Bafing National Park
Het Bafing National Park ligt in het zuiden van Mali en is opgericht op 1 juli 2000. Het park is 5.000 km² groot en het enige beschermde gebied voor chimpansees in het Mandin Plateau gebied. Bossen domineren vooral in dit park.
Het Bafing National Park ligt in het zuiden van Mali en is opgericht op 1 juli 2000. Het park is 5.000 km² groot en het enige beschermde gebied voor chimpansees in het Mandin Plateau gebied. Bossen domineren vooral in dit park.
In het westen van Mali ligt het Boucle du Baoule National Park. Hier komen maar heel weinig dieren voor. Het park staat vooral bekend om zijn prehistorische rotsschilderingen en graven. In 1999 kwam het park op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te staan.
Het Wongo National Park is een wat kleiner nationaal park in het zuiden van Mali. Het is opgericht op 16 januari 2002 en is zo'n 534 km² groot.
Een bezoek aan de stad Gao is ook de moeite waard. Het is een echte handelsstad, en beschikt over twee markten die leuk zijn om te bezoeken. Ook de moskee met de tombe van Askia is in deze stad te bezichtigen. De tombe is een monument dat nu op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. In de tombe is Askia Mohammed I begraven. Hij was de allereerste keizer van het Songhai Imperium. Aan het eind van de 15e eeuw is de tombe gebouwd. Daarnaast is het erg leuk om een bezoek te brengen aan het Etnografisch Museum in Gao.
Tijdens een bezoek aan Mali mag het Dogon-gebied niet ontbreken. Met een gids wordt je als bezoeker rondgeleid door het gebied. De bewoners leven nog steeds volgens eeuwenoude tradities, de gids kan je hier veel over vertellen. Ook de Dogon Vallei is bijzonder om te bezoeken. Het Dogon volk vestigde zich hier aan het eind van de 11e eeuw, en er zijn nu nog steeds Dogon dorpjes.
In Mali zijn vaak kleine winkeltjes te vinden waar allerlei producten gekocht kunnen worden. Vooral in de grote steden zijn er veel winkels. De winkels in Mali zijn meestal van maandag t/m zaterdag geopend van 8.00 tot 12.00 uur en van 15.00 tot 18.00 uur. Sommige winkels zijn op vrijdag en zaterdagmiddag gesloten. Ook zijn er veel markten waar allerlei producten en spullen gekocht kunnen worden.
Ieder jaar in januari wordt er in de woestijn iets buiten Timboektoe genaamd Essakane het Festival au Désert gehouden. Dit is het grootste festival van heel West-Afrika en het duurt drie dagen. Circa 30 artistieke groepen vanuit de hele wereld zijn aanwezig om op hun eigen manier kunst te presenteren. Het is een erg cultureel festival met veel traditionele dans en muziek. Ook worden er zwaardgevechten en kamelenraces georganiseerd.
Djinguerber-moskee is de oudste moskee van de stad. De moskee werd gebouwd in 1327, en is gebouwd van leem, organische materialen (zoals hout, stro en vezels) en kalkzandstenen. Het is de enige moskee in heel Mali waar niet moslims naar binnen mogen. De uitstraling van deze mooie moskee is erg karakteristiek met negen rijen massieve pilaren, drie binnenplaatsen, twee minaretten en een gebedsruimte die plaatst biedt aan 2.000 mensen.
In de Bibliotheek van Ahmed Baba is een indrukwekkend collectie van meer dan 20.000 manuscripten te bewonderen. De manuscripten zijn geschreven in het Arabisch en andere lokale talen zoals Hebreeuws en Songhai en gaan over de geschiedenis van Mali. Onderwerpen zijn medicijnen, astronomie, literatuur, islamitische wetten en poëzie. De meeste van deze manuscripten komen uit de 14e tot de 16e eeuw. De regering van Mali is bezig om deze manuscripten te gaan restaureren, zodat ze nog lang bewaard en bewonderd kunnen blijven.
Grande Mosquée is een grote moskee in de wijk Komoguel. Het is een kleinere versie van de moskee van Djenné. De moskee werd vroeger helemaal bepleisterd met leem. Tegenwoordig hoeft dit niet meer, omdat er een cementlaag omheen zit. De moskee is omgeven door een muur en het dak van de Grandé Mosquée wordt ondersteund door pilaren die in de in de richting van Mekka staan. Sinds 28 september 2005 staat de moskee op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
De haven van Mopti is het hart van de stad. Het is er altijd druk en bootjes varen af en aan met goederen. Handelaren van iedere stam in Mali komen hier na toe met goederen op te verhandelen. Nabij de haven is de markt waar alle aangeleverde goederen verkocht worden. De vrouwen van de verschillende stammen verkopen hier hun producten. Van sieraden tot groenten en van kleding tot vee. Op de werf aan de waterkant worden planken, spijkers en nagels gemaakt voor de pinassen en pirogues. De pinassen en pirogues zijn de bootjes waarmee gevaren wordt op de rivieren. Op de werf worden deze bootjes gemaakt, geschilderd en te water gelaten. De smeden die de spijkers maken, maken ook attributen voor het vissen zoals haken en harpoenpunten.
In de stad Mopti is er de mogelijkheid om kleine bootjes te huren en dan met of zonder gids een boottocht te maken over de rivier de Niger. De haven van Mopti is het hart van de stad. Het is er altijd druk en bootjes varen af en aan, niet alleen met toeristen maar ook met goederen. Handelaren van iedere stam in Mali komen hier na toe met goederen op te verhandelen.
Djenné-Djenno is het oude gedeelte van de stad Djenné en ligt op 3 kilometer afstand van de moderne stad van Djenné. De stad was bewoond van 250 voor Christus tot 900 na Christus en verdiende vooral haar geld met het handelen in rijst. De inwoners verlieten Djenné-Djenno en trokken naar de plek waar de moderne stad nu ligt. Dit deden zij om de Islam te verspreiden en vanwege de bouw van de grote moskee in Djenné. In Djenné-Djenno zie je vandaag de dag nog huizen gebouwd van modderstenen.
In de steden in Mali worden er veel markten gehouden. De markt in Djenné is een groot spektakel. In de ochtend komen de verschillende volkeren naar Djenné om zich te installeren. Deze volkeren komen vanuit heel het land om koopwaar te verkopen. Zo reizen de Dogon meer dan 100 km met gedroogde uien, de Bozo komt met gedroogde vis, de Bambara met rijst, de Peul met koeien en de Senoufo met groente.
De moskee van Djenné is een mooie en belangrijke bezienswaardigheid in Mali. Hij ligt in Djenné, een van de oudste steden van heel Mali. De moskee is gebouwd van bakstenen, modder en leem. De Grote Moskee van Djenné, zoals hij ook wel genoemd wordt, is een befaamde Komboro moskee. Het is zeer indrukwekkend om deze gigantische moskee te bezichtigen. Tijdens de regentijd wordt de moskee volledig ingesmeerd, om hem te beschermen tegen de regen. De leem kan daar namelijk niet goed tegen.
Het Nationaal Museum van Mali ligt in de hoofdstad Bamako en wordt ook wel gezien als één van de beste musea van West-Afrika. In het etnologische en archeologische museum wordt informatie verschaft over de cultuur en archeologie van de verschillende soorten volken in het land. Ook zijn er verschillende tijdelijke en permanente exposities over bijvoorbeeld de prehistorie van Mali. Zo zie je voorwerpen als muziekinstrumenten, kostuums maar ook rituele objecten van de verschillende groepen die op Mali leven.
Het Muso Kunda Museum in Bamako wordt ook wel het vrouwenmuseum genoemd van Mali. Het museum neemt je mee op een reis door het verleden van het land. De belangrijkste attractie van het museum is de collectie kunstwerken gemaakt door vrouwelijke kunstenaars. Je ziet hier de vooruitgang die het land heeft gemaakt op het gebied van kunst, maar ook hoeveel artistiek gevoel de vrouwen hier hadden in die tijd. Naast kunstwerken zie je hier nog andere ambachten. Zo zie je er ook de traditionele kleding van de vrouwen van vroeger. De kleding is mooi ontworpen, maar toch simpel. Bezoekers zullen de huishoudelijke voorwerpen van een vrouw uit Mali kunnen bezichtigen, waardoor ze kunnen zien hoe de mensen hier vroeger leefden.
In de hoofdstad Bamako wordt er in de drukke straten een centrale markt gehouden. Je hoeft geen moeite te doen om hem te vinden, overal in het centrum staan kraampjes die spullen verkopen. Je kunt er echt alles vinden. Kleding, stoffen, sieraden, wandkleden, houten en metalen beeldjes en ga zo maar door. Er is zelfs een overdekte markt in deze stad, de roze markt. Deze markt wordt gehouden in een roze gekleurd gebouw.