Spaanse les, klimmen en vrijwilligerswerk
Bestemming:
A. Puerto Barrios
(Guatemala)
, B. Antigua
, C. Lanquin
, D. Flores
Periode: maart 2010
Vervoer: Bus, boot
Accommodatie: Hostel
Op 13 mei 2008 zijn we begonnen aan een reis die ons in drie à vier jaar op alle continenten moest gaan brengen. Uiteindelijk zijn we na 2 jaar en 28 landen terug gekomen. Hieronder lees je ons verslag uit Guatemala waar wij op 15 maart 2010 aankwamen.
Vanaf het eiland Utila in Honduras nemen we de boot naar Guatemala. Als we aan land komen rijden we met verschillende bussen naar de grensovergang. We komen vrij makkelijk het land binnen. Bij de douane maken ze liever een praatje dan dat ze ons paspoort bekijken. De laatste bus brengt ons naar Puerto Barrios. Hier blijven we een dag. De volgende dag trekken we alweer door naar Livingston met de veerboot. Livingston ligt aan de Caribische Zee en is alleen per boot te bereiken. We willen er een waterval bezoeken, maar het blijkt dat die droog staat. Er is verder niet veel te zien in het dorp en we besluiten om de volgende dag de boot naar Rio Dulce te nemen. De boottocht is erg mooi en we varen tussen de rotswanden terwijl pelikanen langs de boot vliegen. Aan een zijriviertje worden we afgezet. Hier is ons hostel. Het is er prachtig en er hangen diverse hangmatten waar we lekker in kunnen relaxen. We blijven niet de hele dag in de hangmat luieren en besluiten een waterval te bezoeken. Deze is best speciaal aangezien het water erg warm was.
Antigua
Het stadje Antigua heeft mooie huizen en er zijn vele keienstraten te vinden. Er wonen veel buitenlanders en de stad wordt veel bezocht door toeristen. Hierdoor zijn er veel westers georiënteerde restaurants gevestigd in Antigua. Veel toeristen nemen Spaanse les in de stad dus dat doen wij ook maar. Op slechts 2 minuten lopen van ons hostel vinden we een goed aangeschreven en betaalbare school. We krijgen een privélerares en beginnen vol goede moed. Maar na 3,5 uur krijgt Erwin er genoeg van. Hij denkt niet dat hij er veel van opsteekt, waardoor ik de volgende 7 middagen alleen met de docent de Spaanse taal doorneem. Na 5 lessen wil ik proberen om gesprekjes te starten, maar dit valt nog niet mee. Gelukkig blijven we vrijwel de rest van het jaar in Spaanstalige landen dus ik kan genoeg oefenen.
Semana Santa
Semana Santa is de Spaanstalige benaming voor de Goede Week, de week voor Pasen, die in de Spaanstalige landen uitbundig wordt gevierd. Pasen is voor de mensen in Guatemala erg belangrijk en er worden dan ook weken van tevoren voorbereidingen getroffen. De mannen en vrouwen hebben speciale kleding aan en dragen een zwaar houten podium waarop Jezus en Maria te zien zijn. De straten waar de mensen over lopen zijn versierd met bloemen, tapijten en gekleurd zaagsel. De grond wordt pas versiert als de mensen met de podia aan komen lopen en na de rij wordt het zaagsel meteen weer opgeruimd. Vanaf een week voor Pasen wordt er elke dag een bal gehouden en is het elke dag feest met uitbeeldingen van gebeurtenissen uit de bijbel. Het wordt steeds gekker naarmate Goede Vrijdag dichterbij komt. We worden soms midden in de nacht wakker door de harde muziek, maar we komen er ons bed al niet meer voor uit. Op Goede Vrijdag gaan we naar het vliegveld. We gaan namelijk Jonas 'the Danish Dynamite' ophalen die we in 2008 hebben ontmoet tijdens onze tocht door Mongolië.
Vrijwilligerswerk
Omdat we zoveel nieuwe indrukken krijgen van het land besluit ik om wat vrijwilligerswerk te doen. Op internet vond ik een bericht over vrijwilligerswerk en na wat mailtjes is het geregeld. De tweede paasdag begin ik in de middag in een ziekenhuis en in de avond ga ik helpen bij een daklozenproject. Op de markt haal ik nog een aantal boodschappen voor het ziekenhuis en dan is het tijd om te beginnen. Ik ga naar een afdeling waar baby's en kinderen met diverse aandoeningen liggen. Verpleegsters verzorgen de kinderen, maar ze krijgen geen verdere aandacht en warmte. Daar zijn wij voor. We worden voorgesteld aan alle kinderen en er wordt verteld wat de problemen zijn. Vervolgens is het tijd om de fles te geven aan de kleintjes. De middag gaat vrij snel voorbij en het is alweer tijd om het ziekenhuis te verlaten.
Met Jessica en Marlies van de stichting PorEso gaan we helpen bij een daklozenproject. Hierbij voorzien we daklozen van medicijnen en vitamines. We worden door 2 mannen van de toeristenpolitie begeleid die kunnen ingrijpen als mensen vervelend gaan doen door bijvoorbeeld alcoholgebruik. We gaan langs 2 vuilnisbelten. De eerste vuilnisbelt is gevuld met een aantal matrassen waar een grote groep daklozen op ligt te slapen. Het is niet voor te stellen dat ze daar kunnen overleven. De nachten kunnen namelijk erg koud zijn. Op de tweede vuilnisbelt zijn veel daklozen aan het werk. Ze verdienen zo'n €10 per week, waar ze zich van in leven kunnen houden. Als iedereen een vitaminepil heeft gekregen maakt Jessica een aantal foto's van de daklozen om ze te kunnen identificeren. We halen nog een aantal vitaminepillen en medicijnen en gaan vervolgens naar een binnenplaats. Hier liggen een aantal daklozen te slapen. Ze krijgen allemaal een pil en slapen rustig verder, waarna mijn werk er alweer opzit.
Klimmen, klimmen en nog eens klimmen
Na een dag vrijwilligerswerk te hebben gedaan is het weer tijd om iets van het land te zien. We gaan naar de vulkaan Panajachel. Dit is nog een actieve vulkaan en als we geluk hebben zien we lava voorbij stromen. Helaas is dit niet het geval, maar het gesteente is nogal warm en we zien de lava gloeien in een gebaste steen. Dit is ook al vrij uniek om te zien. We genieten nog even van het uitzicht en gaan verder naar het meer Lago de Atitlan. Aan dit meer ligt het dorp San Marcos. Het dorp op zich stelt niet erg veel voor, maar het uitzicht op de vulkanen en het meer is prachtig. We klimmen nog een berg op met de naam 'Indian Nose'. Het duurt even, maar uiteindelijk komen we aan de top van de berg. Hier hadden we gehoopt op een schitterend uitzicht, maar het was een beetje heiig. Hierdoor valt het zicht wat tegen.
Het mooiste plekje van Guatemala
Voor ons volgende hostel reizen we naar het stadje Lanquin. We rijden er heen in een klein en zweterig busje. Eenmaal aangekomen zien we dat hostel 'El Retiro' een paradijs is. Op een prachtig groen landschap staan houten bungalows verspreid en er is een azuurblauwe rivier aanwezig. We nemen een duik in de rivier, maar het water is ijskoud. Edwin en ik gaan er snel weer uit en Jonas volgt iets later. Toch is het wel even lekker om af te koelen en vervolgens op te drogen in de warme zon. De dagen in Lanquin gaan snel voorbij. We drijven over de rivier op een binnenband, bezoeken een aantal grotten gevuld met vleermuizen en genieten 's avonds van een drankje bij het kampvuur. Omdat we meer grotten willen bezoeken gaan we naar de grotten van Semuc Champey. Hier moeten we in het donker door het water lopen met een kaars. Het is wat spannend, maar wel een geweldige ervaring. De volgende dag is het weer tijd om een berg te beklimmen. Het is warm en de tocht naar de top is lastig, maar als we boven zijn lijkt het wel een ansichtkaart. We zien heldere meren en mooie watervallen. Dat ziet er aantrekkelijk uit met het warme weer en gaan dus snel naar beneden om een duik te nemen.
Maya ruïnes
Het is helaas alweer tijd om het paradijs te verlaten en naar het volgende dorp te gaan: Flores. Dit toeristendorp ligt op een eiland in een meer. De dag verloopt rustig en we zwemmen nog wat in het meer. De volgende dag moeten we al vroeg opstaan. Om half 5 worden we opgehaald voor een bezoek aan de ruïnes van Tikal. De ruïnes zijn nog niet helemaal uitgegraven en alles ziet er nog mysterieus uit. Het is grappig om de apen rond de tempel te horen schreeuwen. Hoe kleiner de aap, hoe meer geluid hij maakt. Het gebied met de ruïnes is erg groot, waardoor het niet echt opvalt hoe veel toeristen er zijn. Wat later op de dag komen er steeds meer mensen in groepen met een gids. Wij hebben helaas geen gids, maar we genieten toch van de prachtige gebouwen. We zoeken de uitleg nog wel eens na op wikipedia.