Cultuur in China
Eind juni boeken wij onze reis naar China. We besluiten om eerst Beijing te bezoeken, vervolgens...
Bekijk verhaal
Bestemming:
Kunming, Lijiang, Nanning, Hong Kong, Guilin,
China
Periode: juli 2014
Vervoer: Vliegtuig, trein
Accommodatie: Hostels
Het is zover. Juli 2014: vier weken China! Wat een fantastisch land. Ik kom aan op het vliegveld van Kunming, alles is enorm. Ik vlieg vanuit Thailand, waar toeristen talrijk zijn en ik nooit de enige backpacker was. Maar China is anders. In het vliegtuig ben ik de enige buitenlander en ja hoor, ik ben het vliegveld nog niet af of de eerste foto met een Chinees zit er al op. Ik reis alleen, en zal een afstand van meer dan 7.300 kilometer afleggen per trein.
Kunming staat niet op mijn bezoek-lijstje: ik ga van het vliegveld direct naar het treinstation om een nachttrein te pakken naar een stadje verder westelijk, Lijiang. Het Engels van de Chinezen is, zoals ik al verwachtte, erg slecht. Mijn iPhone komt goed van pas, ik laat ‘treinstation’ vertalen in het Chinees en laat dat aan alle buschauffeurs zien. Werkt goed. Het treinstation is net zo groot als het vliegveld. Dat moet ook wel met zoveel Chinezen. Mijn treinticket heb ik van tevoren via Chinahighlights.com gereserveerd, een website die van harte aan te raden is aangezien treintickets in de zomertijd in China vaak een paar dagen van tevoren uitverkocht zijn. De borden boven de loketten begrijp ik niet, dus ik sluit aan bij de enige rij die minder dan 20 wachtenden heeft. Volgens mij is het niet de goede rij, maar aangezien ze me dat niet kunnen vertellen helpen ze me toch. Als ik de Chinese reservering laat zien aan de medewerkers krijg ik zonder enige problemen mijn treinkaartje in handen. Ik heb veel bijkijks met mijn blonde haar, mensen staren en proberen subtiel foto’s te maken. Ze zijn heel aardig, lachen vriendelijk en proberen soms zelfs een praatje te maken. Helaas komen we niet erg ver. De nachttrein is een beleving. Het bed is klein, maar groter dan dat in de Thaise nachttrein. Elke wagon heeft zo’n 60 bedden, verdeeld in compartimenten van zes, drie bedden boven elkaar dus. Helaas heb je geen keus in welk bed je toegewezen krijgt en de eerste trein heb ik een midden bunk, waar ik niet eens rechtop kan zitten. Die eerste keer slaap ik slecht.
Wel fijn: ik kom een man tegen die Engelse les geeft op een Chinese middelbare school. Grammaticaal is hij heel goed, maar zijn spreektaal is wat roestig. Hij legt uit dat in China in het Engelse onderwijs de nadruk ligt op lezen, schrijven en luisteren, en niet op spreken. Ik vraag hem waarom, en hij vermoedt dat dit komt doordat spreekvaardigheden lastig te beoordelen zijn. En cijfers zijn belangrijk voor de Chinezen, zoals de clichés al doen vermoeden.
Lijiang is een stadje vlak bij Tibet. Het ligt vrij hoog en is omgeven door bergen. Helaas is de moesson vrij prominent aanwezig en kan ik niet veel van de omgeving zien. Door de hoogte is het ook erg koud. Het stadje is echter de moeite waard, erg oud en typisch Chinese architectuur. Veel toeristen, dat wel, maar alleen Chinezen. Zo. Veel. Chinezen. Ik verblijf tijdens deze reis voornamelijk in hostels, mijn studentenbudget kan zoveel hotels niet aan en het is een handige plek om mensen te ontmoeten. De meeste hostelgasten zijn Chinees en spreken weinig Engels, maar middelbare scholieren vinden het leuk om hun Engels met mij te oefenen. Erg fijn, want dagenlang helemaal stil zijn is niet leuk. Ook kom ik hier pas de eerste niet-Chinezen tegen sinds ik in China ben. Een voordeel: alle straatverkopers spreken alleen maar Chinees. Vaak maken ze aanstalten om mij iets te verkopen, maar dan realiseren ze zich dat ze niet weten hoe ze hun goederen in het Engels moeten aanprijzen en slaan ze mij over. Een irritante uitzondering: een oude Chinese tourguide die belachelijk goed Engels spreekt en ik overal tegenkom. De tweede en derde keer “I see you again!” zijn nog grappig, maar als ik voor de zesde keer in twee dagen “I’m so happy to see you again!” hoor, wordt het vervelend. Alle clichés over Chinese toeristen gelden ook in China zelf: ze maken selfies met alles, telefoons in overvloed. Mijn op-foto-gevraagd-worden-door-chinees-teller staat inmiddels op 10+. Eten is lastig, de Chinese restaurantjes hebben alleen een Chinees menu waar ik niets van begrijp, de westerse restaurants zijn duur. Gelukkig heb je wel een soort van buffet-restaurants waar je kan aanwijzen wat je wilt eten. Buiten een restaurant zag ik een keer een geroosterd varken op de bbq liggen, met staart, kop en al, en toen ik er een foto van maakte kwam een medewerker naar buiten en vroeg verward: “Hello miss, are you okay?”
De reis van Lijiang naar Hong Kong is lang, achteraf gezien een slechte keuze om deze met drie lange treinritten af te leggen. Ik moet weer door Kunming, waar mijn aansluitende trein helaas ongeveer zeven uur vertraging heeft vanwege een tycoon die recentelijk door de provincie is geraasd. Gelukkig ontmoet ik een meisje dat bij het leger werkt en mij meesleept naar de speciale wachtruimte voor militairen en vrouwen met baby’s, met super fijne, zachte stoelen. Om 7 uur ’s ochtends kom ik aan in het hotel in Nanning (mijn volgende tussenstop) dat ik voor die nacht had gereserveerd en slaap een paar uurtjes voordat ik weer uit moet checken. Het personeel is licht verward door mijn late verschijning en onvermogen tot uitleg. ’s Middags pak ik de volgende trein, die me naar Guangzhou brengt, vlak voor Hong Kong.
Hong Kong is een verademing na het binnenland van China. Alles is weergegeven in het Engels, openbaar vervoer is verrassend efficiënt en het is plotseling weer zo makkelijk om te komen waar ik wil zijn! Hong Kong is een speciaal gebied in China, voornamelijk omdat het vroeger een Britse kolonie is geweest. Het is veel moderner en internationaler dan de rest van ‘mainland’ China.
Ik verken de stad, bewonder de skylines en bezoek een paar musea. Fijn om dat weer te kunnen doen! Hong Kong is omgeven door mooie natuur en ik bezoek een eiland waar je met een kabelbaan de berg op kan. Het strand is makkelijk te bezoeken en daar maak ik lekker gebruik van. Ook zijn er veel andere buitenlandse backpackers, leuk om weer Engelse gesprekken te kunnen voeren die verder gaan dan de standaard schoolzinnetjes.
Vanaf Hong Kong ga ik door naar Guilin, een stad die bekend staat om de kleine bergjes die overal in het verder platte landschap opduiken. De bedden in de nachttrein van Hong Kong naar deze plek waren allemaal al bezet toen ik (anderhalve week van tevoren) een ticket wou kopen, dus ik ben genoodzaakt om 13 uur in een stoel te zitten. Ik slaap nauwelijks en als ik om 7 uur aankom kan ik nog niet inchecken in mijn hostel. Ik slenter wat door de stad en bestudeer de groepjes vrouwen die ochtendgymnastiek doen aan de kant van de rivier. In mijn vermoeidheid ben ik onvoorzichtig en iemand ziet de kans om mijn iPhone uit mijn tas te pakken. Ongelooflijk balen, zeker nu deze zo belangrijk was voor mijn communicatie met de mensen om mij heen. Gelukkig kom ik een Nederlander tegen die Chinees spreekt en hij helpt me aangifte te doen in het politiebureau. Agenten zitten een beetje lui te zijn achter de televisie, in een klein kantoortje dat blank staat van de sigarettenrook. Het bewijs van aangifte krijg ik in het Chinees, onleesbaar, behalve de ‘4’ (van iPhone 4) en mijn gegevens de ze netjes overtypen.
Guilin is erg mooi. Ik ben niet de enige die dat doorheeft, opvallend genoeg kom ik veel Nederlanders tegen. In mijn hostel slapen wel acht Nederlanders. Acht! Zoveel heb ik er lang niet bij elkaar gezien. De belangrijkste attractie is een boottocht over de Li-rivier, die omgeven is door de eerder genoemde bergjes die als puisten uit de grond rijzen. De rivier wordt overladen met de kleine bootjes maar de omgeving is prachtig en schijnbaar onaangetast gebleven.
Na een paar dagen in Guilin ga ik verder naar Zhangjiajie. Hoewel het onder Chinezen heel populair is, blijkt dit weer een plek met weinig buitenlanders. Onbegrijpelijk, want het natuurgebied is ontzettend mooi. Ik kan er niet helemaal bij hoe een wonderlijke plek als deze bestaat. Pilaren schieten omhoog uit de diepe dalen en talloze uitzichtpunten en kabelliften bieden een uniek perspectief op dit natuurwonder. Het gebied is overigens als inspiratie gebruikt voor de film Avatar, dat kun je ook wel zien: als je daarboven staat lijkt het ook net alsof je in een filmlandschap staat. Zo onwerkelijk.
Chinezen zijn nog steeds een beetje gek in hun houding tegenover blanken. Een deel van de Chinezen is heel schattig. Ze doen hun best om een gesprek aan te knopen, komen in Chinees danwel school-Engels, vragen “Can I take photo with you?” en komen soms zelfs met cadeautjes aanzetten. Ze speken me vaak aan met ‘sister’. Het andere deel van de Chinezen is ronduit vervelend. Ze vallen me lastig met tuk-tuks of taxi’s, staren me aan (terugstaren helpt niet) en proberen onopvallend foto’s van/met me te maken. Zo grappig als de Chinees die naast je zit zijn telefoon pakt, de camera-app opzoekt, de camera omdraait en probeert heel subtiel een foto te maken. Alsof ik dat niet doorheb. Ik heb een puzzelboekje meegenomen voor onderweg, en tijdens het wachten op een trein ben ik een puzzel aan het maken. Voorzichtig durft één Chinees dichterbij te komen om te kijken wat ik eigenlijk aan het doen ben, en dan durven de anderen ook wel, dus staan er ineens 20 mensen om me heen te kijken hoe ik cijfers met elkaar aan verbind en hokjes inkleur. Soms voel ik me net een circusact. En ze snappen ook niet helemaal dat dat gek is. Ik vertelde een Chinees meisje over de foto’s die mensen van me maken, en ze vroeg mij of Nederlanders ook foto’s maken van buitenlanders die op bezoek komen. Toen ik moest lachen en met nee antwoordde was ze heel verbaasd. “Why not?”
Na de wonderlijke ervaring in Zhangjiajie keer ik terug naar de begaande weg: Xi’an. Ik ben er voornamelijk om het Terracotta leger te zien en dat is de moeite waard. De levensgrote soldaten staan in strakke rijen opgesteld en de enorme hal is gevuld met ontzag. Het centrum van Xi’an is mooi verlicht in de avond en voor ik het weet is het tijd om door te gaan naar Beijing, mijn laatste stop. Ik bezoek alle bekende bezienswaardigheden: het plein van de Hemelse Vrede, de Verboden Stad en de Tempel van de Hemel, met als hoogtepunt de Grote Muur die zich als een slang door het Chinese heuvellandschap weeft. De enorme hordes Chinezen die overal voordringen en in de weg staan vermoeien me, evenals het moeizame communiceren en de hitte. Als het tijd is om op het vliegtuig naar Amsterdam te stappen moet ik zeggen dat ik toe ben aan de rustige Nederlandse straten, de beleefde mensen en de koelere temperaturen. Maar, China, ik kom terug.
Heb je interesse in een reis naar China? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar China, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.