over Ecuador. We verdelen de groep in 2-en, de Bááános en de Pollo's en eht gaat erom wie het snelste 'ja!' roept. Het gaat redelijk gelijk op, maar uiteindelijk winnen de kippen. Was wel lachen. We zijn al snel in Guayaquil en de drukkende hitte komt op ons af. We horen van Nella hoe onveilig de stad is. Iedereen heeft nu al een hekel aan de stad. Toch neem ik mijn fototoestel mee tijdens de korte rondwandeling. Gelukkig maar, want in het park wonen honderden leguanen. De beesten zijn vrij groot en tam. Je kunt ze aaien. Overal zijn ze. Sommige klimmen in de boom. Dan gaan we naar de boulevard, de Malecon 2000. Deze is in 2000 ingericht om de stad aantrekkelijker te maken. Het ziet er inderdaad mooi uit en overal loopt beveiliging rond. Het lopen gaat vanwege de hitte alleen niet zo hard. Dan beginnen we aan de 444 treden van Las Peñas, een erg mooie, opgeknapte wijk. Ik wil eerst niet mee naar boven, maar ben al aan het klimmen voordat ik er erg in heb. We gaan nog de vuurtoren op en hebben een mooi uitzicht over de stad. Ach, zo erg is de stad ook weer niet.
Galapagos are coming today! We vliegen in de ochtend en als we bijna geland zijn, zien we alleen nog maar zee: de landingsbaan ligt direct aan zee in San Cristobal. We wachten een uur op de 3 anderen als blijkt dat ze er al lang zijn. Het zijn 3 Spaanse vrouwen. Bij de aanlegsteiger zien we al zeeleeuwen; enkele liggen in bootjes. Onze boot heet 'Amigo'. Het ziet er best gezellig uit, hoewel de hutten erg klein zijn. We gaan eerst wandelen op het piepkleine eilandje Los Lobos. Al snel zien we een kleine lavahagedis. Over de lavablokken lopen we over het eiland. Op een stukje zitten tientallen zeeleeuwen. We kunnen tussen ze door lopen: ze zijn niet bang. De kleintjes komen zelfs naar je toe. Andere spelen of drinken bij hun moeder. Sommige roepen hun moeder. Vrouwtjes schreeuwen wat en mannetjes brullen. Het is zo geweldig dat je zo dichtbij kunt komen. Op de rotsen liggen ook erg veel krabben. Erna gaan we snorkelen. Ik moet erg wennen aan het ademen. De zeeleeuwen zwemmen om je heen en onder je door. Ze kijken je echt aan en dagen je uit. Na het eten gaan we weer aan land omdat er een kinderfestival is. Ik ben eigenlijk veel te moe om het leuk te kunnen vinden.
Ik heb verschrikkelijk slecht geslapen. Het bed is zo hard als beton en de motor maakte te veel lawaai. Hier blijken meer mensen last van te hebben. Inmiddels zijn we bij Santa Cruz aangekomen. Op het eiland gaan we eerst op zoek naar flamingo's. In een poeltje zijn er 2, maar een groepje zeeleguanen trekt meer onze aandacht. Op de rotsen zien we ook veel Sally Lightfootkrabben, maar die zijn wat schuw als je te dichtbij komt. Op het strandje gaan we wat zonnen en snorkelen. Op het land zien we hier en daar pelikanen, maar in de zee zwemt niets bijzonders. Na het snorkelen gaan we wandelen op Seymour. De zee is nu erg wild en het is dan ook niet zo makkelijk om de panga op- en af te gaan. Direct aan land zit een zeeleeuw met jong midden op het pad. Het kind is erg jong, want hij heeft nog een stukje navelstreng. Erg lief om te zien. Vera komt iets te dicht in de buurt en de moeder haalt uit. Er zitten nog meer jongen en eentje roept om zijn moeder en zijn moeder roept terug. Dan vinden ze elkaar. Erg vertederend! Er gebeurt zoveel meer rondom ons heen. Fregatvogels vliegen, blauwvoet jan-van-genten duiken, pelikanen zitten op rotsen. Verder op land zien we tientallen fregatvogels. Sommige mannetjes blazen hun rode keelzak op. Er zijn ook veel nesten te zien met allerlei jongen. De blauwvoet jan-van-gent op een steen trekt veel aandacht. Hij laat zijn blauwe voetjes goed zien. We komen ook enkele landleguanen tegen. Deze zijn feller gekleurd dan de zeevariant. Dan komen we in het territorium van een mannetjeszeeleeuw. Hij komt luid brullend op ons af lopen. Snel weg dus. We genieten ook van de mooie zonsondergang. Terug op de boot ligt bijna iedereen te slapen op de deining van de golven. De zee is best wel erg wild. Als ik opsta om naar bed te gaan, word ik ineens zeeziek, maar eenmaal in bed heb ik heerlijk geslapen.
In de ochtend gaan we naar Isla Bartolome. Op dit eiland heb je weinig dieren, maar gaat het om het landschap. Het is het jongste Galapagos eiland (700.000 jaar) en je ziet het donker vulkanisch gesteente hier erg goed. Er groeien weinig planten. Flink wat trappen brengen ons naar het hoogste punt, vanwaar we een mooi uitzicht hebben. Helaas zijn hier ook behoorlijk wat andere groepen. Direct daarna gaan we snorkelen. Nu moeten we vanaf het strand de zee in en het duurt me een eeuwigheid voordat ik helemaal door ben. In het begin ben ik weer met mijn snorkel aan het stoeien, maar later geniet ik van de onderwaterwereld. Er zijn weer heel wat gekleurde en ongekleurde vissen te zien. Er zwemt ook een grote schildpad heel dicht in de buurt. We gaan tegelijkertijd weer naar boven. Daar zie ik ook een zeeleguaan zwemmen. De panga brengt ons naar een plekje waar haaien zouden moeten zitten. We zien ze niet, maar wel weer meer vissen en ook grote zeesterren. Een pinguin zwemt eerst aan het oppervlak, maar vlak erna schiet hij werkelijk pijlsnel weg. Ik blijf nog wat dobberen als een zeeleeuw het water in komt. Die komt echt met ons spelen. Hij komt recht op je af zwemmen en kijkt je strak aan. Hij zwemt continu om je heen. Dit blijft maar doorgaan. Als je even niet oplet, komt hij vanzelf weer aandacht vragen. Met de panga worden we weer naar het strand gebracht en gaan we meteen door naar de boot.
's Middags gaan we weer naar Santa Cruz. Daar is een mangrovebos, black turtle cove. In het begin zien we niet zo veel, maar als we door de kleinere wateren varen, zien we een aantal 'spotted eagle' roggen. Nog verder een groot aantal erg grote zeeschildpadden die zich traag voortbewegen. Vele pogingen om de kop te fotograferen als ze boven komen om te ademen, mislukken. Op de weg terug zien we een kleine 'white tipped' haai, maar later worden ze groter en zijn ze in scholen. Na het diner varen we naar Islas Plazas en wordt de zee weer wilder. Toch maar voor de zekerheid een reisziektepilletje innemen. 's Avonds spelen we hints. Erg lachen, want sommige woorden zijn echt niet te raden.
De dag begint met een ochtendwandeling op het noorder Plaza-eiland. De zeeleeuwen verwelkomen ons weer. Deze keer gaan de mannetjes flink te keer. Hier blijkt helaas ook dat niet elk jong zijn moeder kan vinden: er ligt hier en daar een dood zeeleeuwenjong. Op het eiland staan vele hoge cactussen. Dit is voer voor de landleguanen. We zien er een dan ook heerlijk eten. Bij een klif waait het zeer hard. Dit plekje is erg fotogeniek. De golven komen hoog op de rotsen terecht. Hier zien we de erg mooie 'red-billed tropic bird'. Helaas moeten we weer verder, want de volgende groep komt. De hoge golven brengen ons naar Santa Fe. Het gaat zo te keer op de boot, dat de meeste mensen plat liggen op het dek. Ik sla zelfs de lunch over. Ik twijfel nog of ik mee zal gaan snorkelen, maar ben het zo leuk gaan vinden dat ik toch ga. Het baaitje ziet er rustig uit en het water is erg blauw. Langs de rotsen zien we weer de bekende gekleurde vissen, maar dan zien we een grote 'white-tipped' haai. En nog een en nog een. Erg dichtbij. Ze zoeken alleen snel hun schuilplaats onder de rotsen weer op. Een zeeleeuw probeert spelend de haai uit zijn hol te lokken. We moeten oppassen voor enkele mannetjes zeeleeuwen die in de buurt zwemmen. We snorkelen daarom verder en zien een aantal zeeschildpadden. Later die middag maken we een wandelingetje over het eiland. Natuurlijk blijven we weer lang hangen bij de zeeleeuwen. Het eiland ziet er doods uit met de witte bomen en grijs lavagesteente. Ook hier komen we de landleguaan tegen. Op elk eiland heeft ie een eigen kleur en hier is ie lichtgroen/grijs. De vaart naar Santa Cruz gaat een stuk rustiger. Maar de zee bedenkt zich en laat de boot behoorlijk schudden. Dan maar weer plat liggen. Gelukkig gaan we pas eten als we in Porta Ayora zijn aangekomen. Vervolgens gaan we aan wal. Het dorpje is alleen een beetje uitgestorven.
Het weer ziet er een beetje somber uit. De bus brengt ons naar 2 vulkaankraters. Ze zijn erg diep en groot. Leuk om even gezien te hebben, maar niet iets om lang bij te blijven. Dan gaan we verder naar de landschildpadden. Die zijn ooit bij een boerderij terecht gekomen. We zien er vrij veel. Meestal trekken ze snel hun kop in, maar vandaag blijkbaar niet. Eentje is lekker aan het eten en er liggen ook een paar in een poeltje te badderen. De laatste 'excursie' van de ochtend is de lavatunnel. Deze is ontstaan doordat het lava aan de buitenkant snel afkoelde en binnenin nog doorstroomde. Deze tunnel is 300 meter lang. Hij is vrij hoog, maar op 1 punt moeten we 1,5 meter kruipen. Dan zien we het licht aan de andere kant weer. Na de lunch hebben we wat tijd om te internetten en souvenirs te kopen. We verzamelen ons om te lopen naar het Charles Darwin onderzoekscentrum. Voor de verandering is het een keer heet. Het centrum is aardig, maar de gids vertelt erg langdradig en de dieren hebben we natuurlijk ook al in het wild gezien. Het was wel leuk om Lonesome George te zien. Hij heeft nog steeds geen partner gevonden.
De vaart naar Floreana zou erg wild worden, dus voor de zekerheid maar 2 pilletjes ingenomen. Ik was 's nachts wel aan het schudden in bed, maar ik had het erger verwacht. Om 8 uur gaan we het land op. Natuurlijk zijn de zeeleeuwen er weer. Er komt een erg groot mannetje aangerend, dus even een stapje opzij. We zien dat hij behoorlijk gewond is. Hij gaat op een ander mannetje af. Ze beginnen samen flink te brullen. We lopen naar een meertje waar wat flamingo's zijn. Erna naar een ander stransje om in de branding naar jonge 'sting' roggen te zoeken. Zo her en der vind je ze, als je ze niet met een stuk zeewier verward. Eenmaal terug op de boot trek ik snel mijn badpak aan om te gaan snorkelen bij Devil's Crown. We moeten vanwege de sterke stroming bij elkaar blijven. We zien alweer grote scholen vissen. Soms is het even flink flipperen om tegen de stroming in te gaan. Op de bodem liggen vele zeesterren. De meeste zijn erg groot en met allerlei kleurtjes. Er ligt een zeeschilpad onder een steen die speciaal voor ons even adem komt halen. Ik zwem op nog geen 30 cm van hem. Dan schiet er ook nog een zeeleeuw onder ons door. We worden verwend met de lunch: frietjes met garnalen in een laagje. De volgende bestemming is Post Office Bay. Dit is het vroegere postkantoor (vanaf 1793). Zeelui postten een brief en keken of er toevalig post voor een bekende of stadsgenoot bij zat. Het kan daarom wel een aantal jaar duren voordat iets bezorgd werd. Ik stop er een brief voor mijn ouders in, omdat die in ieder geval over 5 jaar nog op hetzelfde adres wonen. We vinden er brieven bestemd voor heel de wereld, behalve Nederland. Een stukje verderop heb je een andere lavatunnel. Deze komt uit op zee. We gaan er in en glijden soms weg over de losse steentjes. Sommigen lopen nog 50 m door het water, maar daar heb ik geen zin in: ik zou tot mijn kont nat worden. Het is buiten erg heet en daarom verlangen we naar het aansluitend uurtje strand. Daar zijn 2 jonge zeeleeuwen erg dichtbij (soms tot minder dan een meter) aan het spelen. Ziet er erg lief en komisch uit. Ze trekken zich niets van ons aan. Remco en Brenda waren heel even weg en komen terug met goed nieuws: hij heeft haar ten huwelijk gevraagd.
Om 8 uur gaan we aan land van het laatste eiland: Española. Een mannetjes zeeleeuw is zich flink druk aan het maken. 5 kleuters zijn in een poeltje aan het spelen. Op het strand ligt ook een grote groep zeeleguanen. Op de andere eilanden zijn ze helemaal zwart, maar deze hebben ook wat rood. Een wandeling over de lavastenen brengt ons bij het vogelgebied. Er zijn veel gemaskerde jan-van-genten. Een mannetje en een vrouwtje hebben elkaar net gevonden. Een ander zit 2 eieren uit te broeden. Tegelijkertijd gaan veel zeeleguanen richting zee. Een stukje verderop zijn 2 albatrossen een paringsdans aan het doen. Een erg komisch gezicht hoe ze lopen, met hun hals bewegen en met hun snavels elkaar 'kussen'. Bij de klif heb je een 'superblow'. De golven komen daar in een zeer smalle spleet en door de kracht spuit het water tot 20 m omhoog. 's Middags gaan we weer snorkelen, maar ik blijf samen met een paar anderen achter op het strand. Zo houd ik alles droog en wat er te zien is, staat toch al op de foto. Een babyzeeleeuw zoekt het water op. Erna komt een jonge zeeleeuw naar ons toe. Hij snuffelt aan onze spullen. Als hij op een halve meter afstand zit en na een geluidje nog dichterbij komt, ga ik toch maar opzij. Hij snuffelt aan Ritchie. Dan zoekt hij zijn slaapplaats weer op. Voor het avondeten nemen we afscheid van de bemanning, die zich weer in hun mooiste kleding heeft gehesen.
We gaan weer aan land! Hoewel de Galapagos heel bijzonder zijn, zijn 8 dagen op de boot toch niet al te fijn. Met de bus cruisen we door naar Santa Cruz. Een pontje brengt ons naar Baltra. Voor de laatste keer loop ik langs de souvenirshops. Ons vliegtuig steigt bijna een uur te laat op. 's Avonds wil iedereen vroeg slapen en daarom gaan we eten in de buurt van het hotel. Volgens Nella is er maar één fatsoenlijk restaurant in het oude centrum. We gaan er heen en zien dat het wel een heel erg chique bedoeling is. In onze vieze kleding en afritsbroeken met bergschoenen gaan we er toch eten.
Volgens het programma hebben we een vrije dag in Quito, maar Nella heeft een alternatief: banden raften in Mindo. Al vroeg gaan we met het openbaar vervoer naar Mindo. Nella's vriend Henry gaat ook mee. Taxi pick-ups brengen ons verder naar het dorp. De banden zijn in een bloemvorm aan elkaar geknoopt. Je zit aan de binnenkant op de rand met je benen richting de buitenkant. Er gaat een gids mee om ons de goede weg op te duwen. De eerste minuten lig ik dubbel van het lachen. We gaan met de sterke stroming mee en hobbelen over stenen. Het water staat niet zo hoog en de gids moet ons soms echt verder duwen. We helpen mee door te 'humpen', maar volgens Remco doe ik het niet hard genoeg. De banden liggen soms bijna verticaal, wat betekent dat je achterover komt te liggen, een enkele keer met kopje onder. Maar het blijft leuk. Als wij gestrand zijn op een aantal stenen, worden we door de 2e raft ingehaald. Na 3 kwartier komen we aan. Dan lopen we in een 'Ecuadoriaans' halfuurtje naar een vlindertuin. Er zijn veel vlinders, groot en klein, alleen zijn ze niet erg beweeglijk. In Quito nemen we de trolleybus naar het nieuwe centrum. Henry laat zijn sieraden zien. Erna gaat iedereen weer terug om de laatste spullen in te pakken.
Vroeg op om het vliegtuig te halen. Het inchecken duurt errug lang en als we aan de beurt zijn, blijkt waarom: het vliegtuig heeft 8 uur vertraging. Omdat het in Amsterdam technische problemen had. Marion en Janine zorgen ervoor dat we allemaal kort naar huis mogen bellen in het kantoor van de KLM. We profiteren van onze lunchcoupon en gaan daarna door de douane. Daar doden we de tijd met een potje Uno en er komen wat sandwiches. Om 18u30 komt dan eindelijk het vliegtuig. We blijken echter eerst naar Guayaquil te vliegen. In het vliegtuig krijgen we voor het eerst wat uitleg. Door een technische storing is het vliegtuig te laat uit Amsterdam vertrokken. Vanwege slecht weer op Bonaire moest het vliegtuig uitwijken naar Curaçao. Omdat het vliegtuig niet in het donker in Quito mocht landen, deed het eerst Quito aan en erna Guataquil. Om 8 uur vliegen we dan eindelijk naar Bonaire. Er zit een zeur schuin achter me en de stoel naast me is leeg. Op Bonaire kunnen we niet direct weg, omdat de bliksem in de verkeerstoren is ingeslagen en alles handmatig moet worden doorgegeven. Het vliegtuig is inmiddels overvol. Ik ruil met iemand achter me, zodat ze naast haar vriend kan zitten. Dan vraagt de stewardess of ik nog een keer kan ruilen, omdat dan een gezin naast elkaar kan zitten. Maar dan zit ik niet meer aan het gangpad en naast die zeur. Ik zeg vriendelijk dat ik graag wil blijven zitten. We hebben soms wat turbulentie, maar toch val ik soms (kort) in slaap.
Als het vliegtuig aan de grond staat, ga ik er snel uit. We worden door drugshonden gecontroleerd. Ik loop snel door en zie Machiel aan de andere kant van het raam staan. Als de bagage komt, neem ik afscheid van de groep en ga snel door om Machiel weer te zien. Ik kan terugkijken op een heel bijzondere reis.
Heb je interesse in een reis naar Ecuador? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Ecuador, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.