Met dolfijnen zwemmen en op jeepsafari in Egypte
“Hoe laat zou het zijn?” Vroeg ik me af toen ik hoopvol mijn ogen open deed. Tot mijn...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Luxor
(Egypte)
, B. Caïro
, C. Aswan
, D. Abu Simbel
Periode: mei 2010
Vervoer: Vliegtuig, cruiseschip en bus
Accommodatie: Cruiseschip
Het beeld van Egypte wordt vandaag de dag gedomineerd negatieve zaken: protesten, gewonden, onrust en gevaar. En dat is jammer, bijzonder jammer. Kijk je voorbij de politieke onrust, dan zie je namelijk een land met een sprookjesachtige uitstraling. Een Egyptisch spreekwoord luidt dat iedereen die eens van de Nijl gedronken heeft, altijd weer zal terugkeren. In mei 2010 heb ik samen met een goede vriendin een van mijn mooiste reizen gemaakt: de Nijlcruise. Een Nijlcruise is geen gewone reis: een week lang vaar je tussen de rijke geschiedenis, cultuur en natuur van dit fascinerende land.
Hoewel Egypte maar een paar uur vliegen is, heb je bij aankomst op de luchthaven van Luxor toch direct het gevoel in een andere wereld beland te zijn. De warmte overvalt je, de lucht voelt anders, om nog maar niet te spreken over het exotische Arabische schrift dat je ineens overal om je heen ziet. Sky International Tours, de reisorganisatie waar we onze reis geboekt hebben, brengt ons per transfer naar de boot die ons de komende zeven dagen mee zal nemen naar (bijna) alle mooie plekjes van Egypte. Onderweg in de bus vergaap je je aan de palmbomen en mensen met ezeltjes. Als je Luxor binnenrijdt, is de kans groot dat je zelfs al iets van de imposante tempel ziet, die midden in de stad staat. Maar, dat komt later!
De volgende ochtend vertrekken we in alle vroegte richting de Tempel van Hatsjepsoet, de Vallei der Koningen en de kolossen van Memnon. Deze bezienswaardigheden bevinden zich op de westoever van de Nijl. Voor de oude Egyptenaren was de westoever het dodenrijk; een plek waar dus vanzelfsprekend alle graven en graftombes zich bevinden. De oostoever stelde het rijk der levenden voor. Het huidige Luxor, wat ooit de hoofdstad Thebe was, wordt aan beide kanten bewoond, maar toch is de oostoever de plek met de meeste dynamiek. Hier vind je markten, oosterse bazaars en het idyllische platteland.
De tempel is al uit de verte te zien en vormt een indrukwekkend contrast met de strakblauwe hemel. Hatsjepsoet, een van de weinige vrouwelijke farao’s die het land heeft gekend, liet deze dodentempel vlakbij haar eigen graf bouwen en noemde dit het ‘Heilige der Heiligen’. De tempel is prachtig bewaard gebleven, al zien we op sommige muren duidelijk hoe na haar dood is geprobeerd haar naam uit de tempel te wissen. Een vrouw als farao was nou eenmaal niet iets om bijster trots op te zijn, vond men in het oude Egypte.
In de miljoenenstad Caïro staan de grootste graftombes van allemaal: de piramiden van Gizeh. Natuurlijk zeer aantrekkelijk voor grafrovers, dus het was zaak de koninklijke mummies op een meer verborgen plek te gaan begraven, zodat zij ook écht van hun eeuwige rust konden genieten. De Vallei der Koningen, volledig omsloten door rotsen, was hier de aangewezen plek voor.
Diep in de vallei liggen tientallen koninklijke graven die in de loop der eeuwen stuk voor stuk met de hand zijn uitgehakt. Ik besef me pas hoe zwaar dat moet zijn geweest als onze gids ons bij het bezoeken van drie van de graven vertelt onder welke omstandigheden men dit werk deed: uren achter elkaar in benauwde, warme ruimtes, met alleen het zwakke licht van een kaars. Als je dan vervolgens de precisie in de muur- en plafondschilderingen ziet, kun je alleen maar grote bewondering hebben: van religieuze afbeeldingen en vertellingen van het dagelijks leven tot de nabootsing van de sterrenhemel aan het plafond.
Op de terugweg naar de boot stopten we bij de kolossen van Memnon. Op deze plek stond ooit de tempel van Amenhotep III. De twee beelden van zestien meter hoog zijn helaas de enige overblijfselen van deze tempel. In de oudheid ging het verhaal dat een van de beelden zong: na een aardbeving, waarbij de tempel werd verwoest, maakte het beeld elke dag bij zonsopgang een fluitend geluid. Volgens legendes zou de klaagzang van Memnon zelf komen, maar bij nader inzien bleken de temperatuurverschillen tussen dag en nacht beweging in de stenen te veroorzaken. Na een restauratie in de oudheid heeft ‘Memnon’ dan ook nooit meer gezongen!
Varen op de Nijl is wat mij betreft het mooiste onderdeel van de reis. Lui liggend op een zonnebed zie je taferelen die waarschijnlijk niet veel verschillen van het oude Egypte. Overal zie je lemen huisjes en eeuwenoude werktuigen. Vergeet de metro, trein of bus; hier dienen ezeltjes als openbaar vervoer. Kinderen zwemmen en spartelen in de Nijl, terwijl vaders in de brandende zon op het platteland werken.
Dat de oevers van de Nijl vruchtbaar zijn is te zien door groene velden, prachtige palmbomen en de mooiste planten en bomen die je maar kunt bedenken. Een kleurrijke moskee die weerspiegelt in het water van de Nijl trekt onze speciale aandacht. Zo druk en overweldigend als het leven in de hoofdstad Caïro is, zo vredig en rustgevend is het hier. Natuurlijk, laten we niet alles romantiseren, mensen op het platteland zullen ook vast te maken hebben met armoede. Maar als je de vrolijk zwemmende en zwaaiende kinderen ziet, kun je niks anders doen dan met een glimlach terug zwaaien.
In feite is heel Egypte een openluchtmuseum. Je rolt nog net niet van de ene tempel de andere in. We varen ontspannen verder en de boot brengt ons naar de tempels van Edfu en Kom Ombo. De tempel van Edfu was gewijd aan de valkgod Horus, wat goed te zien is aan de imposante beelden van Horus bij de ingang. Kom Ombo daarentegen was gewijd aan twee verschillende goden: Horus én Sobek. Deze dubbeltempel heeft twee identieke kanten, die elk voor een van de goden is. In heel Egypte is dit de enige tempel in zijn soort en het concept is daarna nooit meer herhaald; een unieke tempel dus.
Als we in Aswan aankomen, maken we gebruik van de mogelijkheid om de tempel van Philae, gewijd aan Isis, te bezoeken. Net als Abu Simbel is ook deze tempel van het water gered. Tijdens de bouw van de Aswandam in de jaren zestig van de vorige eeuw dreigden belangrijke archeologische bouwwerken onder water te verdwijnen. Dat zou niet alleen voor Egypte, maar ook voor alle archeologen, historici en geschiedenisliefhebbers natuurlijk een ramp zijn. Om de tempel van het water te redden, zijn kunstmatige eilandjes aangelegd en is de gehele tempel, stukje voor stukje, verplaatst. Als ik in deze prachtige tempel rondwandel, kan ik me dat niet voorstellen. Waar moet je beginnen? En hoe kan het dat je helemaal niets terugziet van deze ingrijpende operatie? Het is net alsof de tempel altijd al op dit eiland heeft gelegen.
Maar omdat Egypte niet alleen eeuwenoud steen is, besluiten we na dit bezoek Aswan in te duiken om zo ook de sfeer van het huidige Egypte te beleven. Op de bazaar genieten we van de geur van heerlijke kruiden en de aanblik van allerlei soorten souvenirtjes – natuurlijk voor een special price! We zien ezeltjes met karren, vrouwen en mannen met traditionele kleding en cafés waar mannen buiten backgammon aan het spelen zijn. De inwoners hebben een iets andere huidskleur dan de mensen in Luxor en ook het landschap is anders: de Nijl is breder en de rotsen lijken ruiger. Je kunt merken dat je in een heel ander deel van Egypte bent. Als het begint te schemeren en de stad verlicht wordt, wordt het in Aswan nog levendiger en gezelliger. De ergste hitte is immers voorbij, dus men kan de straat weer op!
Voor de liefhebbers is het mogelijk een excursie naar de tempel van Abu Simbel te boeken, wordt ons verteld. Natuurlijk gaan we dat doen! Dit schijnt een van de mooiste tempels van het land te zijn. En inderdaad, een excursie die je niet wilt missen. Niemand vindt het uiteraard leuk om half drie ’s nachts op te moeten staan, maar omdat de reis per bus door de woestijn drie uur gaat duren, zit er niks anders op. Je wilt de hitte immers voor zijn. Zodoende vertrekken we in het holst van de nacht in konvooi naar de tempel. Allebei vallen we al snel in slaap.
Na een uur word ik wakker en schud ik snel mijn vriendin wakker om haar naar de sterren te laten kijken. Ongelooflijk, zo’n mooie sterrenhemel hebben we allebei nog nooit gezien. Jammer dat dit niet op foto’s is vast te leggen, want zulke heldere sterren zie je niet snel weer. Het is adembenemend. Tegen de ochtend komt de zon langzaam op in de woestijn en zien we de onmetelijke vlakte om ons heen, waar niets groeit of bloeit. Hier wil je niet verdwalen…
Ook Abu Simbel is in de jaren zestig verplaatst en de oorspronkelijke locatie ligt nu geheel onder water. Ik moet er niet aan denken dat dit bouwwerk onder water zou verdwijnen, want deze tempel overtreft echt alle andere. De beeltenis van Ramses II, een van de meest invloedrijke farao’s, is in vier reusachtige beelden uitgehakt, waarvan er één helaas door een aardbeving is verwoest. Binnen in de tempel zien we het heilige altaar, waar Ramses door goden is omgeven. Twee keer per jaar verlichten zonnestralen precies dit gedeelte van de tempel. Je vraagt je af hoe ze dit toch allemaal voor elkaar kregen.
De muurschilderingen zijn zeer goed bewaard gebleven en laten Ramses in de oorlog tegen de Hettieten als overwinnaar zien (hoewel hij dat niet was). Naast de tempel is een kleinere tempel gebouwd die gewijd was aan Nefertari, Ramses’ favoriete vrouw. We zijn onder de indruk van de stilte en rust die hier heerst. Een paar Egyptenaren zitten rustig op een bankje onder een palmboom, vogels vliegen om de eeuwenoude beelden heen… Niets lijkt de rust hier te kunnen verstoren.
Na Abu Simbel varen we weer terug naar Luxor. Onderweg hoeft er nauwelijks gestopt te worden, omdat we alle tempels al bezocht hebben. We kunnen dus genieten van gezellige avonden met buikdanseressen, exotische maaltijden en praatjes met het Egyptische personeel. Ook geniet ik weer enorm van het uitzicht, dat toch telkens weer anders is. Ik zie rotsen, zandvlaktes en groene velden, waar koeien in de Nijl verkoeling zoeken.
Mijn vriendin en ik besluiten de komende nacht wakker te blijven en op het dek van het schip te verblijven, zodat we de sterren en de zonsopgang kunnen zien. Een hysterische nacht volgt, waarin we al lachend proberen elkaar wakker te houden. Maar het is het waard: met vermoeide ogen en een warrig hoofd zijn we ’s ochtends vroeg getuige van de zonsopgang op de Nijl.
Als we weer terug zijn bij het startpunt van onze reis staan hier nog de tempel van Luxor en Karnak, op de oostoever van de Nijl, op het programma. Karnak is niet zozeer een tempel als wel een tempelcomplex, waar verschillende farao’s in de loop van vele dynastieën aan gebouwd en verbouwd hebben. Een grote hal met 134 enorme zuilen, een heilig meer waar priesters rituelen uitvoerden, metershoge obelisken; je weet soms gewoon niet meer waar je kijken moet.
Als laatste bezoeken we de tempel van Luxor. Bijzonder is dat er tussen deze tempel en Karnak vroeger een weg liep. Een deel van deze weg is nog steeds versierd met sfinxen aan beide zijden van de weg. Wat mij vooral opvalt, is dat je boven aan de zijkant, in feite bijna hangend boven de tempel, een kleine moskee ziet. Dit verbaast me, maar de verklaring is natuurlijk simpel. De tempel heeft eeuwenlang onder het zand gelegen, waardoor men op die hoogte is gaan bouwen. Toen de tempel uitgegraven werd, bleek de moskee op een niet zo handige plaats te zijn gebouwd. Hierdoor lijkt het alsof de moskee elk moment van de rand af kan vallen.
Het unieke van de Luxortempel is dat je letterlijk middenin de stad staat. De hiërogliefen, inscripties en beelden nemen je mee naar het oude Egypte, maar tussen de zuilen door heb je uitzicht op fastfoodketens en telefoonwinkels. Antiek en modern naast elkaar!
Voor het eerst een bezoek brengen aan Egypte is een unieke ervaring. Misschien kom je voor ontspanning of voor de tempels, maar je zult ongetwijfeld, net als ik, betoverd raken door zoveel meer. Herodotus zei niet voor niets dat Egypte een geschenk van de Nijl is. Door je ook onder te dompelen in het moderne Egypte en je open te stellen voor de inwoners en hun cultuur, kun je bovendien nog meer uit je reis halen. En hoewel ik niet letterlijk van de Nijl heb gedronken, kan ik toch niet wachten om weer terug te gaan!
- Geschreven door Linda Moerman