Reis door Zuid-India
Daar ga ik dan! Maanden lang hebben Eva en ik voiceberichten naar elkaar gestuurd waarin we...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Delhi
(India)
, B. Mahansar
, C. Bikaner
, D. Jaisalmer
, E. Jodhpur
, F. Udaipur
, G. Jaipur
, H. Bharatpur
, I. Varanasi (Benares)
, J. New Delhi
Periode: februari 2008
Vervoer: Vliegtuig, tuk-tuk, fiets, busje, boot
Accommodatie: Diverse/hotels
Organisatie: Baobab
Op de luchthaven nog ff afscheid genomen van de Hema worst want het wordt vegakost. Vandaag om 11.45 uur vertrek vanuit Nederland naar London. Om 15.15 uur vertrek van Heathrow naar Indira Gandhi. Op de luchthaven in London toevallig al kennisgemaakt met onze reisbegeleidster Ingrid omdat we samen op zoek waren naar een rookplekje. Maar ja tegenwoordig kun je beter zoeken naar een klomp goud dan heb je meer kans om iets te vinden. In de ochtend om 5 uur natuurlijk niet uitgerust aangekomen in Delhi. De eerste meters in India loop je in een soort konijnenhouding omdat je 9 uur lang in eenzelfde houding hebt gezeten.
Delhi is de hoofdstad van India en kan grofweg opgedeeld worden in twee delen: Nieuw-Delhi en Oud-Delhi. Het overgrote deel van de tien miljoen inwoners van Delhi leeft echter in Oud-Delhi, een ommuurde stad met poorten, nauwe steegjes, tempels, moskeeën en bazaars. Dan natuurlijk de bureaucratie met je paspoort en visumcontrole en je krijgt een vaag vermoeden dat de valium hier in de aanbieding is... Maar ja "Keep cool it's your holiday". Eenmaal door de controle een sigaretje in een koud en mistig India. We hebben genoeg korte broeken en T-shirts bij ons, dus het moet wel warmer worden.
Je wordt meteen belaagd door porters die je bagage wel willen dragen of de Tuk Tuk rijders die je door de stad willen manoeuvreren. Maar "onze Ingrid" loodste ons vrij snel naar de klaarstaande bus die ons de komende weken door Rasjathan zou vervoeren en na een ritje van 35 minuten kwamen we aan in ons Hotel Pablas International. Nadat we onze tassen gedumpt hadden zaten er 20 mensen van de groep met slaperige ogen aan het ontbijt. Eigenlijk wilde je meteen in bed ploffen maar toch maar het advies van Ingrid opgevolgd en op de been gebleven. Buiten het hotel maar beginnen met een wandeling om de boel te verkennen en het was meteen raak.
Wij schrokken toch wel van alle ellende op straat ondanks onze Afrika-ervaring en reisverhalen die wij gelezen hadden. Heel veel bedelaars en kinderen met of zonder handicap die ons vragend aankeken met een uitgestoken hand om een paar Rupies. Overal vuurtjes op straat om het enigszins warm te krijgen. Men verzamelt gewoon allerlei afval en plastic en steekt het waar dan ook gewoon in de fik. Deze straat die overdag bruist van de handel was zo vroeg in de ochtend alleen maar voor de survivers. Er staat je een cultuurschok te wachten. De in onze ogen schrijnende armoede, het vuil, de geuren en vooral de kleuren, het openbare leven. Alles is een aanslag op je zintuigen. Enorme contrasten. Waar vind je een straatbeeld dat bestaat uit (echt ontzettend véél) mensen, kamelen, fietsers, geiten, riksja's, varkens, de nieuwste auto's, een voor een winkel geparkeerde beschilderde olifant, auto's uit de 50-er jaren, toeterende TukTuk's, volgepakte (erin en erop) bussen, apen op balkons en dakgoten, wild beschilderde oude vrachtwagens en daar tussendoor de heilige koeien?
Verderop enkele kleine parkjes waar we in het ochtendzonnetje de eerste papegaaien zagen en eekhoorntjes die over de muurtjes heen flitsten. Na deze eerste kennismaking zijn we naar Oud-Delhi gereden waar we het monument van Gandhi wilden bezoeken. Dit was helaas niet mogelijk omdat er een of andere Russische Delegatie op bezoek zou komen. Daarna een riksja genomen en ons laten rondrijden voor nog geen euro. Wandelend door de smalle straatjes kijk je je ogen uit. Kraampjes winkeltjes met kruiden, auto-onderdelen, kleding, handwerk en veel vuurwerkwinkels met een rokende verkoper. In de stad is het een chaos, het krioelt er van de riksja`s, Tuk-tuks, auto's, brommers, motoren die niets anders doen dan toeteren en nog eens toeteren. Hierna rijden we naar Gurdwara Bangla Sahib, een tempel van de Sikhs.
Sikhs geloven in een god en kennen geen kastenstelsel. Sikhs zijn erg aardige mensen en zullen vrijwel nooit om geld vragen. We gaan naar het water dat mooi aangelegd bij de tempel ligt. Op blote voeten natuurlijk. Er stond nog een paal op de binnenplaats waarin een sikh klom die geheel in Oranje kledij tot in de nok klom om daar wat op zijn kop rond te bengelen. Zal wel een ritueel zijn maar we kwamen er niet achter wat de bedoeling ervan was. Bij het verlaten van de tempel staan er weer kinderen te bedelen en een van heen maakte diepe indruk op Ria omdat het gedeelte van haar gezicht dat niet bedekt was door haar sluier heel erg verbrand was. Je kunt je dus voorstellen hoe de rest er uit kon zien.
's Nachts met de hele groep gaan eten bij Chicken-inn waar we heerlijke Indiase gerechten kregen voorgeschoteld die allemaal even lekker waren. Alles vegetarisch en dat zou voor ons ook zo blijven de hele reis. Het was lekker, beviel ons goed en de kans dat we ziek konden worden werd daardoor natuurlijk kleiner. We werden nog meer gemotiveerd om vegetarisch te eten toen we enkele kippenslagers aan het werk zagen. De levende kip zit in een kooi en dan ineens zijn het kippen filets maar dan niet zo mooi ingepakt in plastic als bij ons thuis met een houdheidsdatum stickertje er op. Na het eten was bij ons de accu echt leeg, we waren doodmoe. Terug naar ons hotel moesten we nog ff verhuizen omdat er iets mis was gegaan en de groep werd verdeeld over 4 aangrenzende hotels. Het was inmiddels hartstikke koud buiten. Onze hotelkamer had een steenkoude vloer en het was ook nog ff wachtten dat het douchewater warm was, maar toen lekker naar bed.
Na het ontbijt zijn we naar de Rani Sati Temple in Birmitrapur gereden. Een schitterende tempel die ook wel de 2e Jhun-Jhun Dham van India wordt genoemd. Het is een van de grootste en rijkste tempels van India. Hij werd gebouwd ter nagedachtenis aan een vrouw die eind 16e eeuw Sati pleegde na de dood van haar man. Je kunt in de tempel overnachten (300 kamers) en in het hart van de tempel brandt het eeuwig vuur bewaakt door tempelpriesters. Daarna nog een tempelcomplex bezocht. Verder natuurlijk geluncht en onderweg nog een trouwerij gezien. De pauzes langs de weg zijn meestal in lekkere rustige tuinen waar we goed verzorgd werden. Dit alles werd betaald uit de gemeenschappelijke pot die wij aan het begin hebben aangelegd.
Om 18.00 uur kwamen wij aan in Mathhansar in de streek Shekhawati. We zullen hier overnachten in een Fort van een Thakur (rentmeester). Hotel Narayan Niwas Castle. Een deel van het fort is omgebouwd als gastenverblijf en wordt gerund door een familie. Je weet niet wat je ziet als je er aankomt. Je loopt door een grote poort en wordt verwelkomt door iemand die op een trommel staat te tokkelen en bij de ingang krijg je een krans van bloemen (altijd Afrikaantjes) en een rode stip op het voorhoofd. Een eerst blik in Kamer nr. 1 deed ons ff stilstaan, schitterend een balzaal vol met oosterse meubels en kleden. Ons slaapverblijf zou helemaal boven in de toren van het fort zijn dus nog wel wat trapjes te gaan. Maar toen we uiteindelijk boven waren stonden we alleen maar te genieten, niet alleen van de kamer die ook helemaal oosters was maar ook van het uitzicht dat geweldig was. Allemaal blokjes van huizen en ruïnes.
In mijn enthousiasme wandelend achter mijn camera aan stootte ik mijn hoofd tegen een te lage boog van de ingang naar onze kamer en kreeg ik een klap te verduren die ik nog in mijn tenen voelde. Nadat we ons een beetje hadden opgeknapt hebben we heerlijk bij een kampvuur dat er op de binnenplaats brandde gegeten. In de aangrenzende keuken werd door een aantal mannen en een vrouw ons eten klaargemaakt. Na het eten nog ff de trappen op richting ons torenverblijf en rillend van de kou het bed in.
Om 6.30 uur werd er aan de deur geklopt door zo'n leuk Indiaas manneke die ons 2 emmers heet water kwam brengen, om ons te wassen. Er was namelijk geen warm water in de douche. Het wordt dan een beetje als bij de verkenners maar ik vond het al knap van die jongen dat hij die afstand met al die trappen had afgelegd zonder dat het water was afgekoeld. Dus een stortbad genomen met een maatbeker dat achteraf best goed is bevallen. Daarna een heerlijk ontbijt genomen onder het genot van de opkomende zon.
Om 9 uur vertrokken naar een nabij gelegen dorpje Rajgarh in het Churu district (de temperatuur kan hier oplopen tot 50 graden) met mooie mensen en enkele mooi beschilderde Haveli's (koopmanshuizen) bezocht. Dergelijke muurschilderingen zijn kenmerkend voor deze streek. De rijke kooplui bouwden prachtige panden voor zichzelf, Haveli's genaamd en lieten waterreservoirs, tempels en karavanserais bouwen. De meeste van die gebouwen zijn bedekt met fresco's van tussen 1760 en 1920, en nog steeds prachtig om te zien. Maar om eerlijk te zijn als je er 2 gezien hebt is het wel weer goed geweest. Daarna naar Churu en een rondleiding gehad van een gids en doorgereden naar een schitterende plek in een heel droge omgeving waar een mooi basin met water was.
Heerlijk gegeten en gedronken in een mooie entourage. Tijdens het eten werd er nogal gelachen en lol getrapt en Anna, een van de gezelligste van de groep, begon te zingen "smoke gets in your eyes". Maar dat was snel afgelopen omdat ze daadwerkelijk haar jurk in brand had staan. Er was namelijk een vonkje van het vuurtje dat de jongens die voor ons eten zorgden gemaakt hadden op haar kleding terecht gekomen en spontaan in brand gevlogen. Hilariteit alom dus. Later heeft ze haar jurkje knap laten herstellen in Udaipur bij een kleermaker. Na dit heerlijk gebeuren nog ff plassen en dat geplas van de dames in de groep trekt veel bekijks van de plaatselijke mannengemeenschap die dan ook pardoes stoppen en leunend op hun fiets het gebeuren gadeslaan. Mannen in India plassen overigens niet staand maar zittend. Zij en ook de vrouwen zitten langs de weg te plassen of poepen in een hurkhouding. Ze hebben gewoon geen toilet en zien geen andere mogelijkheid. Voor ons is dat heel gênant om te zien, maar ook in spugen zijn zij onbetwist wereldkampioen want dat doen ze om de 5 minuten, en mikken kunnen ze ook. Klein dorpje Bisaj bezocht met een tempel en enkele Havali's en daarna naar ons fort waar we om 17.00 uur lekker koffie hebben gedronken en gelezen.
Ik ben nog naar het dorpje aangrenzend het fort gewandeld waar ik meteen Jan tegenkwam, een van onze medereizigers die daar lekker aan de thee zat bij een gezin en ook ik werd er meteen bijgehaald om een bakkie te nemen. Handen en voeten zijn heel belangrijk om te communiceren maar nog makkelijker is een fototoestel want op de foto willen ze allemaal. Dus weer enkele plaatjes geschoten van de familie en hun beloofd deze dan ook op te sturen. En dat moet je dan ook doen. Jan die net weer eens lekker geschoren was bij de plaatselijke kapper langs de weg stapte weer op en ook ik ging verder het dorp in. Mijn wandeling begon met 2 kinderen achter me aan en eindigde met alle in het dorp wonende jeugd. Ze wilden maar op de foto en natuurlijk in het display kijken hoe het resultaat was en dan maar gieren van het lachen. Telkens als ik dacht "Oh leuk 2 oude mannen om te fotograferen" dan waren ze niet meer te zien want de kids stonden ervoor. Uit alle straatjes schieten ze te voorschijn en het eerste wat ze vragen: Pen? Ruppie? shampoo? Dus steevast ging je wanneer je al een kind zag zeggen: No Pen, No Ruppie and No Shampoo!!
Op de terugweg naar het fort kreeg ik nog de zegen en een lang leven toegewenst van een oudere man die vond dat hij hiervoor ook wel wat ruppies verdiende. Toen ik zei dat ik geen geld bij me had was dat niet erg en waren zijn uitspraken toch nog geldig en daarbij zou ik in mijn leven ook nog beloond worden met een klomp goud. Ik zie de toekomst dus weer helemaal zitten. De trommelaar bij het fort ziet me van verre aankomen en begint er weer op los te roffelen. We hebben die avond weer heerlijk gegeten bij het kampvuur, het was lekker pittig en gezellig. Voordat we naar bed gingen hebben we nog wat extra energie opgenomen bij het kampvuur om ons op te warmen voordat we onze torenwoning betraden. Morgen weer vroeg op.
Vandaag gaan we naar Bikaner (Bikaner is een woestijnstad met een prachtig historisch centrum). Het ligt namelijk op een oude karavaanroute naar Centraal-Azië. Een lange bazaarstraat leidt nog steeds naar het imposante Junagarh Fort. De fortmuur van bijna 1 km lengte telt maar liefst 37 bastions en 2 imposante poorten. Binnen de muur liggen mooi gerestaureerde paviljoens en tempels. Vanmorgen de dag weer begonnen met 2 emmers water die door een knulletje naar boven gesleept werden. Toen hij de emmers op de badkamer neerzette, bleef hij maar brabbelen en in eerste instantie begreep ik hem niet zo goed en dacht dat er iets mis was, maar hij had gewoon graag een fooitje. Nou en met 10 ruppie zijn ze al heel tevreden. Ik zelf zou die emmers voor nog geen 10 euro al die trappen hebben opgesleept.
Heerlijk ons ontbijt genomen beneden bij het kampvuur terwijl onze tassen weer al die trappen werden afgedragen. Toen we buiten bij elkaar stonden te wachten om te vertrekken met onze bus was het mistig en maar 3 graden. Dus werd er maar een fikkie gestookt van allerlei afval om ons een beetje aan te warmen. Fikkie stoken is ook weer een van die gebruiken die iedereen bezig houdt op straat. Overal vuurtjes op straat met als bijkomend voordeel dat de afvalberg tenminste iets gereduceerd wordt. Ook onderweg in de bus hebben we zitten rillen van de kou. Onderweg zie je dat de dorpen tot leven komen en de mensen ook wakker worden. Iedereen is wel met iets bezig. Kindertjes lopen in hun blote billen in de buurt van de waterpomp te spelen en hebben het waarschijnlijk niet zo koud als die verwende toeristen in hun bus.
We waren blij dat we 100 km voor Bikaner een stop maakten om koffie te drinken en toen ook het zonnetje doorbrak werd de temperatuur al snel rond de 20 graden. Omdat we al zo gewend waren aan de vuurtjes langs de weg duurde het een tijdje voordat we in de gaten hadden dat de stank die in de bus hing niet van buiten maar van de ventilatorriem van onze bus kwam. Heel even gecheckt maar het was niet zo'n groot probleem en dat kon worden verholpen bij de volgende stop. Na de middag in een geweldig mooi hotel (Bhairon Villas) aangekomen. Prachtige sprookjesachtige kamer die heel antiek was ingericht en een heel mooie tuin.
Na wat rust gingen we in de namiddag richting: de rattentempel. In het kleine plaatsje Deshnok staat de tempel van Karni Mata, ook wel bekend als de 'rattentempel'. De tempel is opgetrokken uit steen en marmer en heeft een prachtige marmeren voorgevel met grote zilveren deuren, geschonken door Maharaja Ganga Singh. In de deuren zijn afbeeldingen van ratten gegraveerd. Karni Mata was een vrome, mystieke vrouw waarvan geloofd wordt dat ze bovennatuurlijke krachten bezat. Ook wordt wel gezegd dat zij de incarnatie was van de oorlogsgodin Durga. Zij werd aanbeden door haar volgelingen, de 'Charans', die haar beschouwden als hun beschermheilige. De tempel wordt bewoond door een groot aantal ratten, die vereerd worden door de lokale bevolking.
De ratten in de tempel zijn zwarte ratten (rattus rattus), in tegenstelling tot onze tamme huisrat die afstamt van de bruine rat (rattus norvegicus). Over de achtergrond van deze verering van de ratten worden verschillende verhalen verteld. Eén legende verhaalt dat op een dag een gestorven jongen bij Karni Mata werd gebracht met de bedoeling hem weer tot leven te wekken. In trance zocht zij contact met de god van de doden, Yama, en vroeg hem om de ziel van de jongen. Yama beweerde echter dat hij geen macht meer had over de ziel van de jongen, omdat die al geïncarneerd was. Karni Mata was zo boos over deze smoes en de weigering om te helpen, dat zij zwoer dat Yama nooit meer macht over overledenen van haar volk zou krijgen. Hun zielen zouden voortaan meteen in ratten treden en vandaaruit later weer reïncarneren als Charans. Volgens de lokale bevolking zijn de ratten dus de incarnaties van hun eigen verwanten.
Een ander verhaal luidt dat de ratten kinderen zijn die tijdens een pestepidemie (in de 14e of 16e eeuw) zijn overleden. In dit verhaal beloofde diezelfde Yama, na smeekbedes van de rouwende moeders om de kinderen terug te laten komen, dat de ziel van ieder kind zou voortleven in de vorm van een rat. Hiervan stamt de benaming 'kabas' voor de ratten in de tempel af, wat 'kleine kinderen' betekent. De ratten in de tempel worden gevoerd door priesters en pelgrims. Doordat ze geen gevaar te duchten hebben zijn ze niet schuw. Over de binnenplaats van de tempel is een groot net gespannen om de ratten te beschermen tegen roofvogels. Zoals in ieder Hindoeïstische tempel is het niet toegestaan de tempel met schoenen te betreden. De ratten brengen geluk, extra voorspoed wordt beloofd wanneer de ratten over je voeten lopen of wanneer je in de gelukkige omstandigheid bent één van de aanwezige witte ratten te zien. Het doodtrappen van een rat is een stuk minder gunstig: in dat geval moet de rat vervangen worden door een gouden rattenbeeldje.
Buiten moesten we onze schoenen uittrekken en moest je blootsvoets of met sokken aan de tempel binnengaan. Sommigen keken elkaar aan alsof we een verstandskies moesten laten trekken, anderen waren er minder van onder de indruk. Ria had er toch wel veel moeite mee, maar Ingrid wist haar te overtuigen om mee te gaan en ook zij doorstond het hele gebeuren. Je weet niet wat je ziet, overal ratten het krioelt ervan. Ze flitsen van links naar rechts, zitten op muurtjes, hangen aan poortjes of zitten gezellig te smullen van overdadig voer en drinken melk. En zelf loop je met je blote voeten door de pis, poep, eten, etc. Het was fascinerend en ik hoefde niet te kijken waar Ria was want die hoorde ik meerdere keren gillen. Maar knap want ze had alweer een overwinning geboekt.
Opeens rumoer van de Indiërs want ze hadden een witte rat gezien en dat betekent geluk. Dus wij hebben ook geluk! Gelukkig konden we daarna weer onze schoenen aantrekken. Bij ons hotel lekker gegeten in de tuin waar het eigenlijk te koud was maar aan elke tafel stond een grote vuurbak die regelmatig bijgestookt werd waardoor in iedergeval één gedeelte van ons lichaam het lekker warm had. Er werd muziek gespeeld door Indiërs en meisjes in mooie kledij dansten voor ons. Ook werd er een poppenspel opgevoerd zoals op meerdere plaatsen in India. Toen de vlammetjes van het vuur begonnen te doven moest ook deze dag er weer aan geloven.
Vanmorgen had de douche een klein straaltje heet water, dus maar weer overgestapt naar de "Indian way" van douchen en de maatbeker erbij genomen en zo weer een stortbad genomen. Ontbijt in de tuin genomen waar het hout nog steeds nagloeide en je ff je handen kon warmen want het blijft toch nog fris in de ochtend. Om 8.30 uur weer op pad. We gaan naar Jaisalmer. Jaisalmer kan zonder overdrijven beschreven worden als een stad uit een sprookje. In het ommuurde Jaisalmer kunnen cultuurliefhebbers hun hart ophalen aan de fortificaties en prachtig bewerkte Haveli's (koopmanshuizen), de tempels en het middeleeuwse straatleven. Gelegen tegen de grens met Pakistan in een westelijke uithoek van Rajasthan, ligt Jaisalmer absoluut ver van alles.
Koffie gedronken in Phalodi District Jodpur waar aan zoutwinning werd gedaan.
Een niet geplande tussenstop gemaakt (20 km omrijden) omdat er een tip was binnengekomen over neergestreken vogels. En jawel hoor, honderden Mongoolse Kraanvogels zaten en vlogen rond in een prachtig woestijnlandschap met een groot meer. We konden tot enkele meters naderen.
Ook was er een piepklein dorpje waar het schoolklasje buiten in het zonnetje les had. Ook daar weer mochten we rustig de les onderbreken om enkele foto's te maken. Ze waren er zelfs trots op. Onderweg lekker gegeten in een soort van wegrestaurant. Iets verderop nog gestopt omdat er een hele groep kamelen langs de weg in de woestijn lagen. We zitten nu ongeveer 70 km van Pakistan. Inmiddels blijft de temperatuur maar oplopen en het wordt zelfs bloedheet. Lekker dus, daar hebben we op gewacht. Wij moeten stoppen bij een spoorovergang en daar zitten in het zand allerlei gaten waar telkens een klein soort eekhoorntje/reuzenmuis uitkruipen en dan weer razendsnel verdwijnen in een ander gat, geinig.
Ons Hotel Thar Palace ziet er goed uit en vanaf het balkon waar we ontbijten hebben we een mooi uitzicht op een tempel hebben die elk uur veranderd van kleur. Het is inmiddels ook zo'n lekker weer dat je 's ochtends buiten kunt ontbijten zonder jas aan. We nemen voor 30 rupi een tuk-tuk naar de stad en laten ons voor de poort afzetten. Een groot gedeelte speelt zich af binnen de poorten van het fort maar ook daarbuiten is het heel authentiek en gezellig. Wanneer de stad binnenkomt word je meteen geconfronteerd met vrouwen en kinderen die je een sieraad willen verkopen en met mensen die bedelen. Mensen met leprahanden die hun aalmoes met 2 stompjes aannemen. Een naar eten vragende oude man of een met vertederende ogen kleine meid of jochie. Soms geef je, soms kijk je weg. Moeilijk...
Het is nog wel een kleine klim voordat je boven in de binnenstad bent en je tussen de fietsen, tuk-tuks en koeien hebt doorgewurmd. Maar dan zie je restaurant 8 juli liggen met een leuk terras met overzicht over het binnenhof en daar hebben ze: Appeltaart uit eigen keuken. Heerlijk met een cappuccino en later op de dag nog een heerlijke pizza gegeten. Waarom 8 juli vraag ik de eigenaar? Omdat dat mijn verjaardag is zegt hij. Hij woont zelf deels in Australië en deels in India, dus niks Italiaans te bespeuren behalve dat hij met zijn neus net boven de tafel uitkwam. We hebben hier nog enkele tempeltjes bekeken en een voetafdruk geplaatst zoals op de Walk of Fame in the Hollywood, maar dan in een koeieflat. Er zijn een paar leuke plekken waar je een gigantisch uitzicht hebt over de wijde omtrek maar wanneer je dan naar je voeten kijkt sta je in de afval, zonde voor zulke leuke plekken.
Naar beneden gelopen en buiten de stadsmuren speelde zich eigenlijk meer het echte leven af. We hebben daar nog even onze foto's op CD laten zetten en onze weblog bijgewerkt. Leuke gast met veel praatjes en wij hoorden meteen Anouk en Blöf door het zaakje. Hij was gek op Nederlandstalige muziek en had zijn hele PC vol staan met Nederlandse artiesten. Verder lekker geslenterd en weer onze ogen uitgekeken en geluisterd naar al het vreemds, moois, vies, kleurrijk, getoeter en het leven op straat. Voor we gingen eten hebben we nog even gewandeld en er lag een naakte man in de goot gewoon voor een paar marktkraampjes en niemand kijkt er naar om. Hij keek verward, zielig en angstaanjagend...
Na het genieten op het balkon met het mooie uitzicht op het tempelcomplex weer met de tuk-tuk naar de stad waar we zijn gaan shoppen en kaarten halen. We hebben nog voor vrienden wat kleinigheden meegenomen en hebben ons door de hitte heen naar het postkantoor begeven voor postzegels. Bij het postkantoor werd stevig aan de weg gewerkt en daar zagen we dan ook weer kinderen en pubers (voor zover pubertijd bestaat in India) met stenen schouwen. Je bekijkt dan eigenlijk met een trieste gedachtegang dit tafereeltje maar dan zie je de kinderen glimlachen en ze willen vol trots weer op de chip van je camera. Even langs de kleding strijken het haar goed, smile, klik en weer doorwerken in de hitte. En dan te bedenken dat die leeftijdsgroep bij ons nog met de duim in de mond naar Sesamstraat zit te kijken in plaats van met een 25 kilo zware schaal op hun hoofd stenen te verplaatsen in een zinderende temperatuur.
Na dan maar weer een denkstop en verstand op nul doorgelopen en nog bij een klein mannetje dat onder een boogje zat enkele lekkere Indiase geurtjes gekocht die wij eerst mochten proefruiken en die dan vervolgens vanuit een grote fles met een pipetjes werden overgeheveld in een klein parfumflesje. Toch maar weer even een appeltaartje gegeten bij 8 juli om onze suikerhuishouding op peil te houden. Tuk-Tuk genomen en terug naar hotel waar we vanmiddag om 15.30 uur op safari gaan. Anders dan we gewend zijn van Afrika want ditmaal geen leeuwen en olifanten maar: jeeps en kamelen.
Ingrid had weer alles prima in orde en er stonden een paar jeeps voor de deur waarmee we de woestijn in reden. Op de normale straten kon de chauffeur ons zijn koe en tuk-tuk slalomtrucjes laten zien en toen we eenmaal door de woestijn reden kregen wij een gratis cursus zandhappen en uitlaatgassen snuiven. Eenmaal aangekomen bij de kamelencowboys kregen we allemaal een eigen kameel toegewezen en heel enthousiast zat iedereen soepeltjes alsof het dagelijkse kost was in het zadel. Maar dat duurde niet zo lang want toen de beesten eenmaal rechtop stonden had je al het gevoel aan een rodeowedstrijd te zijn begonnen. Enigste houvast was een dop tussen je benen waaraan je je kon vastklemmen. Dus dan ook nog een foto maken was uiterst inspannend. Na eindelijk een beetje ritme gevonden te hebben konden we dan ook van het prachtige landschap genieten. Grote duinen met af en toe wat vegetatie in een zinderende hitte. Het was natuurlijk ook lachen geblazen om al die andere "John Waynes" te bekijken.
Het was al met al heel bijzonder mee te maken, maar we waren ook blij het beest weer aan het parkeermeterpaaltje te kunnen vastbinden. Het valt niet mee en als je er al een half uurtje op zit heb je een gevoel of je 1000 vierkante meter laminaat hebt gelegd. Je voelt je kruis, benen en rug niet meer. Het was wel de moeite waard. Er lag nog een skelet van een kameel in het zand dat er heel mooi wit uitzag en ik tilde een groot bekken op en tot mijn verbazing bleek het heel licht van gewicht te zijn. Het leek wel piepschuim. Met de hele groep nog nagenoten en liggend in de zandduinen de zonsondergang gadegeslagen. Toen we afscheid namen van de kamelenjongens moesten we wel lachen wat voor stumpers we wel waren want zij reden echt met losse handjes in een moordtempo ervandoor.
Op de terugweg door het donker achter in de jeep weer lekker uitlaatgassen gesnoven en wij kunnen nu wel enkele benzinemerken op geur van elkaar onderscheiden. Met een klein groepje gaan eten in "Little Tibet" een klein restaurantjes in de binnenzijde van het fort. Via kleine trapjes kwamen we in een kleine ruimte met allemaal tapijten waar we half zittend en liggend ons eten konden nuttigen dus het was inclusief een Yoga cursus. Ik kon nog net even tussen een gordijn door een glimp van de keuken opvangen en ben er zeker van dat Little Tibet géén sticker van de smaakpolitie krijgt. Maar we hebben het overleeft en nadat we weer rechtop stonden (je moet natuurlijk ff uit de knoop geraken als je zolang in de lotushouding hebt gezeten) hebben wij ons met de tuk-tuks naar het hotel laten brengen. Nog ff een extra deken voor de nacht gevraagd en naar bed.
Jodhpur, 320 km rijden door een hete woestijn. Onderweg zijn wij vandaag in een klein dorp gestopt waar ze vrijwel nooit een toerist zien. Dat was weer ff lachen. Het was echt zo'n werkdorp waar iedereen aan het knutselen of handelen was. Open garages plekken waar men metaal verwerkt en staat te lassen. Kleine winkeltjes met koopwaar waar een dikke laag stof overheen ligt.
Ria fotografeerde enkele doofstomme jongens die nadien probeerden de foto uit de camera te halen en trokken Ria's camera bijna uit haar handen. Ze hadden ooit een polaroid camera gezien en dachten dat ze de foto ook uit de camera van Ria konden trekken. En ook hier weer gold: wil je van één iemand een foto, dan staat het hele dorp er weer op. Ze zijn erg nieuwsgierig en willen je alleen maar aanstaren. vooral Ria met haar blonde kopje heeft alle aandacht. Maar ook hier weer de andere kant van de medaille. Armoede, ellende, vuiligheid, daar moet je doorheen kijken. Een half uur van tevoren waren we nog aan de dood ontsnapt toen er een os op hol sloeg en over de markt denderde toen wij uit de tuk-tuk stapten.
Na een lange dag dus aangekomen in Jodphur waar we nog ff moesten zoeken naar ons Hotel Royal Palace. Maar na een halfuurtje voor de deur gestopt. Daar hadden we een prima kamer en een nog betere douche die wij dan ook uitgebreid hebben gebruikt. Wij hebben meteen een tuk-tuk genomen en zijn naar het stadsgedeelte gereden waar zich de clocktower bevindt. Een smeltkroes van winkeltjes, handelaars, eettentjes, verkeer en vee. We hebben een beetje rondgeslenterd en van een afstand geprobeerd een beeld te krijgen van deze chaos. Maar dat gaat eigenlijk helemaal niet want er is geen afstand te creëren tussen de mensenmassa. Alles zit dicht op elkaar gedrukt. Het gedeelte van de Kruidenstraatjes is mooi van geuren en kleuren. Ook hier weer kinderen aan het werk die met grote nylonzakken op de rug het vuil uitzochten op nog bruikbare materialen. Alleen als je al naar de enorme zak en het smalle lijfje van dat kind keek zou je al een hernia krijgen. Je ziet kinderogen met een volwassenen job.
Terug richting hotel getuktukt en gaan eten bij restaurant "On the Rocks". Een leuke tent met een heerlijke binnentuin waar het eten super was. Vandaar dat we ook bijna onze hele groep daar weer tegen kwamen en wij die avond gezellig een tafeltje deelden met Ron en Henk. Lekker lachen. Teruggelopen naar ons hotel in het donker en dat is absoluut veilig en daar genoten we ook van. Dit is wat we vaak misten op onze Afrika-reizen. Wij moesten onderweg ook weer handen schudden van een gezin dat ons verwelkomde in India. Ook liggen er weer daklozen langs de weg en op de stoepen.
6.30 uur wakker en ontbeten in ons hotel. Daarna in de tuk-tuk om naar het Mehrangarh Fort te gaan in de stad. Het Mehrangarh fort torent boven de stad uit. Dit zeer grote en massieve fort aan een belangrijke handelsroute was de reden van de opkomst van Jodhpur in de 15e en 16e eeuw, en de macht van de maharadja's van Jodhpur. De tuktukker sprak geen woord Engels dus we stonden even verbaast te kijken toen hij een scherpe bocht nam naar de volgens ons verkeerde richting. Hij moest nog ff tanken en dat was voor 40 Rupies, een druppel dus. De weg naar boven naar het Fort hadden we bijna moeten lopen want de Tuk haalde het amper en om te duwen heb je natuurlijk niet veel zin in de ochtend. We waren er voor 9 uur en dat was goed getimed omdat er nog amper toeristen waren. Het was een pracht complex dat in heel goede staat was met een heel mooi zicht over de blauwe stad. We hebben ook nog een film bekeken over de Maharadja en zijn geschiedenis. Men is reuzetrots op die man en zijn familie. Er is enorme rijkdom en er stonden dan ook heel mooie voorwerpen, meubels, koetsen etc tentoongesteld. Prachtzalen met glazen ramen in diverse kleuren.
We hebben nog een heerlijk bakje gedronken in het restaurant en wilden naar beneden lopen maar het was toch inmiddels te warm geworden. Dus hebben we ons laten afzetten bij de Clocktower waar Ria nog een paar kussensloopjes en armbanden had gekocht die bijna niks kosten. Lekker slenteren en wat drinken en genieten van het leven op straat. Dan komt de inzinking en gaat het licht uit en nemen we onze inmiddels bekende TT en gaan naar "On the Rocks", om wat te eten en daarna even rustten. Later die dag weer naar de stad geweest en weer eten, wandelen en slenteren. De chaos is enorm, hoe kan een mens hier wonen?! Elke dag die herrie en die uitlaatgassen. Nog allerlei kraampjes langs gelopen en weer gaan eten waar we een groot gedeelte van onze groep tegenkwamen die ook allemaal doodmoe waren omdat zij een uitstapje met een jeep hadden gemaakt naar enkele dorpen met mensen die er allerlei tradities op na hielden. Ze hadden zelfs Opium gebruikt!
Onderweg naar Udaipur stoppen we bij de tempels van Ranakpur, de grootste tempels van India. We gaan de allergrootste in, een waar labyrint vol beelden van goden en olifanten. Binnen zijn 1444 marmeren zuilen, stuk voor stuk heel fijn bewerkt, en bijna allemaal kaarsrecht. Eén zuil staat een beetje scheef, want alleen God zelf is volmaakt. De tempel is gebouwd door 'Jains', ofwel mensen die het Jain-geloof aanhangen. Een beetje Jain eet geen vlees, een hele Jain draagt geen leer, en een extreme Jain veegt de straat voor zijn voeten zodat hij maar niet op een mier stappen zal. Ik had per ongeluk een Budha gefotografeerd en moest deze dus deleten op mijn camera. Op het terrein stikt het van de apen "Black Face Monkeys" en eekhoorns.
Na Ranakpur gaat de weg de bergen in. Al slingerend gaat het sukkelend door want je kunt hier echt niet hard rijden. Onderweg nog een fotoshoot bij een waterpomp die door ossen wordt aangedreven zodat het land van water kan worden voorzien. Lekker cirkeltjes draaien de hele dag en als dank krijg je dan als er een bus met reizigers stopt ook nog een paar flinke tikken op je billen. Verderop nog een boom met heel veel vliegende honden. Deze dag was best vermoeiend en we waren dan ook blij dat we in Udaipur ons hotel Jaiwani Heaveli konden betrekken. Een leuk hotel met dakterras met zicht op het Picholameer. Het sanitair van het hotel was nog voorzien van de aankoopstickers dus alles was nieuw. Aan de oevers het City Palace, het grootste paleizencomplex van India. In het meer een eiland (Niwas-eiland) waar het "lake palace staat", dat nu een luxueus hotel is waar vooral rijke Britten en Amerikanen overnachten en waar de James Bond film Octopussy is opgenomen. Als je de film nooit gezien hebt ga dan naar Udaipur want hier draait hij elke avond in elke kroeg.
Het is echt een heel gezellig stadje en het is hier heerlijk slenteren (tussen de koeien en het verkeer door) aan het water zijn de vrouwen (wie anders) druk met de was bezig of zichzelf aan het wassen. Soms voel je je een voyeur als je daar met je camera staat maar het is zo'n mooi gezicht. Het is geen probleem als Ria de vrouwen en ik de mannen fotografeer. Samen met een paar vrouwen uit de groep een door Ingrid geadviseerd kledingbedrijfje ingestapt waar de dames maatkleding kunnen laten maken. Dus kijken, stof uitkiezen, opdracht geven, maat nemen en bestellen. De volgende dag klaar. Heerlijk gegeten op het dak met uitzicht op het verlichtte "Lake palace". En de dag is weer teneinde.
Opgestaan en vanuit het kamerraam genoten van het uitzicht op het meer. Schitterend en dat met een zelfgemaakt lekker kopje koffie. Naar het dakterras gegaan waar we een heerlijk ontbijt hadden genomen. Het zonnetje kwam op en je zag de kleuren veranderen. Anna zat al vroeg op het terras met haar verrekijker vogels te spotten en de omgeving te observeren. Er vlogen ooievaars over het meer. De hele dag hebben we eigenlijk gebruikt om alleen maar te slenteren en te genieten van de mensen en de gezellige stad. Aan het meer stonden een paar olifanten die klaar werden gemaakt voor een ritje. Toen ze door de enge straatjes liepen moesten de mensen die er boven op zaten allerlei trucks uithalen om onder de elektriciteitsdraden door te komen.
We zijn de kleding van Ria gaan ophalen en dat zag er perfect uit. Ook nog enkele T-shirts en broeken gekocht voor een schijntje. Een handelaar kon ons kleding leveren maar deed heel ingewikkeld over een bonus. Wij hoefden zijn baas maar 1000 RPI te betalen i.p.v. 1200 maar dan had hij graag 100 RPI in zijn handje gehad. Dat vonden we goed maar de maten die wij nodig hadden waren niet aanwezig en hij zou ze straks wel kunnen leveren. Nou dat vonden we toch wel een beetje te ingewikkeld en hebben maar afgehaakt. Bij een ander textielzaakje heeft Ria nog een blouse laten maken en ook dat was weer perfect maatwerk. 's Middags een waterfiets genomen en over het meer gefietst! Het voordeel was dat je dan ineens een enorme rust hebt, lekker drijven en genieten van het uitzicht. Je moet alleen uitkijken dat je niet te kort bij het paleis komt want dan word je teruggestuurd door de beveiliging en dat overkwam een paar groepsgenoten van ons.
's Avonds zijn we in het plaatselijke museum naar een show geweest van zang, dans en muziek. Was wel aardig maar niet sensationeel. Je zat je weer murw in de Lotushouding, ik weet niet hoe die Indiërs dat volhouden. De dag afgesloten door bij restaurant "Rainbow", boven op het dak te eten. Gezellig en lekker.
Vandaag een lange reisdag want we moeten de nodige kilometers vreten op een heel drukke weg. Af en toe houd je je hart vast wat je onderweg voor capriolen meemaakt en het is dan ook niet verwonderlijk als je ineens een auto of vrachtwagen op zijn kop ziet liggen. Ook wij hadden bijna een chauffeur die plots achter zijn geparkeerde bus vandaan kwam aangereden maar dankzij een supersnelle reactie van onze chauffeur is er niets gebeurd. De chauffeur en bijrijder waren sowieso een goed op elkaar ingesteld team die veilig en voorzichtig reden. De eerste koffiestop ging niet door omdat het restaurant gesloten was dus het was alleen een stop voor plassers en rokers. De volgende stop bij een restaurant was wel weer prima en we hebben heerlijk gegeten in en grote tuin.
Toen we de weg vervolgden hebben we ons verreden en waren we de weg kwijt. Daardoor kwamen we wel weer een dorp tegen waar een aantal buffels lagen te baden een mooi plaatje. Er volgde een rit over allerlei hobbelige wegen en maar wel door een prachtlandschap. Het dorpje aan een meer waar we ons verreden hadden bleek achteraf precies op het dorp te lijken waar we uiteindelijk ook aankwamen. Een dorp aan een groot meer dat bijna helemaal droog stond. Veel bedrijvigheid van de lokale bevolking.
Wij moesten bij het paleis van de prins zijn waar wij zouden overnachtten en in plaats van 14.30 uur kwamen we pas om 17.00 uur aan. Een prachtig paleis waar we met een bloemenkrans en een drankje werden verwelkomd. Daarna een lekkere bak koffie. In de tuin zaten pauwen die van de ene boom naar de andere vlogen. De prins bleek een jonge gast te zijn die gewoon in jeans liep en niet met een kroontje op zijn hoofd. Hij hield de traditie van de familie in stand en leefde geheel in stijl van een prins met zijn personeel. Hij was de opvolger van de familie dit in tegenstelling tot zijn broer die er een ander leven op na hield. Onze kamer was weer eens om stil van te worden. Supergroot met een enorm groot hemelbed in het midden. Een heel grote badkamer en het geheel was ingericht in oosterse stijl. Tapijten, meubels, gordijnen alles in antieke staat. Het paleis bestond uit allerlei open galerieën die je een pracht uitzicht gaven over het dorp en de omgeving. Ook hier weer een heerlijk maal voorgezet gekregen in een grote antieke soort ridderzaal door mooi geklede personeelsleden.
Ik was vanmorgen al heel vroeg wakker en na een bakje ben ik de paleispoort uitgewandeld om de boel te verkennen. Er was nog enige rust te bekennen en het dorp werd langzaam wakker. De deuren stonden overal open en je keek in huis of in de binnenplaats waar vaak ook het vee te bespeuren is. Overal weer vuurtjes aan het branden. De fotograaf is in het dorp aanwezig dus binnen een paar minuten weer een hele meute kinderen achter me aan die hun standaard vragen stelden: RPI, chocolat,pen, shampoo. En natuurlijk willen ze weer op de foto dus: klik klik klik.
Sommigen moeten om 8 uur naar school en welke dat zijn zie je meteen aan de kleding. De minder goed geklede kinderen gaan niet naar school. In de theehuisjes zitten de mannen verzamelt die straks op het land gaan werken. Zij roken pijpen of een soort zware sigaretten en slurpen aan hun thee. De vrouwen staan verzameld bij de waterput en trekken gezamenlijk de zware emmers naar boven en kijken me met een stiekeme blik aan. Een kleurrijk schouwspel met hun mooie kleding en hun gouden neusringen.
Langs de weg is een van de kappers bezig een oude man te scheren. De kapper begint 's morgens gewoon met een spiegel aan de muur te hangen, zijn kistje uit te pakken en zijn zaak is geopend. De oude kappersstoel kan een nieuwe bekleding goed gebruiken, maar daar kijkt niemand naar. Het zijn ware kunstenaars met hun lange scheermessen. Zelf heb ik me ook een paar keer laten scheren en dat is dan inclusief een hoofdmassage die wonderen doet en na afloop word je ingesmeerd met een lotion die vooral een uitstekend middel tegen muggen en ander ongedierte is. Ook het leggen van contacten word hierdoor bemoeilijkt want iedereen slaat op hol. Tijdens het scheren met dat grote mes denk ik vaak aan een kapper die een epileptische aanval krijgt tijdens zijn werk en ben dan ook blij als ik gladgeschoren en ongeschonden de kappersstoel kan verlaten.
Nog even moeten zoeken naar het paleis want het dorp is een echte doolhof en vele straatjes lijken op elkaar. Ontbeten en lekker koffie gedronken. Daarna maken we met de hele groep een wandeling door het dorp onder leiding van de prins. Wij hadden verwacht dat iedereen voor de prins zou buigen maar het tegendeel was waar, ze zagen hem zelfs niet staan. Ik was blij dat ik 's morgens alleen geweest was omdat het toen lekker rustig was en je vrij kon fotograferen. Een vrouw die naan aan het bakken was gaf nog een demo en we konden proeven. Er tegenover waren mensen bezig een huis te bouwen en het hand en spanwerk werd weer door de vrouwen verricht. Cement aan maken, zand zeven, sjouwen enz.
Na afscheid genomen te hebben van onze prins in de bus gestapt richting Jaipur. In ons hotel aangekomen en naar het nieuwe gedeelte met de tuk-tuk gereden omdat daar een uitgaanscentrum zou zijn. Bleek niet zo te zijn want er was alleen een groot gebouw met winkels. Veel winkels en geen pinautomaat. Wel ff koffie gedronken in een soort McDonalds en dat was het dan. Teruggereden naar ons hotel met superlelijke eetzaal en daar gegeten. Om de hoek op 100 meter lagen 2 pinautomaten en veel restaurants.
Na het ontbijt zijn we een project gaan bezoeken waar misbruikte kinderen werden opgevangen. We gingen met 6 mensen en werden opgehaald door een busje van die stichting. Daar aangekomen kregen we eerst een praatje met uitleg van een professor die samen met zijn vrouw het project had opgezet. Men hielp de kinderen en verwaarloosden in de stad d.m.v. mobiele douches en het verstrekken van maaltijden. Veel donoren kwamen uit Nederland en hij kende ze ook allemaal bij naam. De kinderen kregen er een opleiding en leerden een vak. 90% van de inkomsten die ze hadden d.m.v. verkopen van sieraden en andere spullen werd gestort op de rekening van de kinderen die wanneer ze het project zouden verlaten een zakcentje hadden om zichzelf zelfstandig te maken. Het deed goed om te zien dat er goed voor ze werd gezorgd. De kinderen zagen er netjes en gelukkig uit.
Buiten de poort was dat wel even anders en kon je je ook de frustratie van de stichting voorstellen wanneer ze keuzes moet maken als ze nieuwe kinderen toelaten in het project. Je wilt de hele wereld helpen en dat gaat gewoon niet. Door zelfgemaakte spullen te kopen doneerden wij wat geld en de glimlach van het kind dat de door ons gekochte spullen naar de kassa bracht was onvergetelijk. Het busje van de stichting was zo vriendelijk om ons in het Bazaar gedeelte van de stad af te zetten bij de stadsmuur. Het leek een beetje Marrakesch. Eigenlijk allemaal hetzelfde, allemaal stoffen en de spullen werden steeds goedkoper. Het oversteken was echt een crime, levensgevaarlijk en we besloten dan ook maar een tuk-tuk te nemen die ons naar het Paleis der winden bracht.
Groots en mooi van kleur. Het geheel heeft een aardekleur en is in goede staat. Er werd ook veel gerestaureerd. Buiten zaten duizenden duiven die telkens als ze rustig een plekje hadden gevonden opgeschrikt werden door kinderen om dan weer rond te fladderen. We hebben het paleis met veel interesse bezocht en zijn nog in het museum geweest.
Buiten gekomen weer het straatbeeld met naast ons in de tuk-tuk een paar olifanten die als werkpaard worden ingezet. Je kijkt telkens weer verbaasd gaat dat nu wennen of niet? Nee dus, het blijft bijzonder. Met onze nieuwe tuk-tuk chauffeur een deal gesloten dat hij ons voor 200 RPI de hele middag zou rondrijden zonder shops te bezoeken. Eerst nog ff naar Mc Donalds om een hapje te eten. Hier hangt geen briefje met de poetsbeurten op het toilet en ook de schorten van het personeel zijn niet zo schoon als in Holland. Buiten staan kinderen die op commando van de moeders die nauwlettend in de gaten houden wanneer een toerist het restaurant verlaat het op een huilen zetten en hun handje openhouden.
Het Indiapubliek in de Mc ziet er dan ook anders uit dan je normaal op straat ziet. Studenten, jongelui, soms met een laptopje. Shops bezoeken is eigenlijk een onderdeel van een dergelijk ritje omdat zij dan een provisie krijgen wanneer ze mensen afzetten bij een tapijt of sieradenwinkel. Wordt je afgezet bij een restaurant en je eet daar dan betekend dat, dat de tuk-tukker daar een gratis maaltijd krijgt. Dus wil je dat niet dan moet je dat direct aangeven en geef je hem een extra tip in de hoop dat hij dat ook niet doet. Sommigen blijven toch de hele rit proberen je ergens in zo’n zaak te droppen. Ook wij waren daar een keer slachtoffer van, maar na een textieldruk demo (men stempelde motieven op stoffen) waren we snel weer vertrokken. Hij reed ons vervolgens naar een wit Marmerpaleis dat mooi aan de voet van een berg lag en waar veel vrouwen bezig waren met restauratie. Ze vonden het leuk en grappig om een sigaret van Ria te roken. Niet in de mond maar dmv een ingewikkelde houding van hun vingers. Schateren.
Tegen de bergwand liep een muur die sterk aan de Chinese muur deed denken. Vervolgens een mooi paleis in het water gezien en door naar de Apenberg. De Apenberg met bijbehorend paleis is in zijn geheel ingenomen door een apenkolonie. Overal apen waar je ook keek. Volgens mij zijn ze s’nachts nog te zien want hun konten zijn zo rood als stoplichten. Dit lag in een moslimbuurt waar niet zo’n lekker sfeertje was. Met de tuk-tuk naar een Olifantenstal gereden waar de olifanten klaar gemaakt werden voor een bruiloft. Prachtig opgetuigd en beschilderd. Tegen een kleine vergoeding mochten we een ritje maken door de smalle straatjes van het dorp. Dit was heel erg leuk en het is ongelooflijk hoe soepel dat die dieren lopen. Voor ons was het echt een attractie maar voor de mensen en kinderen op straat waren wij de attractie en werden we door iedereen aangestaard en toegewuifd.
Hierna hebben we ons laten afzetten bij ons hotel en hebben daar lekker gegeten. En dan: BOLLYWOOD. We gingen naar de bollywood-film en dat was heel apart. In de zaal die overvol was stonden allemaal jongens en meisjes te wachtten dat de zaal openging. De zaal is heel kitscherig aangekleed met reuze Orchideeën en dik tapijt. Eenmaal in de zaal allemaal nerveuze pubers (voorzover puberteit bestaat in India) die enorm begonnen te krijsen en te gillen bij het verschijnen van hun favoriete artiest op het enorme witte doek. Toen ook wij gingen gillen gingen ze helemaal uit hun dak. Dit vonden ze te gek. Wij hebben dit schouwspel een half uur aangekeken en zijn toen maar heel stiekem via de Nooduitgang naar buiten gegaan. Bollywood-films zijn in onze westerse ogen toch een beetje kinderachtig en kitscherig en natuurlijk kunnen we er geen bal van verstaan. Maar het was een leuke ervaring.
Vandaag rustig begonnen, om 8.30 uur vertrokken want we hebben maar een korte rit. Om 1 uur s’middags aangekomen in Bharapur. Prachtig hotel (Udai Villas Complex) met een mooie grote tuin en een zwembad. We werden weer verwelkomd door een sitarspeler met zijn zoontje. Eerst ff lekker geluncht en gerelaxt waarna we s’middags naar een in de buurt gelegen vogelreservaat zijn gegaan. Daar hebben we een riksja genomen die ons door het reservaat zal brengen en gidsen. Wij hadden weer de pech dat we een riksja hadden die op het laatst 2 lekke banden had. Dus een groot gedeelte liep hij met zijn riksja aan de hand.
Telkens als er een of ander beest of vogel te zien was maakte hij ons hier attent op. Nu zijn wij wel verwend door de safari’s in Afrika dus het was echt niet ooh aah maar gewoon leuk. Een groot nadeel was dat er weinig water was door de droogte en daardoor ook veel vogels weg waren gebleven. Wel grote bijennesten in de bomen, ijsvogeltjes, herten, eenden etc. Op de terugweg kregen we een hele klaagzang van de Riksrijder die zeurde voor twee nieuwe banden die op de riksja moesten, hij moest veel melk drinken voor zijn zwakke gezondheid, zijn kinderen waren ziek etc. Op die manier probeerde hij meer geld te krijgen. Een bekende truc en daar trappen we niet in. Afgesproken 200 RPI dus niet meer. Wel geven we meestal en fooi aan diegenen die niet bedelen. In ons hotel heerlijk gegeten en gaan slapen op de lekkerste matrassen tot nu toe.
Op naar de Taj Mahal. Vanmorgen vanuit een superhotel dat er prachtig bijlag naar een Mongolenstad geweest dat er erg indrukwekkend uitzag. Gewoon niet voor te stellen zo mooi is de Taj Mahal. Een en al marmer. Je wordt dubbel gecheckt voor je binnen mag omdat men bang is dat er ook maar iets gebeurd. Dus Ria moest haar tas inleveren want dat mocht er zo niet door. We hebben echt vol verwondering staan te kijken. Ria heeft op een bankje gezeten waar ook Ladi Di op heeft gezeten. Het was natuurlijk hartstikke druk en je wint eerder de lotto dan dat je daar een foto kunt maken zonder mensen erop. Blootsvoets mag je de Taj Mahal betreden dus de schoenen moeten uit. Bij terugkomst waren de schoenen van Ton gepikt. Maar tegenover de Taj zijn er schoenenwinkels die daarop zijn voorbereid of misschien hebben ze zelf wel de schoenen gepikt.
Bij het verlaten van de Taj Mahal zagen ze meteen dat er iemand op blote voeten naar buiten kwam. Dus voor 300 rupies een paar nieuwe gekocht. Daarna nog naar de Baby Taj geweest, (een kleinere uitvoering) en toen hadden we het wel gehad. Nog een levensgevaarlijke rit in de riksja terug en lekker aan tafel. Onderweg nog een ring van mijn fototoestel verloor en dat was balen. Onze Riksjarijder was ook een speciaal figuur die meer oog voor Ria had dan voor de weg. Hij was ook een kamikaze op de weg en keek niet naar een hond of koe maar ramde overal doorheen met als gevolg ook scheldpartijen tegen andere weggebruikers. Na afloop natuurlijk weer de zielige verhalen. Hij was een vinger kwijt, had daardoor geen schoolopleiding gehad, werkte alleen maar zodat zijn zusje naar school kon gaan. Een nieuwe Riksja kost 500 euro maar met een gebruikte van 300 euro zou hij ook al tevreden zijn.
Het laatste stuk naar het restaurant was een stuk “vals plat”, en hij moest flink doortrappen maar we hebben maar een stuk gelopen. We vonden het een beetje zielig om zo te fietsen met maar 9 vingers. Afgezet bij ons restaurant en daar zou hij dan volgens onze reisleidster een gratis maal krijgen maar hij ontkende dat. Na een heerlijke “SIZZLER” een gerecht dat spetterend op tafel wordt geserveerd hadden we besloten te voet verder te gaan en onderweg (het was al donker) veel muziek want er was een bruiloft aanstaande. Langs de weg zaten nog een hoop muzikanten waar we een praatje hadden gemaakt en de hele weg werden we gevolgd door een man die een klein beetje veel hartstikke doorgedraaid maar niet agressief was. Uiteindelijk bij ons cappuccino tentjes aangekomen en daarna nog naar een internetcafé om onze weblog bij te werken. Morgenochtend heel vroeg weg 5.30 uur en dan naar het volgend avontuur.
Het was een heel lange reisdag naar Khaljueahi geweest en alleen nog maar in het hotel gegeten.
Na het ontbijt hebben we fietsen genomen die in het dorp gehuurd waren en op mijn rug mijn grote reistas die ik even wil laten repareren omdat hij is ingescheurd langs de ritsluiting. Tijdens de eerste meters fietsen had ik al de ketting ernaast liggen en dat gebeurde nog wel 3 keer voordat ik hem bij de fietsenverhuurder kon omwisselen. Geen probleem, nieuwe fiets. De fietsenhandelaar wist wel een adresje om mijn tas te laten maken en toen wij even later bij de pizzeria op het dak van onze cappuccino aan het genieten waren stond hij al met mijn gerepareerde tas voor mijn neus. De prijs: wat het me waard was. 100 RUPI? Oké, dat was goed.
Dan het fietsen op zich dat gebeurt zoals alle verkeer links. Dus bij de eerste rotonde ging het regelrecht tegen het verkeer in. Gelukkig was dat alleen maar een koe en een fietser dus er gebeurde weinig. Midden op de rotonde wel een mooi beeld van Gandhi. Eerst het tempelcomplex bezocht dat veel seksueel getinte voorstellingen heeft die tot in detail zijn aangebracht. Daarna kwamen we een knulletje tegen van 12 jaar die zich opwierp als onze gids. In eerste instantie denk je daar heb je er weer een maar hij was bijzonder leuk en slim. Gekleed in een net hemdje, blinkende schoenen een terlenka broekje met vouw en een strakke scheiding in zijn haar straalde hij echt de professionele gids uit. Hij wilde ons wel het oude gedeelte van de stad laten zien waar ook de “lower” kaste woonde. Hij vertelde dat hij zelf van een hogere kaste was en dat hij een vriendje had van de lagere kaste die hij gewoon aanraakte. Hij geloofde niet meer in het kastensysteem dat officieel ook niet meer existeert maar wel nog veel gehanteerd word. Hij wist leuke dingen te vertellen.
O.a waarom zijn de deuren zo klein? Dan moet je door je knieën en dan sta je meteen in een begroetingshouding. Waarom staan er teksten op de voorgevel van de huizen? Omdat deze zijn aangebracht door de arts of verpleegster nadat ze de kinderen in dit huis van medicatie hebben voorzien tegen de polio. Hij vertelde ook dat er bij opgravingen beeldjes werden gevonden en dat er daarvoor ook meteen een tempeltje werd opgericht. Bij het beeld op de rotonde waar Ghandi stond kregen we te horen hoe trots men was op Ghandi, hij was als een God voor de mensen in India. Bij zijn ouders op bezoek geweest en het huisje bekeken (3 x 4 meter) erg knus en eigenlijk alles wat ze nodig hadden was in huis. Men sliep daar ook met het hele gezin. Ria kreeg nog een setje cadeau met zelfklevende rondjes voor op het voorhoofd te plakken. Zij waren erg verlegen en lief. Vader zat in de tuin en had rood henna geverfd haar. Dat kwamen we vaker tegen dat mannen hun haar rood geverfd hadden. Soms heel slordig en soms geelachtig.
Verder zijn we ook nog op bezoek geweest bij 2 schooltjes waar we een rondleiding kregen en ook weer een donatie gedaan hebben. Er heerst een ijzeren discipline want de spelende kinderen stonden stokstijf in het gareel toen de directeur met ons naar binnen liep. Dit zagen we op diverse schoolpleinen langs de weg ook, netjes alle kinderen in rijen opgesteld. De directeur liet ons alle schoolspullen zien die vanuit het buitenland waren opgestuurd. Op de fiets terug naar het hotel met het in acht nemen van de verkeersregels. Samen met Anna s`avonds bij de pizzeria gaan eten. Met zijn drieën in de Tuktuk. Bij de pizzeria lekker op het dak gegeten en het was overheerlijk. Plots een enorm lawaai en er kwamen honderden papagaaien aangevlogen die elke avond in dezelfde bomen slapen. Een en al groen in de boom. Soms fladderden ze met zijn allen naar een andere boom toe maar toen het donker was, was het muis (papegaai)stil. Aan een tafeltje naast ons zaten 3 jongetjes, waar van één doofstom was te genieten van een grote pizza die ze van de eigenaar gekregen hadden. Ze waren alle 3 even leuk en we hebben ze een paar Ruppies in de handen gedrukt.
Heel vroeg, om 5.30 uur, opgestaan omdat we een lange rit hebben naar Varanasi.
Onderweg een stop gemaakt op een stoffig weggedeelte in een bocht in de bergen. Daar kregen we een lunchpakket uitgedeeld dat we probeerden met smaak op te eten maar dat was moeilijk omdat het verkeer dat langs kwam telkens een grote stofwolk verspreidde. Het was bloedheet op dat plekje waar ook net de buffels achter de bus langs moesten. Er kwamen van alle kanten kinderen naar ons toe die niets vroegen en alleen maar keken. De meeste van onze lunchpakketten hebben we aan de kinderen gegeven en ze waren er blij mee.
Om 16.30 uur in ons hotel aangekomen in Varanasi dat aan een heel drukke straat ligt dus: tuut tuut tuut. Het is een schouwspel om het leven op straat vanuit ons kamerraam te bekijken. De kamer is prima en het hotel ook. Boven op het dak van het hotel ligt een mooie tuin, het is net een parkje. We eten hier, maar dat viel tegen. Alles was veel te laat en verkeerd. Ik zat al met eten voor mijn neus terwijl Ria nog naar een leeg bord zat te kijken.
Vanmorgen zijn we met zijn allen in Riksjas naar de Ganges gereden. Op zich al een spektakel door al dat verkeer. Bij de Ganges aangekomen eerst natuurlijk even het totaalbeeld bekijken. Wij nemen een bootje dat door 2 mannen rustig roeiend over het water glijd. We beginnen bij Dasaswamedh Ghat, en varen eerst in zuidelijke richting met aan onze rechterkant de Ghats, de trappen aan de oever. Het blijft voor ons westerlingen een wonderlijk fenomeen. Al dat volk dat zich wast in het smerige Ganges water of de was doet of mediteert.
En dan te bedenken dat een goede hindoe iedere ochtend drie keer kopje-onder gaat, om te besluiten met een slokje water uit de heilige rivier. Alle taferelen kunnen we gewoon fotograferen en de mensen zwaaien zelfs uitbundig naar ons. Maar als we richting crematieplaats komen pakken we onze camera's respectvol in. Wel kunnen we van een afstandje nog wel wat klikken en zien de brandstapels met de familieleden er om heen staan. Van de ene kant schokkend en van de andere kant heel erg mooi en fascinerend.
Het ene lijk na het andere wordt aangedragen (200 per etmaal) en nadat het in de Ganges is gedoopt op de brandstapel gelegd waar het door de oudste zoon die kaal geschoren is in brand gestoken nadat hij 5x rond het lichaam is gelopen. Er zijn alleen maar mannen bij betrokken, omdat huilende vrouwen niet gunstig zijn voor de ziel van de overledene. Het keerpunt aan de noordkant is bij de plaats waar de Hindoes zich laten cremeren. Als het nog niet duidelijk is, dan merk je hier toch echt dat Varanasi niet zomaar een stad is, maar de spirituele hoofdstad van India. Het is de droom van elke Hindoe om hier, aan de Ganges, gecremeerd te worden. Families sparen hun hele leven voor het brandhout. Je mag niet zomaar je eigen hout meenemen; het mag alleen het hout zijn van de handelaar aan de ghat. Als het hout op is, en het vuur uitgebrand, worden de resten de rivier in geschoven. Mensen die aan de pokken overleden zijn, of die stierven als gevolg van een slangen- of koeienbeet worden rein geacht, en hoeven niet gecremeerd te worden. De lichamen van die mensen gaan linea recta de Ganges in. Geregeld komt er een plukje mensen voorbij die een lijk naar de Ghat dragen. De lichamen zijn bedekt met een kleed waarvan de kleur verraadt of het gaat om een man of vrouw. Heel emotioneel was het toen we zagen dat een zoon het gezicht van zijn moeder dat per ongeluk onbedekt was vasthield tot de vlammen zijn handen bereikten.
Bij de brandstapels telkens weer figuren die je op het hart drukken dat je niet mag fotograferen en dat zij wel tegen betaling ervoor kunnen zorgen dat jij een uitzondering krijgt. Meestal met het gevolg dat je bedreigd wordt met politie. Rondom het gebeuren gaat het leven zijn gangetje, koeien vrijen met elkaar, kinderen laten hun vlieger op en de gewone man baadt een paar meter verder in de Ganges met naast hem 2 mannen met schalen die de restanten van de verbranding zeven om te kijken of er nog gouden tanden tussen zitten. De Indiase goudzoekers dus. Op de trappen de bedelaars en natuurlijk niet te vergeten de kleurrijke 'Sadhu's' met hun mooi beschilderde gezichten en hun gele/oranje kleding. Het stikt hier van de kleine steegjes waar Ria weer ineens oog in oog stond met 2 grote ratten. Hier komen 150.000 pelgrims per dag dus jullie begrijpen dat het moeilijk is om buiten je hotelkamer een rustig plekje te vinden. Het is echt een gekkenhuis.
's Avonds om 17.00 uur weer naar de Gadhs gegaan om de ceremonie bij te wonen die daar elke avond wordt gehouden door de Hindoes. Het is een echt spektakel. Op allerlei podia die naast elkaar staan opgesteld worden rituelen met vuur en zang uitgevoerd. Prachtig om naar te kijken. De Ganges ligt vol met drijvende bloemenkransen en bakjes met brandende kaarsjes. Ook wij hebben er een aan toegevoegd, uit eigen belang want het brengt geluk en dat voor eeuwig.
Om 19.15 uur in de trein gestapt naar New-Delhi. Heerlijk die luxe om geen koffer te hoeven dragen. De porters stonden klaar en pakten per man 2 grote tassen op hun hoofd en daarbovenop nog een rolstoel en liepen met gemak en losse handjes trap op en trap af op het station. De treinreis verliep goed en we gingen al rond 21.00 uur ons bed in want zitten daar werd je ook murw van. We sliepen met 6 man in een compartiment. Leuke sfeer, redelijk geslapen, koud maar gezellig tussen al dat Indiaas volk.
We hadden 700 km hadden afgelegd. Nu hebben we nog tot vanavond om te shoppen en te genieten van het heerlijk vegetarische eten, we hebben 23 dagen geen vlees gegeten en zijn ook geen dag ziek geweest. Van alle medicatie die we mee genomen hadden daarvan hadden we maar 2 paracetamol gebruikt. De laatste dag hebben we hetzelfde hotel als de eerste nacht in India en daar kunnen we de hele dag nog gebruik van maken. Eerst een stevig ontbijt met 2 omeletten en we kunnen er weer tegen. Wij lopen door dezelfde straten als 3 weken geleden die wij toen als triest ervoeren zo vroeg in de ochtend. Nu scheen de zon, was het warm en een en al bruisend leven en handel op straat. Onze laatste Tuk-tuk genomen en naar het Gandhi museum gereden. Prachtig, echt een aanrader. Het was niet alleen over het leven van Gandhi maar er was ook een expositieruimte waar allerlei kunstenaars hun werk hadden geëxposeerd met betrekking op Gandhi. Nog even bij het standbeeld gestaan waar ook “onze Maxima” een bloemetje heeft neergelegd.
De riksja-rijder opdracht gegeven ons naar een bazaargedeelte te rijden maar we kwamen natuurlijk weer ergens aan waar hij provisie kon opstrijken. Dus maar weer terug naar onze hotelbuurt waar het wel met bazaars was gevuld. Hier lekker gaan eten en hebben we de laatste spulletjes gekocht voor thuis. Broeken voor 1.50 euro en een zonnebril naar beneden gepingeld van 1000 rupies naar 50 rupies. Nog een uurtje of 2 om te relaxen op onze hotelkamer en dan gaan we toch echt richting luchthaven.
Daar aangekomen een ellende van wachtrijen. Voordat we door alle controles zijn is bijna 3 uur verstreken. En dan denk je aan de docu op tv van Easyjet waar je mensen met schuim op de mond ziet staan die zich onterecht behandeld voelen. Nou dat gevoel hadden we dan ook ongeveer. Als je een keuze moet maken tussen 3 balies probeer je in te schatten door welke je het snelst bent en dat gaat precies zoals thuis bij Albert Heijn. Je staat steeds bij de verkeerde. Net als je dan aan de beurt bent voor een controle van je paspoort en visum zegt die meneer achter de balie dat hij ff moet plassen. Dus doe je maar net alsof dat je geen moer uitmaakt. Eindelijk we zitten in de Gate. Dan wordt er omgeroepen dat iedereen moet controleren of hij wel “het stempeltje”, op zijn handbagage heeft staan. Zoniet dan kom je er niet door. Wie heeft er geen stempeltje? Ton... Dus weer terug en weer geheel door de röntgenapparatuur en fouilleren. Klaar, inchecken en wegwezen. Via Londen waar we nog 5 uur moeten wachtten vliegen we naar Amsterdam.
Zondag om 14.00 uur komen we aan in Amsterdam en dan is het alleen nog maar nagenieten van deze schitterende reis. Nu je dit reisverhaal gelezen hebt, heb je hopelijk een indruk maar je moet het proeven, ruiken en horen en dat kan ik op deze weg natuurlijk niet meegeven dus.... Pak je biezen en ga. Dit was geen vakantie, geen rondreis, geen tripje India. Maar weer eens een levensles. Als je weer thuis bent is het zo gewoon dat je aan een knopje draait en de verwarming doet het. Als je weer thuis bent is het zo gewoon dat je een koelkastdeur opentrekt en die staat vol eten en drinken. Als je weer thuis bent is het zo gewoon dat je kunt zeuren en klagen. Als je weer thuis bent is het zo gewoon dat je vrij bent in doen en laten. Als je thuis bent in India is dat allemaal niet zo gewoon...
Lees meer op de website van Ton en Ria